Micro Flashcards
Waarom is voorstudie van essentieel belang voordat men aan rechtsvergelijkend onderzoek begint?
voorstudie is essentieel omdat het een grondig begrip van de te vergelijken rechtsstelsels mogelijk maakt voordat men rechtsvergelijkend onderzoek begint. Zonder deze voorbereiding is het moeilijk om effectief vergelijkingen te maken en relevante inzichten te verkrijgen.
Hoe beïnvloedt taalkennis het rechtsvergelijkend onderzoek?
Taalkennis is van cruciaal belang bij rechtsvergelijkend onderzoek. Als men niet de native taal van het rechtsstelsel beheerst, is men afhankelijk van vertalingen, die mogelijk verkleuringen bevatten. Taalkennis verhoogt de nauwkeurigheid en diepgang van het onderzoek.
Wat is het belang van vergelijkbaarheid van rechtsstelsels/regelingen bij rechtsvergelijkend onderzoek?
vergelijkbaarheid is cruciaal bij rechtsvergelijkend onderzoek. Alleen vergelijkbare rechtsstelsels kunnen effectief worden vergeleken om relevante inzichten te verkrijgen. Onvergelijkbare stelsels kunnen leiden tot onjuiste conclusies en misleidende interpretaties.tertium comparationis nodig om te vergelijken: invalshoek van waaruit er iets gemeenschappelijk is dat je kan gebruiken als noemer/eenheid om het andere ding erin te tellen zodat er een teller is die je kan vergelijken
Gemeenschappelijke noemer (= tertium comparationis) nodig:
een taal/code waarin je elk van de te vergelijken dingen kan uitdrukken. Dit zijn concepten/begrippen, die eigen zijn aan het rechtstelsel.
Hoe kunnen juridische concepten en begrippen variëren tussen verschillende nationale doctrines?
juridische concepten en begrippen kunnen variëren tussen verschillende nationale doctrines, zelfs als hetzelfde begrip wordt gebruikt. Bijvoorbeeld, het concept van “contractueel” kan verschillende betekenissen hebben in verschillende ‘rechtstelsels’ vanwege de inherente verschillen in nationale rechtsleer en interpretatie.
Wat zijn comparatieve begrippen en hoe dragen ze bij aan rechtsvergelijkend onderzoek?
Comparatieve begrippen zijn concepten die zijn ontworpen om gemeenschappelijke betekenissen en interpretaties over verschillende ‘rechtstelsels’ heen te bieden. Bijvoorbeeld, het Common Frame of Reference is een poging om een set begrippen te creëren die begrijpelijk zijn in heel Europa, om zo een gemeenschappelijke basis voor vergelijking te bieden.
Wat is de focus van de rechtsvergelijkende methode die in de 19e eeuw werd beoefend?
in de rechtsvergelijkende methode uit de 19e eeuw lag de focus op het vergelijken van aan de hand van rechtsbegrippen geformuleerde rechtsregels, met als doel de dogmatiek of de theoretische grondslagen van verschillende juridische systemen te vergelijken.). Je vertrekt vanuit de in woorden en zinnen geformuleerde regels. Je vergelijkt ze met zoals ze je aantreft in Frankrijk en Duitsland. De eenvoudigste vorm is de wetsvergelijking.opvatting van de 19e eeuw eigenlijk naïef is, omdat de regel zoals deze geformuleerd is in de wet, nooit de regel is zoals je ze hanteert als jurist. Je hanteert ze zoals de wettekst betekenis wordt gegeven door de rechters. Je neemt aan dat de inhoud van de rechtsregel wel de betekenis is die de rechter daaraan geeft of in leest
Wat wordt bedoeld met “dogmatiek” in de context van de rechtsvergelijkende methode?
In de context van de rechtsvergelijkende methode verwijst “dogmatiek” naar de leer of het geheel van opvattingen in de hoofden van juristen over wat het recht is. Het betreft de theoretische constructies en concepten die juristen hanteren om juridische regels en begrippen te begrijpen en te interpreteren.
de benadering van rechtsvergelijking in de dogmatische methode vanuit het vertrekpunt van de regels
In de dogmatische methode van rechtsvergelijking ligt de nadruk op het vertrekpunt van geformuleerde juridische regels. Juristen analyseren en vergelijken de leer en opvattingen over het recht die in de regels zijn vastgelegd. De focus ligt op de talige formulering van de regels en de interpretatie ervan binnen verschillende juridische systemen.In de dogmatische methode wordt het juridische benaderd vanuit de perspectieven van rechtsregels en -begrippen zelf, los van de specifieke maatschappelijke problemen die ze oplossen. Het gaat niet om het vertrekken vanuit concrete conflicten en functies van de regels, maar om het vergelijken van hoe regels zijn geformuleerd en geïnterpreteerd in verschillende rechtssystemen.
at is een voorbeeld van een rechtsbegrip dat in de dogmatische benadering tot problemen kan leiden?
en voorbeeld van een rechtsbegrip dat in de dogmatische benadering problemen kan opleveren, is “estoppel”. In sommige rechtssystemen, zoals in de VS, bestaat het concept van “estoppel” waarbij een partij geen argumentatie mag maken die in strijd is met een eerder ingenomen standpunt. Dit begrip kan echter afwezig zijn in andere rechtssystemen, waardoor het vergelijken van regels tussen verschillende systemen tot inaccuraatheden kan leiden.
Wat is een uitdaging bij het vergelijken van rechtsregels in de dogmatische benadering?
Een uitdaging bij het vergelijken van rechtsregels in de dogmatische benadering is dat sommige begrippen of regels in het ene rechtssysteem wel bestaan, terwijl ze in het andere afwezig zijn. Hierdoor kan het vergelijken van iets dat in het ene systeem bestaat met iets dat in het andere systeem ontbreekt tot onnauwkeurige conclusies leiden. Dit wordt versterkt wanneer niet langer alleen specifieke rechtsstelsels, maar bredere categorieën zoals continentaal en Engels recht worden vergeleken.
vb Babock:. Er is geen verschil in wettekst, maar wel in de effectieve rechtsregel doordat de rechters in België iets anders lezen in de rechtsregel dan de rechters in Frankrijk.
Hoe werd vastgesteld wat het recht was en wiens taak was het om dat recht vast te stellen in de zaak Babock?
De benadering was eerder juridisch functioneel. Het probleem werd omschreven in termen van het probleem zelf. Er werd de vraag gesteld of vreemd recht in een Belgische rechtbank als recht of als feit moest worden beschouwd. Dit bepaalde of de rechter het recht moest vinden en toepassen of dat de partijen bewijs moesten leveren.
Wat zijn de implicaties als vreemd recht als recht wordt beschouwd? Vs als feit
Als vreemd recht als recht wordt beschouwd, heeft de rechter de taak om het recht te kennen, vinden en toepassen. De rechter moet de juiste interpretatie van het vreemde recht vaststellen en dit toepassen op het geschil. Als vreemd recht als feit wordt beschouwd, moeten de partijen bewijs leveren over het vreemde recht, vergelijkbaar met het bewijzen van feitelijke omstandigheden. Het Hof van Cassatie is dan onbevoegd om feiten vast te stellen en kan alleen rechtsvragen beantwoorden.
Hoe heeft het Hof van Cassatie in babock zaak gehandeld en wat was de uitkomst?
Het Hof van Cassatie heeft de voorziening ontvankelijk verklaard, wat betekent dat vreemd recht als recht werd beschouwd. Het Hof was dus bevoegd om tussenbeide te komen. De rechter had volgens het Hof de Franse interpretatie van het recht moeten toepassen.
Wat wordt er in de zaak Babcock door het Belgische Hof van Cassatie gezegd over het behandelen van vreemd recht
n de zaak Babcock stelt het Belgische Hof van Cassatie dat hoewel vreemd recht als recht wordt beschouwd en dus door de rechter moet worden gevonden in plaats van door de partijen te worden bewezen, de rechten van verdediging nog steeds moeten worden gerespecteerd. De rechter moet aan de partijen laten weten in welke richting hij denkt en hen de kans geven om te argumenteren. Als de rechter moeite heeft met het vinden van vreemd recht, kan hij de hulp van de partijen inroepen, maar dit geldt alleen voor vreemd recht en niet voor het nationale recht. Dit is ook vastgelegd in artikel 15 van het Wetboek van Internationaal Privaatrecht (WIPR).
oe wordt de benadering van het Belgische en Engelse recht ten opzichte van vreemd recht vergeleken?
Wanneer men kijkt naar het behandelen van vreemd recht in conflicten tussen België en Engeland, blijkt dat er weinig verschil zal zijn in de uitkomst, ongeacht of het conflict in België of Engeland aan de rechter wordt voorgelegd. In België wordt het beschouwd als een rechtsvraag en worden partijen uitgenodigd om hieraan bij te dragen, zelfs tot aan het Hof van Cassatie. In Engeland, hoewel het in principe een feitenkwestie is, wordt de regel dat een hof van beroep geen oordeel velt over feiten enigszins terzijde geschoven. Deze overeenkomst in benadering tussen Belgisch en Engels recht zou niet duidelijk worden als men zich alleen op dogmatische vergelijking zou richten, zonder aandacht te besteden aan de specifieke procesbenadering en -praktijken in beide landen.
Functionele rechtsvergelijking
vergelijking van hoe een bepaald probleem (conflict) door recht geregeld/opgelost/beslecht wordt (ontstaan vergelijking civil en common)
Onderscheid tussen de externe en interne functionaliteit
= in het ene en het andere rechtstelsel op zoek gaan naar 2 regelingen die hetzelfde buitengerechtelijk soort conflict beslechten. Potentiële conflicten (verhouding WN-WG)
o Dogmatisch: vertrekken vanuit Belgisch arbeidsrecht vergelijken met VS. We gaan op zoek in VS naar analoge regel. Op heel veel punten vinden we deze niet omdat ze er niet is.
o Functioneel: het te nemen conflict in de reële wereld – hoe wordt het hier geregeld? De extern sociale functie opent je ogen om meerdere regelingen te zien die hetzelfde probleem oplossen en potentieel tot dezelfde oplossing komen.
Wat houdt het “vermoeden van gelijkenis” in volgens Konrad Zweigert?
Het “vermoeden van gelijkenis” (presumptio similitudinis), zoals geformuleerd door Konrad Zweigert in de jaren 60, stelt dat zelfs als de formulering van regel A verschilt van de formulering van regel B, de toepassing van deze regels op een concreet conflict in de meeste gevallen tot dezelfde uitkomst zal leiden.
In welke rechtsgebieden is het “vermoeden van gelijkenis” voornamelijk van toepassing?
Het “vermoeden van gelijkenis” is voornamelijk van toepassing op het privaatrecht, met name op gebieden zoals eigendom, contracten en aansprakelijkheid. Het is minder tot niet van toepassing in andere rechtsgebieden zoals sociaal recht, strafrecht, administratief recht en grondwettelijk recht. De rechtsvergelijking heeft zijn oorsprong in activiteiten van privaatrechtelijke denkers.
Waarom leidt het “vermoeden van gelijkenis” vaak tot dezelfde uitkomst, ondanks verschillende formuleringen van regels?
Ondanks dat de formuleringen van regels verschillen, leidt het “vermoeden van gelijkenis” vaak tot dezelfde uitkomst vanwege een compensatiefenomeen. Als één regel in een bepaald stelsel een verschil in uitkomst creëert ten opzichte van een gelijke regel in een ander stelsel, kan dit verschil gecompenseerd worden door andere regels die ook verschillen maar in omgekeerde zin. Dit wordt alleen duidelijk wanneer men naar de regel kijkt in de context van andere regels die samen worden toegepast op een concreet geval. Deze contextuele benadering, waarbij men naar het functionele geheel kijkt, maakt het compensatiefenomeen zichtbaar, in tegenstelling tot een louter dogmatische vergelijking die dit niet opmerkt.
: Wat zijn de kenmerken van een functionele vergelijking in rechtsvergelijking?
Het selecteert een ruimer gezichtsveld van te vergelijken regelingen, inclusief zowel juridische als niet-juridische regelingen.
Het kan gelijkenissen blootleggen die een dogmatische vergelijking over het hoofd zou kunnen zien, waardoor het functioneert als een soort “blind spot” onthuller.
Het is geschikt in situaties waarin er fundamentele verschillen zijn in doctrines tussen de betrokken rechtsstelsels, waardoor het moeilijk is om een gemeenschappelijke doctrinale noemer te vinden.
Waarom is een functionele vergelijking aangewezen bij fundamenteel verschillende doctrines?
: Een functionele vergelijking wordt aanbevolen wanneer de doctrines van de twee rechtsstelsels aanzienlijk verschillen. In dergelijke gevallen kan het lastig zijn om een gemeenschappelijke doctrinale noemer te vinden voor een traditionele dogmatische vergelijking. Een functionele vergelijking kan helpen om overkoepelende gelijkenissen en verschillen te identificeren zonder vast te houden aan een specifieke doctrinale benadering.
Wat is een risico bij het toepassen van functionele vergelijkingen?
Een risico bij het toepassen van functionele vergelijkingen is dat er een neiging kan ontstaan om de juridische verschillen te minimaliseren en te veel te focussen op sociale fenomenen. Functionele vergelijkingen kunnen leiden tot het uit het oog verliezen van de juridische aspecten en te veel nadruk leggen op de praktische gevolgen en sociale context van de regelingen. Dit in tegenstelling tot dogmatische vergelijkingen die zich voornamelijk richten op juridische doctrines en regels.
Wat zijn de kenmerken van een dogmatische vergelijking in rechtsvergelijking?
Het is mogelijk tussen rechtsstelsels die doctrinaal verwant of gelijkaardig zijn, wat inhoudt dat ze vergelijkbare doctrines en juridische principes delen.
Het is gemakkelijker, sneller en vaak kostenefficiënter dan andere vormen van vergelijking, omdat er minder bronnen nodig zijn en de focus ligt op het identificeren van verschillen in recht die voortkomen uit verschillen in doctrine. Het is bijzonder geschikt voor onderwerpen die technische regulering betreffen, zoals reglementeringen, omdat deze regelingen vaak volledig en gedetailleerd zijn en dus gemakkelijker te vergelijken.
Hoe kun je de bestaande regel vaststellen bij het uitvoeren van rechtsvergelijkend onderzoek?
: Om de bestaande regel vast te stellen bij rechtsvergelijkend onderzoek, kun je gebruikmaken van verschillende juridische formanten, zoals beschreven door Sacco:
Wetteksten: Zoek naar wetteksten die betrekking hebben op de regel die je wilt vergelijken. Dit kunnen officiële wetten en regelingen zijn. Literatuur: Bestudeer juridische literatuur en geschriften die de regel beschrijven. Vaak bevatten deze bronnen formuleringen en voorbeelden van hoe de regel wordt toegepast. Rechtspraak: Analyseer rechterlijke uitspraken (vonnissen en arresten) waarin de regel wordt toegepast op concrete gevallen. Dit biedt concrete voorbeelden van de toepassing van de regel. Illustratieve voorbeelden: Let op illustratieve voorbeelden en casusbesprekingen in de literatuur en rechtspraak die laten zien hoe de regel wordt geïnterpreteerd en toegepast.
Sacco introduceert nog twee andere soorten formanten die invloed hebben op de vaststelling van de regel:
Voorbeelden in literatuur: Juridische auteurs geven vaak illustratieve voorbeelden of concrete gevallen waaruit ze de regel hebben afgeleid. Voorbeelden in rechtspraak: Rechterlijke beslissingen bevatten concrete gevallen met feiten en de bijbehorende oplossingen.
Bij het bestuderen van deze formanten, is het belangrijk om niet alleen te kijken naar de letterlijke formulering van de regel, maar ook naar de regelmaat en herkenbare patronen die in de voorbeelden en rechtspraak naar voren komen. Hierdoor kun je de impliciete operatieve regel of declaratoire verklaringen destilleren en begrijpen hoe de regel wordt toegepast.
Hoe moet je de regel gaan achterhalen?
- Inductief: uit de formanten een regel induceren
= rule synthesis uit formanten - Falsificatie: testen theorie (leerstuk of geformuleerde regel)
o Verklarende kracht: toets aan empirie (rechtspraktijk, rechtspraakonderzoek)
o Overtuigende kracht: toets op consistentie (aan ruimere ‘theorie’, dogmatisch onderzoek)
- Deductief
= de regel uit een bepaald geval (specifieker niveau) afleiden uit de regel op algemeen niveau
= concrete beslissingen afleiden uit regels, regels afleiden uit beginselen (= subsumptie)
Wat wordt bedoeld wanneer recht wordt beschouwd als ‘geldende regels’?
Recht wordt gezien als normatieve regels die dwingend gelden. Dit perspectief komt voor in religieus recht, natuurrechtelijk denken en positivisme. Rechtsregels hebben normatieve kracht en zijn gebaseerd op rechtsbronnen en/of lokale rechtsleer.