Evidence-based education Flashcards
Hoe werkt ‘self-testing’?
Self-testing wordt door de lerende zelf gedaan. Hij/zij maakt hierbij gebruik van zelfgemaakte toetsen zoals flashcards om ‘recall’ te testen. Een andere manier is de proefvragen te maken aan het einde van een hoofdstuk in een studieboek.
Een theorie verklaart de werking als: het oefenen veroorzaakt een mentale zoektocht in het langetermijngeheugen dat relevante informatie activeert, hetgeen meerdere geheugenpaden vormt en deze beter toegankelijk maakt.
Wanneer werkt ‘self-testing’?
De strategie ‘self-testing’ werkt voor iedereen; jong of oud. Het heeft een positief effect op het leren van woorden, feiten en stukken kennis. Wanneer self-testing in korte momenten wordt toegepast in meerdere herhaling is het meest effectief en zorgt voor een lange houdbaarheid van informatie voor maanden tot zelfs jaren.
Is het ‘self-testing’ praktisch?
Ja, het vereist vrij weinig tot geen tijd om de strategie in te oefenen.
Hoe kan men ‘self-testing’ toepassen?
Lerenden kunnen zichzelf toetsen met gebruik van flash cards of door het Cornell systeem toe te passen: gedurende het maken van noties in de klas maakt de lerende een kolom aan de zijkant van de pagina en noteert kernwoorden en/of vragen. Deze termen en vragen kunnen later getoetst worden door het antwoord te verklaren op de volgende pagina.
Hoe wordt de inzetbaarheid van ‘self-testing’ beoordeeld?
Hoge inzetbaarheid. Het toepassen van self-testing werkt in zeer brede zin en voor verschillende formats, inhoud, leeftijd van de lerende en oefenperiodes.
Hoe werkt ‘distributed practice’?
Het leren in intervallen verspreid over meerdere dagen of over een hele periode heeft een goed effect op het onthouden van kennis.
Wanneer werkt ‘distributed practice’?
Distributed practice werkt voor alle leeftijden en is inzetbaar voor het leren van nieuwe vaardigheden, talen en feiten.
Is ‘distributed practice’ praktisch?
Ja, maar veel tekstboeken presenteren problemen per thema in plaats van verspreid. Dit vraagt goede planvaardigheden van de lerende en een goede weerstand tegen uitstelgedrag.
Hoe kan men ‘distributed practice’ toepassen?
Langere intervallen zijn over het algemeen meer effectief. Om kennis te onthouden voor ongeveer een week zijn perioden van 12-24 effectief. Voor kennis van 5 jaar is een periode langer dan 12 maanden effectief.
Hoe wordt de inzetbaarheid van ‘distributed practice’ beoordeeld?
Hoge inzetbaarheid. Distributed practice is effectief voor lerenden in alle leeftijdsgroepen voor een breed scala aan kennis- en informatietypen. Het is makkelijk toe te passen en is succesvol toegepast in verschillende ‘classroom-studies’.
Welke strategieën hebben een hoge inzetbaarheid volgens Dunlosky?
De strategieën self-testing en distributed practice hebben een hoge inzetbaarheid.
Hoe werkt ‘elaborative interrogation’?
Bij deze strategie stelt de lerende veel ‘waarom’ vragen. Elaborative interrogation produceren leren verklaringen voor feiten, zoals “waarom is het logisch dat…’ of “waarom is dit waar”.
Wanneer werkt ‘elaborative interrogation’?
Elaborative interrogation is voor alle leeftijden effectief en verbetert aanzienlijk het geheugen voor feiten maar of het werkelijk begrip verbetert, is onduidelijk. Het is ook niet zeker hoe lang de effecten blijven. Wanneer je feitelijke informatie leert, vooral wanneer je al wat weet van het onderwerp. De kracht zit in eerder geleerde informatie. Het kan zijn dat vooraf geleerde kennis een lerende in staat stelt antwoorden te genereren om beter te kunnen verklaren waarom iets waar is.
Is ‘elaborative interrogation’ praktisch?
Ja, het vereist minimale oefening en heeft een redelijke tijdvereiste.
Hoe wordt de inzetbaarheid van ‘elaborative interrogation’ beoordeeld?
Elaborative interrogation heeft een gemiddelde inzet. De techniek werd in een breed scala van thema’s maar is niet altijd bruikbaar voor meer dan een feitenlijst. Voordelen voor lerenden zonder voorkennis is beperkt. Er is meer onderzoek nodig om de bruikbaarheid in andere situaties te beoordelen.