Mogelijke toetsvragen Flashcards

1
Q

Leg uit wat de triade van Beck inhoudt

A

De triade van Beck is een verzameling van drie medische symptomen die verband houden met acute harttamponnade , een medisch noodgeval wanneer overmatig vocht zich ophoopt in de pericardiale zak rond het hart en het vermogen om bloed te pompen belemmert.
Symptomen
• Gestuwde halsvenen (door verminderde diastolische vulling vh RV)
• Gedempte harttonen (Door de vloeistof rondom het hart)
• Hypotensie met een vernauwde polsdruk (Groote ventrikels verminderd -> diastolische vulling -> lager EDV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke klachten heb je bij een blow out/orbita trauma?

A
  • Bloeduitstorting
  • Zwelling ooglid
  • Verkleuring oog
  • Gespannen huid
  • Pijn rond het oog (oogkaspijn)
  • Bloeding in het wit van het oog
  • Fotofobie
  • Gevoelloosheid wangen, voorhoofd of de bovenlip
  • Verzonken of uitpuilend oog
  • Meestal pijnlijk om de mond te openen
  • Misselijkheid
  • Braken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit wat ICP is en betrek de termen monro en kellie hierbij

A

Een verhoogde ICP door oedeem, hydrocefalus, RIP of bloeding kan een belangrijke stijging van de ICP tot gevolg hebben. ICP kan leiden tot een verminderde cerebrale perfusie en daardoor tot cerebrale ischemie of tot een drukgradiënt tussen de verschillende intracraniële compartimenten en daardoor tot herniatie (verschuiving en inklemming) van hersenweefsel.

Volgens Monro-‐Kellie bestaat het volume van de hersenen uit drie componenten: bloed, liquor en parenchym. Het totale volume van de hersenen blijft altijd gelijk. Dit betekent dat bij een toename in volume van één van de drie componenten het volume van één van de twee andere componenten in volume moet afnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de symptomen bij een ICP?

A
  • Hoofdpijn
  • Braken
  • Verminderde gezichtsscherpte
  • Nekstijfheid
  • Bewustzijnsdaling
  • Subfebriele temp
  • Coma
  • Inklemming
  • Pupilverschil
  • In 20% van de gevallen Cushing respons: HT + bradycardie, Of cushing trias: hypertensie + bradycardie +
    abnormaal adehalingspatroon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wil je voorkomen bij het inklemmen van een patiënt?

A

Je wilt zorgen voor drukvermindering en het voorkomen van secundaire schade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke maatregelen neem je om te voorkomen dat iemand in klemt?

A
  • Patiënt in 30 graden anti Trendelenburg
  • Hoofd niet naar links of rechts geroteerd leggen i.v.m. dat dit de veneuze terugvloed belemmerd
  • -Bloeddrukdalingen voorkomen
  • Zorgen voor goede oxygenatie
  • ABG indien je twijfelt over goede respiratie. Bij een PCO2 >45mmHG veroorzaakt intracraniële vasodilatatie wat leidt tot verdere stijging van de ICP.
  • Voorkom stijging van de lichaamstemperatuur
  • Voorkom hyponatriemie (dit leidt tot hersenzwelling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de klachten bij een hoge luchtweg obstructie (keel?

A
  • Inspiratoire stridor
  • Onrust
  • Desaturatie
  • Onvermogen tot (hele zinnen) spreken
  • Cyanose
  • Hese stem
  • Benauwd
  • Geen ademhalingsbeweging
  • Kwijlen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een compartimentsyndroom en wat zijn de symptomen die hierbij horen?

A

Hierbij wordt de weefseldruk in de spiercompartimenten zo hoog dat de weefselcirculatie verstoord raakt en versterf van spierweefsel optreedt. Dit zie je vooral bij een onderbeen fractuur maar soms ook bij een bovenbeen/onderarm en bovenarm fractuur. De verschijnselen van een cps treedt pas na enkele uren tot enkele dagen op.
Symptomen;
- Hevig Pijn
- Zwelling en drukpijnlijke spieren
- Voet of hand bleek en gestuwd
- Geen pulsaties
- Niet kunnen aanspannen van spiergroepen
- Gestoorde sensibiliteit
- Dwangstand
- Spiergroep is extreem pijnlijk bij passieve rek

Check de 5 P’s!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Erysipelas /cellulitis (wondroos) en wat zijn de symptomen hierbij?

A
Infectieziekte van de huid en het onderhuis weefsel. Verwekker; streptokok en/of stafylokok. Ontstaan; Bij patiënten met risicofactoren zoals pre-existente verminderde lymfeafvloed in combinatie met een verstoorde huidbarrière dient men alert te zijn op het ontstaan van cellulitis of erysipelas.
Symptomen:
-	Zwelling
-	Hoge koorts
-	Rode pijnlijke huidzwelling
Behandeling; antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doe je bij een open wond bij een thorax trauma?

A

3 zijdig afplakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke temperatuur heeft het water om mee te gipsen?

A

20-23 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is je berekening van vochttoediening bij volwassenen en kinderen met brandwonden?

A

3ml / kg / %TVLO; ½ in 1e 8u ; ½ in 2e 16u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is je anamnese bij brandwonden?

A
  1. Waardoor?
  2. Hoe heet?
  3. Hoe veel?
  4. Hoe lang?
  5. Hoe laat?
  6. Maatregelen?
  7. Welk middel
  8. Hoe lang was er contact met het middel
  9. Heeft de patiënt pijn?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vanaf welke temperatuur verbrand je?

A
  • 44 graden 6 uur
  • 54 graden 30 seconden
  • 70 graden 1 seconde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doe je bij een Chemische brandwond?

A
  • Denk aan eigen bescherming.
  • Decontaminatie unit?
  • Spoelen met lauw water: 45 minuten.
  • Verwijder besmette en dreigende afknellende kleding.
  • Achterhaal de aard van het agens.
  • (Meteen doorverwijzen naar het ziekenhuis.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doe je bij een elektrische brandwond?

A
Denk aan eigen veiligheid
schakel de stroom uit
cave hart en ademstilstand
dek de wond af
meteen naar het ziekenhuis toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is belangrijk om te weten over de elektriciteit bij een elektrische verbranding?

A

wisselstroom is schadelijker dan gelijkstroom
sterkte van de stroom
tijdsduur van blootstelling
weerstand van het weefsel

weerstand van het weefsel;
geeft hitte vorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe handel je op de SEH bij een cyanide verbranding?

A

Denk bij brand ook aan mogelijke cyanide vergiftiging bij plastic, wol, zijde.
• Comateus zonder oorzaak
• Metabole acidose met hoog lactaat zonder duidelijke oorzaak!
• Zuurstof gebruik in de cel is onmogelijk.
• Op cel niveau is patiënt diep hypoxisch.
• O2 toedienen helpt niet!

Bij vergiftiging moet een slachtoffer snel een zogenaamde cyanokit (hydroxocobalamine) intraveneus worden toegediend. Hydroxocobalamine bindt direct met cyanide tot een andere vorm van vitamine B12, cyanocobalamine, die via de urineweg wordt uitgescheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe handel je bij een epistaxis?

A
  • rustig rechtop zitten met het hoofd licht naar voren, adem door de mond
  • snuit 1x de neus
  • Neus goed dichtknijpen onder het harde bot zeker 10 minuten (2x herhalen indien het niet werkt)
  • Gedraaid propje met watten in de neus doen (evt. xylometazoline op druppelen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Benoem welke ziektebeelden buikpijn rechts kunnen veroorzaken

A
  • Pancreatitis
  • Cholelithiasis
  • Ulcus
  • Strengileus
  • Mesenteriale trombose
  • Appendicitis
  • Diverticulitis
  • Hernia inguinalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Benoem de oorzaken van een ileus

A
Oorzaak Ileus
Mechanische obstructie:
-	Obstructie doorgang (tumor)
-	Abces
-	Verklevingen
-	Volvulus (draaiing darm)
-	Invaginatie van de darm
Paralytische ileus:
De spieren van de darmwand liggen stil. Vaak door een infectie, trauma of een neurologische aandoening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een aneurysma en welke symptomen kun je hierbij verwachten?

A

Een aneurysma is een pathologische verwijding van een arterie. Vaak wordt dit veroorzaakt door het atherosclerotische ziekteproces. Het zorgt voor degeneratieve veranderingen in glad spierweefsel en bindweefsel.
• ontstaat t.g.v. een scheur in de intima
• meestal proximaal naar distaal, veelal in proximale aorta ascendens in eerste 5 cm vanaf aortaklep en in aorta descendens thoracalis
• hoge mortaliteit bij ruptuur van aorta

  • trekkend/scheurend
  • precordiaal en infrascapulair
  • uitstralend naar schouder, nek, arm, kaak, abdomen en heupen
  • soms pijn verschuivend naar distaal bij progressie dissectie
  • soms symptomen passende bij infarct door dissectieflap in arterie (hart, hersenen, nieren, darmen)
  • Pulserende massa/zwelling in de buik
  • nausea, diaphorese, vomitus
  • collaps
  • doodsangst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de behandeling van een aortadissectie

A
  • nauwkeurige observatie op CCU, m.n. bloeddruk en mictie
  • arteriële drukverlaging d.m.v. bijv. nitroprusside en metoprolol
  • streven naar bloeddruk net adequaat voor goede perfusie cerebraal, coronairen en renaal
  • N.B. nitroprusside kan hartslag verhogen, dus altijd bètablokkade erbij
  • Pijnbestrijding (analgetica en sedatie)
  • chirurgie: afhankelijk van type dissectie, in principe altijd bij type A
  • medicamenteus: bij type B indien geen organen bedreigd of symptomatische of uitbollend aneurysma aanwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat gebeurd er bij de ziekte van Addison?

A

Bij de ziekte van addison maken de bijnieren te weinig hormonen aan. Vaak ten gevolge van een ontsteking maar meestal door een primaire bijnierschorsinsufficientie. Hierdoor is er onvoldoende productie van cortisol, aldosteron en bijnierandrogenen.
Symptomen;
- ernstige vermoeidheid
- anorexie
- gewichtsverlies
- buikklachten
- spierzwakte
- psychische symptomen
- lage bloeddruk met orthostatische duizeligheidsklachten
Diagnose; door lab afname en het vinden van verlaagde plasmacortisolspiegels in combinatie met een verhoogd ACTH spiegel (hypofysehormoon)

Bij immuuntherapie; vaak bijnierschorsinsufficiëntie. (cortisol afnemen voor je de behandeling start)
 Hydrocortison, prednison, iets van steroïden geven.
Steroïden; bijnierschorsinsufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat gebeurd er bij een DKA

A

Insuline probleem. De cellen krijgen geen energie omdat glucose niet helpt het in de cel te transplanteren. Lichaam gaat over op vetverbranding. Dan ontstaan er ketonen en deze stapelen zich op in het lichaam.

Insuline trekt het kalium de cel in. Als je dit niet geeft dan krijg je een hypokaliëmie.
Dus; kalium bepalen via een ABG. Dan vocht met kalium en glucose en insuline
(vaak braken maar ook het uitplassen van elektrolyten; raken ook gedehydreerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is bij HIV en hepatitis de kans op overdracht?

A

BIJ HIV Prikaccident; 0.3% kans op overdracht
Bij hepatitis B; prikaccident 25% kans op overdracht
–> Als je goed gevaccineerd bent dan is de overdracht van hepatitis B minimaal tot niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is het fat-pad sign? En wat zie je op de röntgen foto?

A

Breuk = bloeding in kapsel = kapsel zet uit = kapsel bevat vet, dit zie je op foto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Benoem de uiterlijke kenmerken van een spanningspneu

A
  • Perifere cyanose
  • Bewustzijnsdaling/verlies
  • Dyspnoe
  • 1 thoraxhelft komt maar omhoog
  • Tracheashift
  • Gestuwde halsvenen
  • Hypoxemie
  • Tachycardie
  • Hypotensie
29
Q

Wat voor soort shock veroorzaakt een spanningspneu?

A

Obstructieve shock.

30
Q

Benoem 5 voorbeelden van thorax problemen/ziektebeelden.

Benoem bij ieder ziektebeeld een voorbeeld van wat je hierbij ziet.

A
  1. Haemathorax; Door een maligniteit of trauma. Je ziet ernstige dyspnoe, versnelde ademhalingsfrequentie, pijn, cyanose, onrust, hypotensie
  2. Spanningspneu; door trauma. Je ziet perifere cyanose, dyspnoe, intrekking aan 1 kant, gestuwde halsvenen
  3. Exacerbatie COPD; benauwd, hoesten, slijm (roze sputum), kortademigheid, geen volzinnen
  4. Pneumonie; hoesten, kortademigheid, tachycard, tachypnoe, moe, pijn bij inademen
  5. Hartinfarct; pob, zweten, misselijk, overgeven, bleek, moeilijk ademhalen, angst
  6. Longembolie; pijn bij ademen, slijm of bloed ophoesten, hartkloppingen, sneller en moeilijker ademen
  7. Harttamponnade; bleek, tachycard, kortademig, benauwd, vermoeid, transpiratie, collaps, hypotensief
31
Q

Benoem de 5 ottowa enkle rules

A

Volgens de regels van de ‘Ottawa ankle rules’ is er een indicatie voor röntgendiagnostiek van de enkel of de middenvoet indien de patiënt pijn aangeeft in het malleolaire gebied en er sprake is van:

  • Onvermogen de enkel te belasten (vier stappen 2×2-lopen zonder hulp); of
  • Pijn bij palpatie van dorsale of caudale zijde van de laterale malleolus (onderste 6 cm); of
  • Pijn bij palpatie van dorsale of caudale zijde van de mediale malleolus (onderste 6 cm); of
  • Pijn bij palpatie van de basis van het os metatarsale V; of
  • Pijn bij palpatie van het os naviculare.
32
Q

Welke anamnese vragen stel je bij iemand met buikklachten?

A
  • Hoe is de pijn begonnen?
  • Waar zit de pijn?
    • slecht te lokaliseren  prikkeling viscerale peritoneum
    • goed te lokaliseren  prikkeling pariëtale peritoneum
  • Heeft de pijn zich verplaatst?
  • Is er pijn bij bewegen? (koliekpijn/vervoerspijn)
  • Is de pijn steeds even hevig of zijn er pijnvrije intervallen?
  • Straalt de pijn uit?
  • Gynaecologische vragen
33
Q

Benoem de 4 F factoren die bij een Cholelithiasis kunnen voorkomen

A

Fat
Female
Forty
Fertile

34
Q

Waarom geef je zuurstof bij een inhalatietrauma?

A

Je geeft altijd 100% O2 om COhb uit te wassen

35
Q

Wanneer stuur je volwassenen en kinderen door naar een brandwondencentrum?

A
  • Volwassenen > 10% TVLO
  • Kinderen >5% TVLO
  • > 5% diepe verbranding
  • Verbranding functionele gebieden (hoofd/hals/handen/voeten/genitaal/grote gewrichten
  • Elektrisch / chemisch
  • Inhalatietrauma
36
Q

Benoem minstens 5 complicaties na het aanleggen van een gipsspalk

A
Veneuze stuwing
	Decubitus vs. Schaafplekken
	Trombose
	Acuut compartiment syndroom
	Dystrofie
	Zenuwcompressie
	Verslechtering van stand door therapie ontrouw
37
Q

Welke 9 soort fracturen zijn er?

A
  1. Dwars : sneller bij contusie
  2. Schuin : sneller bij contusie
  3. Spiraal : door distorsie, bv: ski, nooit bij kinderen
  4. Comminutief : verbrijzeling, hoge kinetische energie
  5. Segmentaal : 2 breuken in bot
  6. Avulsie : afrukfractuur door pees
  7. Impactie : compressie, in elkaar
  8. Torus : bobbel, periost intact
  9. Greenstick : 1 kant periost stuk
38
Q

Benoem de 5 stappen die je uitvoert bij een traumatische amputatie

A

1) Wonddruk toepassen, eventueel aanleggen Tourniquet.
2) Maak het geamputeerde lichaamsdeel schoon (spoelen met Ringerlactaat)
3) Wikkel in bevochtigd steriel gaas en plaats het in plastic zak.
4) Transporteer deze plastic zak in een tas met ijs.
5) Lichaamsdeel niet direct tegen het ijs (i.v.m. bevriezing)

39
Q

Wat zijn de 4 fasen van wondgenezing?

A
  1. Hemostase minuten tot uren, vasoconstrictie, plaatjesaggregatie
  2. Inflammatie 1 tot 4 dagen, aantrekking ontstekingscellen, ontstekingsreactie (5)
  3. Proliferatie Epithelialisatie; angiogenese, collageen
  4. Remodelering 6 maanden tot 2 jaar, maturatie/ wondcontractie
40
Q

Wat is cellulitis en wat zijn de oorzaken en symptomen

A

Acute, subacute of chronische ontsteking van het onderhuids vet en bindweefsel. Hoofdzakelijk door S. aureus.

Oorzaken: Verstoorde huidbarrière (porte d’entrée), overgewicht, verminderde veneuze/arteriële circulatie
Differentiaal diagnose: DVT, vasculitis, erythema migrans, insectenbeet

Symptomen: onscherp begrensde roodheid; warm, rood, peau d’orange, lymfeklieren, koorts, risicofactoren voor MRSA, disproportionele pijn. Erytheem aftekenen.

41
Q

Wat zijn taken van de triagist?

A
  • Accurate prioritering van de patiënten
  • Protocollen en interventies toepassen op de triage
  • Pijnstilling en eerste hulp geven
  • Informatieverstrekking
  • Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines
  • Plaatsing patiënten op de afdeling / veilig wachten op behandeling
  • Managen van wachtkamers
  • Re-triage
42
Q

Hoe vang je een geintoxiceerde patient op?

A
Middels piraat;
Primaire opvang
Identificatie agens en antidotum
Risico inschatting
Absorptie verminderen en eliminatie bevorderen
Aanvullende onderzoeken
Therapie en traject
43
Q

Welke lichamelijke symptomen zie je bij het sympathicomimetisch toxidroom (ine’s)

A
  • Mydriasis
  • Tachycardie (bradycardie bij pure alfa blokkers)
  • Hypertensie/hypotensie
  • Hyperpyrexie (>41 °C)
  • Diaphoresis
  • Hyperreflexie
  • Insulten
  • Breedcomplex dysritmie (ernstig geval)
  • Pilo‐erectie (= kippenvel)
  • Excitatie/agitatie
44
Q

Welke middelen veroorzaken het Sympathicomimetisch syndroom?

A
  • Cocaine
  • (Meth)amfetamine
  • Efedrine
  • Fenylefrine
  • Phencyclidine (PCP, ‘Angel dust’)
  • OTC decongestiva (xylometazoline)
45
Q

Wat is de behandeling bij het Sympathicomimetisch syndroom?

A
Behandeling:
• Decontaminatie
• Benzodiazepine
• Alfa/beta blokkade
• Supportive care:
• Acidose/hyperkaliëmie
• Hyperpyrexie (koelen/dantroleen)
• Dehydratie
• Myocard infarct
• CVA
• Rhabdomyolyse (afbraak van spierweefsel)
• Hyponatriëmie (waterintoxicatie – MDMA)
46
Q

Welke lichamelijke symptomen zie je bij het anticholinerg toxidroom (anti)

A
  • ‘Droog toxidroom’
  • Milde hyperthermie (geen hyperpyrexie)
  • Flushing (vasodilatatie)
  • Droge mond/huid
  • Mydriasis
  • Delirium (mompelende spraak, motore onrust)/hallucinaties
  • Tachycardie
  • Urineretentie
  • Verminderde peristaltiek
  • Ernstige gevallen: insulten, dysritmieën
47
Q

Welke middelen veroorzaken het anticholinerg syndroom?

A
  • Antihistaminica
  • Tricyclische antidepressiva
  • Atropine (ACh competitive inhibitor)
  • Anti‐Parkinson middelen (amantadine)
  • Scopolamine (buscopan)
  • Antipsychotica
  • Amanita muscaria (Vliegenzwam)
  • Datura stramonium (Doornappel)
48
Q

Wat is de behandeling bij het Anticholinerg syndroom?

A
  • Behandeling:
  • Decontaminatie
  • Supportive
  • Insulten
  • Hypertensie
  • Hyperthermie
  • Ritme stabilisatie
  • (Fysostigmine: cholinesteraseremmer)
49
Q

Welke lichamelijke symptomen zie je bij het cholinerg toxidroom?

A

‘Nat toxidroom’
• Remming van enzym cholinesterase → ophoping acetylcholine in de synapsspleet

DUMBELLS
• Diarrhea, diaphoresis
• Urinary incontinence
• Miosis
• Bradycardia
• Bronchosecretions
• Emesis
• Lacrimation
• Lethargisch
• Salivation
50
Q

Wat is de behandeling bij het Cholinerg syndroom?

A
  • Behandeling:
  • Decontaminatie!!
  • Atropine
  • Pralidoxime (reactiveert cholinesterase)
51
Q

Welke lichamelijke symptomen zie je bij het sedatief/hypnotisch?

A
  • Verlaagd bewustzijn
  • Verwardheid
  • Delirium
  • Ataxie
  • Coma
  • Miosis/mydriasis
  • Hypothermie
  • Hypotensie
  • Bradypnoe
  • Nystagmus
52
Q

Welke middelen veroorzaken het sedatief/hypnotisch syndroom?

A
  • Benzodiazipines
  • GHB (gammahydroxyboterzuur)
  • GBL (gamma‐butyrolacton, afkomstig uit…?)
  • Alcohol
  • Cannabis
  • Vaak combinaties!
53
Q

Wat is de behandeling bij het sedatief/hypnotisch syndroom?

A

Decontaminatie
• Supportive care
• Flumazenil (anexate) bij benzo’s

54
Q

Welke lichamelijke symptomen zie je bij het opioiden toxidroom?

A
  • Miosis
  • Bradycardie
  • Hypotensie (cardiovasculaire depressie)
  • Hypoventilatie
  • Coma
  • Hyporeflexie
  • Verminderde peristaltiek
55
Q

Welke middelen veroorzaken het opioiden syndroom?

A
  • Morfine
  • Fentanyl
  • Tramadol
  • Heroïne
  • Methadon
56
Q

Wat is de behandeling bij het opioiden syndroom?

A

Behandeling:
• Decontaminatie
• Naloxone (Narcan)
• Cave: lab en/of CT scan!

57
Q

Welke lichamelijke symptomen zie je bij het serotonine toxidroom?

A
• Veranderd bewustzijn
• Hyperthermie
• Agitatie/bewegingsdrang
• Tremor
• Myoclonus
• Hyperreflexie
• Ataxie (gestoorde coördinatie)
• Diaphoresis
• Diarree
• QT tijd verlenging
• Vaak trias van veranderd bewustzijn, autonome instabiliteit en verhoogde
neuromusculaire activiteit
58
Q

Welk antidotum wordt bij een paracetamol intoxicatie gegeven?

A

Acetylcysteine

59
Q

Wat is het verschil tussen een acuut en een chronisch subduraal hematoom?

A
  • Acuut: jong, ernstig trauma, meteen, trepanatie (opening schedel), slecht herstel
  • Chronisch: oud, klein trauma, beloop in wkn tot mndn, goed herstel, boorgaten
60
Q

Wat is het verschil tussen primair en secundair letsel?

A

De primaire schade is de schade die direct door het ongeval wordt veroorzaakt. De directe mechanische schade aan hersenweefsel en schedel.

De secundaire schade is de schade die ontstaat na het ongeval.
De behandeling van een trauma patiënt met hersenletsel is erop gericht secundaire schade te voorkomen of te beperken.

61
Q

Wat is het onderhoudsinfuus bij kinderen met brandwonden?

A

0-10 100ml per 24u
10-20kg +50ml per 24u
20-30kg +20 per 24u
Bij orale intake verlagen

62
Q

Bij het TVLO bij kinderen, hoe bereken je de benen en het hoofd als het kindje ouder is dan 1 jaar?

A

Vanaf 1 omhoog dus dan gaat van de 18% een leeftijd maal percentage eraf

Dus vier jaar 18-4*1= 14%

Benen plus 0,5 per jaar 14+4*0,5= 16%

63
Q

Waarom krijgen Patiënten met een TVLO groter dan 25%, gegeneraliseerd oedeem?

A

Dit wordt veroorzaakt door een toegenomen vasculaire permeabiliteit en leidt tot een hypovolemische shock. Bloeddruk meten kan niet altijd en onbetrouwbaar

64
Q

Hoeveel % krimpt de huid bij een diepe brandwond?

A

10%

Hierdoor en door de oedeemvorming kan de druk in de weke delen oplopen -> veneuze stuwing en later arteriële obstructie ontstaat. Dan een ontlastingsincisie (escharotomie). Ledematen hoogleggen, dit beperkt de zwelling en doorbloedingsstoornissen. Let ook op hersenoedeem door snoerende brandwonden in het hoofd-hals gebied en belemmerde ademhaling door circulaire verbranding van de thorax.

65
Q

Wat is cellulitis en wat zijn de oorzaken en symptomen?

A

Acute, subacute of chronische ontsteking van het onderhuids vet en bindweefsel. Hoofdzakelijk door S. aureus.

Oorzaken: Verstoorde huidbarrière (porte d’entrée), overgewicht, verminderde veneuze/arteriële circulatie

Differentiaal diagnose: DVT, vasculitis, erythema migrans, insectenbeet

Symptomen: onscherp begrensde roodheid; warm, rood, peau d’orange, lymfeklieren, koorts, risicofactoren voor MRSA, disproportionele pijn. Erytheem aftekenen.

66
Q

Wat is erysipelas en wat zijn de oorzaken en symptomen?

A

Wondroos, acute bacteriële infectie door streptokokken. Dermis, oppervlakkige subcutis

Oorzaken: verstoorde huidbarrière (porte d’entrée), overgewicht, verminderde veneuze/arteriële circulatie,

Symptomen: acuut, scherp begrensde roodheid, voelbare rand, progressief en gepaard met koorts

67
Q

Wat zijn de symptomen bij een hematothorax (bloedverlies in de pleurale ruimte)

A
  • Doffe percussietonen
  • Verminderd ademgeruis
  • Dyspneu, tachycard, hypoxie, hypotensie
68
Q

Wat zijn de symptomen bij een fladderthorax? (oorzaak rib #)

A
  • Pijn vast aan ademhaling
  • Oppervlakkige ademhaling
  • Abnormale thoraxbeweging
  • Crepetaties
  • Hypoxie, tachycardie