Brandwonden Flashcards

1
Q

Wat houdt een 1e graads verbranding (epidermaal) in en wat voor 5-punts klinisch onderzoek voer je uit?

A

Betekenis:
Geen verlies van huid

5-punts klinisch onderzoek:

  1. Geen blaren
  2. Roodheid intacte huid
  3. CR (capillaire refill):normaal/snel
  4. Soepel-normaal
  5. Pijnlijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt een oppervlakkige 2e graads verbranding (dermaal) in en wat voor 5-punts klinisch onderzoek voer je uit?

A

Betekenis:
Minimaal verlies dermis

5-punts klinisch onderzoek:

  1. Intact of kapotte blaren
  2. Roze/rood glanzend
  3. CR: normaal/snel
  4. Soepel-normaal
  5. Zeer pijnlijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt een diepe 2e graads verbranding (dermaal) in en wat voor 5-punts klinisch onderzoek voer je uit?

A

Betekenis:
Meer verlies van dermis. Epitheeleilandjes die soms nog wel en soms niet meer conflueren uit zweetklieren en haarfollikels

5-punts klinisch onderzoek:

  1. Intacte of kapotte blaren
  2. Roze/witte plekken, weinig glans
  3. CR: traag
  4. Stugger-stroever
  5. Pijnlijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt een 3e graads verbranding (subdermaal) in en wat voor 5-punts klinisch onderzoek voer je uit?

A

Betekenis:
Volledig verlies van dermis. Epitheeluitgroei uitsluitend vanuit de randen

5-punts klinisch onderzoek:

  1. Voornamelijk kapotte blaren
  2. Dof wit/geel/bruin/rood
  3. CR: afwezig
  4. Stug-leerachtig
  5. Weinig tot niet pijnlijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt een vierdegraads verbranding in?

A
  • Verkoling
  • Zwart
  • Huid, subcutis, pezen en spieren
  • Vaak amputatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke signalen ben je alert bij de Airway als je een verbrande patiënt opvangt?

A

brandwonden in de nek of in het gelaat;
verschroeide wenkbrauwen en/of neusharen;
roet en/of brandwonden in de mond-/keelholte;
zwart sputum (roet);
heesheid;
aanwezig geweest in een brandende ruimte?;
explosie met brandwonden op hoofd of romp;
carboxyhemoglobine hoger dan 10%.

Stridor is een indicatie voor directe intubatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke signalen ben je alert bij de Breathing als je een verbrande patiënt opvangt?

A
  • direct thermisch letsel; met oedeem/obstructie van de bovenste luchtweg;
  • inhalatie van verbrandingsproducten en toxische gassen met chemische tracheo- bronchitis, oedeem en pneumonie;
  • koolmonoxide (CO) intoxicatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke interventie voer je uit in de Circulation als je een verbrande patiënt opvangt?

A

Bijhouden urineproductie
2x IV toegang
Labafname (bloedgroep, kruisserum, bloedbeeld, elektrolyten, nierfunctie, aanwezigheid CO)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke interventies voer je uit bij de Disability als je een verbrande patiënt opvangt?

A

AVPU
pupillen beoordelen via pearll
Glucose controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke interventies voer je uit bij de Exposure/Environment als je een verbrande patiënt opvangt?

A

Alle kleding en sieraden moeten verwijderd worden. Let er wel op dat kleding die zit vastgebrand in de huid, niet wordt losgemaakt. Hierbij moet verder gezorgd worden dat de patiënt niet afkoelt; warme infuusvloeistoffen, warme omgevingstemperatuur, dekens, enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekend TVLO?

A

Het Totaal Verbrand Lichaams Oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt de TVLO bij een volwassen persoon berekent?

A
Volgens de regel van 9.
Hoofd = 9
Linker arm = 9
Rechter arm = 9
Voorkant is 18
Achterkant is 18
Boven en onderbeen links is 18
Boven en onderbeen rechts is 18
Kruis is 1%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt de TVLO bij een kindje berekent?

A
Hoofd = 18%
Voorkant = 18%
Achterkant = 18%
Linkerarm = 9%
Rechterarm = 9%
Linkerbeen = 14%
Rechterbeen = 14%
Kruis = 1%

voor elk jaar ouder dan 1 jaar: Hoofd: -1% (minus 1 %); been: + 0,5%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke rekenformule gebruik je bij volwassenen die een Fluid resuscitation moeten krijgen?

A

Bij volwassenen: vanaf 20% TVLO:
3 ml Ringerslactaat x kg lichaamsgewicht x %TVLO / 24 uur.

Geef de HELFT van de berekende hoeveelheid infusie

in de eerste 8 uur
&

de resterende HELFT in de volgende 16 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke rekenformule gebruik je bij kinderen die een Fluid resuscitation moeten krijgen?

A

Bij kinderen: vanaf 20% TVLO:
3 ml Ringerslactaat / kg lichaamsgewicht / %TVLO / 24 uur + een onderhoudsinfuus met glucosehoudende infuusvloeistof om hypoglycaemie te voorkomen (Glucose alleen voor jonge kinderen onder of gelijk aan 30kg lichaamsgewicht):
o 100 ml Gluc/NaCl / kg voor de eerste 10 kg lichaamsgewicht
o 50 ml Gluc/NaCl / kg voor de tweede 10 kg lichaamsgewicht
o 20 ml Gluc/NaCl / kg voor de derde 10 kg lichaamsgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 9 aanvullende maatregelen voer je op de SEH uit bij een verbrand persoon?

A
  • Röntgen diagnostiek volgens ATLS-richtlijnen.
  • Voorkom het geven van vochtbolussen tenzij er sprake is van hypotensie.
  • Maagsonde inbrengen bij: misselijkheid en braken; >20% TVLO.
  • ECG-monitoring nodig bij cardiale pathologie door o.a. hoog voltage stroomdoorgang; CO-intoxicatie; HCN-intoxicatie; hypovolemie; hypoxemie; pre-existent hartlijden.
  • Reanimatie in geval van circulatie- en/of ademstilstand na hoog voltage stroomdoorgang is zeker zinvol; schade kan reversibel zijn.
  • Tetanusprofylaxe is geïndiceerd bij alle brandwonden.
  • Antibiotica en corticosteroïden worden in principe niet toegepast in de acute fase.
  • Pijnbestrijding in de vorm van paracetamol en/of opiaten. NSAID’s zijn gecontra-indiceerd omdat zij de epithelialisatie belemmeren. Bij grotere brandwonden verdient intraveneuze toediening de voorkeur. Het afdekken van de wonden kan al veel verlichting van de pijn geven.
  • Sedatie kan toegepast worden bij patiënten die erg onrustig zijn door angst, hypoxemie of hypovolemie. CAVE: maskering van tekens van hypoxie en hypovolemie.
17
Q

Hoe behandel je een chemische verbranding?

A

Het is heel belangrijk de chemicaliën zo snel mogelijk te verwijderen door te spoelen met water gedurende ten minste 20 – 30 minuten

Andere neutraliserende producten dan water leveren geen voordelen op, omdat de reactie tussen de chemicaliën en het neutraliserende product ook hitte kan produceren en zo zorgt voor meer schade aan de weefsels.

18
Q

Hoe behandel je een elektrische verbranding? (stroom of bliksem)

A

Er wordt meteen gestart met vocht resuscitatie tot een diurese van 100 ml/h bij volwassenen. Deze patiënten worden geopereerd: exploratie, fasciotomie en necrotectomie. Slachtoffers van hoogvoltageletsel dienen 24 uur ritmebewaking te krijgen aan de telemetrie, met daarbij controle van cardiale enzymen.

19
Q

Hoe behandel je een Teer en asfalt verbranding?

A

De behandeling omvat een snelle koeling van de teer en verzorging om verder trauma te voorkomen tijdens het verwijderen van de teer.

20
Q

Welke 5 punts anamnese vraag je uit bij een verbranding?

A
- 1 Waardoor?
• 2 Hoe heet?
• 3 Hoe veel?
• 4 Hoe lang?
• 5 Maatregelen?
• 6 Hoe laat?
21
Q

Bij welke temperatuur verbrand je?

A
Temperatuur en duur:
Vanaf welke temperatuur verbrand je?
• 44 graden 6 uur
• 54 graden 30 seconden
• 70 graden 1 seconde
22
Q

wanneer wordt iemand verwezen naar een brandwonden centrum?

A
  • TVLO>10% bij volwassenen
  • TVLO>5% bij kinderen en bejaarden
  • Diepe brandwonden>5% TVLO
  • Diepe brandwonden in functionele gebieden
  • Elektrische of chemische verbrandingen
  • Inhalatietrauma
  • Nevenletsel of pre-existente afwijkingen
23
Q

Wat zijn de criteria bij transport naar een brandwondencentra?

A
Plaatsingsmogelijkheid
Maatregelen voor transport
rechtopzittend bij hals/nek verbranding en inhalatietrauma
zuurstof geven
startsnelheid en samenstelling infuus
blaascatheter bij infusie en verbranding genitaliën
pijnbestrijding
Stabilisatie en documentatie
24
Q

Wat zijn de symptomen van een inhalatietrauma?

A
  • Aangezichts- en hals-/nekverbrandingen
  • Verbrande/verschroeide neusharen
  • Schorre stem/heesheid
  • Inspiratoire stridor
  • Koolstofdeeltjes in speeksel
  • Roet, zwelling, roodheid mond/keelholte
25
Q

wat zijn de verpleegkundige controles bij een verbrand persoon?

A
• Urineproductie 0.5 tot 1ml/kg lich.gew. per
uur
• HF<120 min
• RR>100 systolisch.
• O2 saturatie> 90%
• Bewustzijn/comaschaal
• AF< 22 min
• Temperatuur<38.5
• Functie maagdarmkanaal
26
Q

Welke formule voor vocht resuscitatie houdt je aan bij volwassenen en kinderen?

A
o Urineproductie
– Volwassenen 0.5 ml/kg/uur
– Kinderen 1.0 ml/kg/uur
o Blaascatheter is noodzakelijk
o Bij onvoldoende urineproduktie:
– Geef extra vocht
o Bewaken parameters
27
Q

Bij wie en wanneer is extra vocht geven nodig?

A
Kinderen
Inhalatietrauma
Elektriciteitsletsel
Uitgestelde vochtresuscitatie
Dehydratie
– Brandweerlieden
– Geïntoxiceerde patienten
28
Q

Welke 5 punten bekijk je bij het 5-punts-onderzoek bij een verbrand persoon?

A

5 punts-onderzoek

  • Blaren (= 2e graads)
  • Wondaspect (kleur)
  • Soepelheid (gevoel)
  • Capillaire refill (4 sec indrukken)
  • Pijn