islamitisch Flashcards

1
Q

Wat kenmerkt de westerse moderne opvatting van recht?

A

De westerse moderne opvatting van recht houdt in dat recht een menselijke creatie is die wordt gevormd door de keuzes van mensen in een samenleving. Het recht wordt gezien als het resultaat van menselijke handelingen en wordt vaak geïnitieerd door de soeverein of vertegenwoordigers van het volk, zoals in een democratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt religie gezien in de westerse moderne opvatting van recht?

A

In de westerse moderne opvatting wordt religie niet ontkend, maar beschouwd als een ander fenomeen dan recht. Religieuze gedragsnormen vormen op zichzelf geen recht, maar kunnen dienen als inspiratiebron voor de inhoud van het recht. Mensen willen vaak dat het recht in overeenstemming is met hun religieuze richtlijnen, maar recht wordt niet beschouwd als religie zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kenmerkt de religieuze opvatting van recht?

A

: De religieuze opvatting van recht houdt in dat recht een integraal onderdeel is van religie. Het recht wordt gezien als een onderdeel van religie dat samenvalt met het ware, het goede en het mooie. De inhoud van het recht wordt niet door mensen gekozen, maar wordt bepaald door het goddelijke, een bovennatuurlijke kracht die boven de mensheid en het heelal staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de taak van de mens in de religieuze opvatting van recht?

A

In de religieuze opvatting is de taak van de mens om de bovennatuurlijke wil, het absolute, te ontdekken en te ontwaren. Mensen moeten proberen te begrijpen wat recht is volgens het goddelijke plan dat de basis vormt van religie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt de relatie tussen recht en wereldlijke erkenning gezien in de religieuze opvatting?

A

In de religieuze opvatting bestaat het recht los van de erkenning of afdwinging ervan door een wereldlijke overheid. Het recht wordt gezien als een intrinsiek onderdeel van de universele ordening, zelfs als het niet formeel erkend wordt door een menselijke overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hakam (wijze)

A

functie, rol van soort arbiter in de samenleving (scheidsrechter)
= niet-geïnstitutionaliseerde vrederechter: had als rol kleinere conflicten tussen mensen in de samenleving op te lossen
= heel wat gezag in gemeenschap waarin hij leefde wegens de functie
= arbiter in conflicten op basis van gewoonterecht
= kon regels uitvaardigen die werden nageleefd (precedentenwerking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

6.3.1 Shari’ah: begrip

A

= weg naar de bron: te volgen weg naar verlossing/zielenheil
= wil van de almachtige (Allah) waaraan onderworpen Islam
= de weg langswaar je bij water geraakt: water vinden is een kwestie van leven of dood
= dat wat je moet doen volgens de Islam, als je je onderwerpt aan de God

  • Grotendeels plichtenleer: dingen die je moet doen, dingen die je mag doen, dingen die je niet mag doen (geboden, verboden, richtlijnen)
    o Alle gedragsregels zijn plichten jegens de God (almachtige)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het geldingsgebied van Shari’ah?

A

In tegenstelling tot het westerse opvatting van recht, waarbij de bindende kracht van recht beperkt is tot het grondgebied waarover de overheid heerst, geldt Shari’ah onafhankelijk van territorium. Shari’ah is de islamitische wetgeving en is bindend voor moslims op basis van hun geloof, de umma (moslimgemeenschap), waar ze zich ook bevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn niet-moslimgemeenschappen in Islamitische staten?

A

Niet-moslimgemeenschappen in Islamitische staten, ook wel dhimmi genoemd, zijn niet-moslims die wonen in staten waar de Islam en Shari’ah een belangrijke plaats innemen. Zij zijn niet gebonden door Shari’ah, behalve in de mate dat het interageert met moslims, zoals bij onderlinge verhoudingen en geschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Shari’ah vs westerse begrip ‘recht’

A

o Shari’ah is enerzijds ruimer: omvat ook hetgeen behoort binnen de Islam, volgens de religie
 Moraal
 Religie
 Zelfs omgangsvormen (etiquette), hygiëne: hygiënische voorschriften die wij allemaal naleven, maar wij noemen dit geen recht. Dit zit wel in de Shari’ah.

o Shari’ah is anderzijds enger: delen van maatschappelijk leven niet geregeld
= geen institutionalisering, geen secundaire regels
 Procedure: niet terug te vinden in de Shari’ah
 Publiekrechtelijke zaken: niet terug te vinden in de Shari’ah
 strafrecht wel!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de etymologische herkomst van het woord “Fiqh”?

A

Fiqh” is afgeleid van het werkwoord “faqaha”, wat “begrijpen” of “vatten” betekent. Het verwijst naar de inhoud van de Shari’ah (wetmatigheden volgens de Islam) die begrepen en gekend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe kan “Fiqh” vergeleken worden met westerse rechtsopvatting?

A

“Fiqh” kan worden vergeleken met de doctrine of leer in de westerse rechtsopvatting. Het vertegenwoordigt de Islamitische rechtsleer en omvat de kennis over de Shari’ah.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de twee soorten zaken die de leer van “Fiqh” omvat?

A

De leer van “Fiqh” omvat twee soorten zaken: de methode van rechtsvinding (usul al-fiqh) en de (gevonden) rechtsregels (furu ‘al-fiqh).

“Usul al-Fiqh” verwijst naar de methodenleer of methodiek binnen de leer van “Fiqh”. Het omvat gedeelde principes onder geleerden over hoe de inhoud van de Shari’ah kan worden achterhaald en hoe meningsverschillen over de Shari’ah kunnen worden beslecht.

“Furu ‘al-Fiqh” verwijst naar de tak van de leer binnen “Fiqh” die de (gevonden) rechtsregels omvat. Deze regels worden verworven op basis van de “usul”, oftewel de methodenleer die de methode geeft om de inhoud van de Shari’ah te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom wordt de Shari’ah als onfeilbaar beschouwd, terwijl Fiqh feilbaar is?

A

De Shari’ah wordt als onfeilbaar beschouwd omdat het ideaal en volmaakt is, vastgesteld door Allah. Fiqh daarentegen is feilbaar omdat het gebaseerd is op menselijke interpretatie en begrip, wat fouten en vergissingen met zich mee kan brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt bedoeld met de volledigheid en onvolledigheid van de Shari’ah?

A

e Shari’ah wordt beschouwd als volledig in termen van normativiteit, maar dat betekent niet dat de mens alle aspecten ervan al kent. Het is mogelijk om nieuwe aspecten en regels van de Shari’ah te ontdekken naarmate de samenleving evolueert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is de Shari’ah alleen gekend in de mate dat Fiqh het heeft ontdekt?

A

De Shari’ah omvat potentieel allerlei aspecten en regels die nog niet zijn ontdekt of begrepen door Fiqh. Het is alleen gekend in de mate dat Fiqh het heeft kunnen ontdekken en interpreteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom wordt de Shari’ah vaak vergeleken met het natuurrechtelijk begrip van recht in plaats van het westerse begrip van positief recht?

A

e Shari’ah wordt vaak vergeleken met het natuurrechtelijk begrip van recht omdat het wordt gezien als een inherente en goddelijke normativiteit die niet afhankelijk is van menselijke creatie. Het is moeilijk te vergelijken met het westerse positieve recht, dat gebaseerd is op menselijke wetgeving en overheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het belangrijkste verschil tussen Shari’ah en Fiqh in termen van hun relatie tot wetgeving?

A

Het belangrijkste verschil is dat Shari’ah wordt beschouwd als het inherente, goddelijke ideaal van gedrag en normen, terwijl Fiqh het menselijke begrip en interpretatie van de Shari’ah vertegenwoordigt. Fiqh probeert de Shari’ah in menselijke termen te begrijpen en toe te passen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe achterhaalt men de inhoud van de Shari’ah?
= wortel: bronneleer – hoe kunnen we de wil van DE God (Allah) achterhalen?
= Fiqh achterhaalt inhoud van Shari’ah op basis van bronnen (Usul al-Fiqh)

A

4 formele rechtsbronnen
- 2 oorspronkelijke bronnen (revelatie): gaan terug op God (Allah)
= revelatoire bronnen
o Qur’an
o Sunnah

  • 2 rationele bronnen: ontspruiten uit het denken van de mens
    o Ijma
    o Qiyas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Qur’an

A

neerslag van wat Allah heeft laten weten aan Mohammed: hoe heeft Allah dit laten weten aan Mohammed?
o Tijdens meditaties geopenbaard aan Mohammed via engel Djibril (= Gabriël) in reeks visioenen gespreid over periode 609-632
= de profeet heeft op een bepaald moment direct contact via intermediary met God. Dit is de Engel Djbril (= Gabriël). Mohammed trok zich terug om te mediteren. Tijdens die meditaties werd hij bezocht door Gabriël. Hij heeft tijdens visioenen de waarheid gezien, verteld door Gabriël.
- Qur’an creëert geen recht maar getuigt over (bestaand) recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

quran vorm

A
  • Codificatie in één boek circa 650: niet bijzonder gestructureerd
    o 114 hoofdstukken (sura): gerangschikt volgens lengte
     Mekkaanse suras (609-622): eerder theologisch, verhalen
    = waar Mohammed was tot hij is gevlucht naar Medina om daar een gemeenschap te starten

     Medinaanse suras (622-632): meer politiek wereldlijk karakter
    = periode dat Mohammed in Medina zat en politiek leider was geworden van de gemeenschap die hij daar gesticht had: verzen van Gabriël begon politiek te vertellen hoe samenleving moest gevormd worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is Sunnah in het Islamitisch recht?

A

unnah verwijst naar de normatieve levensweg, handelingen en uitspraken van de profeet Mohammed, die als voorbeeld dienen voor moslims.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat wordt bedoeld met “Hadith”?

A

hadith zijn vertellingen en verhalen die de handelingen, uitspraken en gedragingen van de profeet Mohammed beschrijven, die later zijn opgeschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de “keten van overlevering” bij Hadith?

A

De keten van overlevering verwijst naar de opeenvolgende reeks van personen die de informatie over de handelingen en uitspraken van Mohammed hebben doorgegeven van zijn tijd tot op schriftstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

: Wat is de relatie tussen Sunnah en Hadith?

A

Sunnah is afgeleid van betrouwbare Hadith, waarbij de inhoud van deze vertellingen de basis vormt voor het begrijpen van de normatieve praktijken van Mohammed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe verhoudt Sunnah zich tot de Qur’an?

A

Sunnah vult de Qur’an aan door meer gedetailleerde informatie te verschaffen over de praktische toepassing van Islamitische normen, terwijl de Qur’an de basis vormt voor het afleiden van deze normen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn rationele bronnen in het Islamitisch recht?

A

Rationele bronnen zijn gebaseerd op menselijke redenering en inzicht, en worden gebruikt om leemten in de Qur’an en Sunnah aan te vullen en om de interpretatie van de inhoud ervan te vergemakkelijken.

28
Q

Waarom is het noodzakelijk om rationele bronnen te gebruiken in de Islamitische wetgeving?

A

Antwoord: De Qur’an en Sunnah zijn onvolledig en vereisen interpretatie. Rationele bronnen worden gebruikt om deze leemten aan te vullen en om de complexe inhoud te begrijpen die niet direct duidelijk is in de oorspronkelijke bronnen.

29
Q

Wat is “Ijtihad” in het Islamitisch recht?

A

: Ijtihad verwijst naar de inspanning van moslims om de inhoud van de Shari’ah te begrijpen en te achterhalen door middel van menselijke redenering. Het is een streven om de wil van God na te leven en wordt beschouwd als een deugd.

30
Q

Wat is een “Mujtahid” in het Islamitisch recht?

A

Een “Mujtahid” is een geleerde of rechtsgeleerde die de praktijk van “Ijtihad” heeft beoefend, wat inhoudt dat ze redeneren op basis van oorspronkelijke bronnen om de inhoud van de Shari’ah te begrijpen.

31
Q

Wat is “Ijma” in het Islamitisch recht en wanneer wordt Ijtihad een bron van recht?

A

“Ijma” verwijst naar consensus binnen de moslimgemeenschap of onder geleerden. Als er consensus is over een bepaalde interpretatie of conclusie van Ijtihad, wordt Ijtihad een bron van recht, omdat de consensus legitimiteit en autoriteit aan deze interpretatie verleent.

32
Q

Wat is het verschil tussen “Ijma al-umma” en “Ijma’ al-a ‘imma” in het Islamitisch recht?

A

Ijma al-umma” verwijst naar consensus binnen de moslimgemeenschap, terwijl “Ijma’ al-a ‘imma” verwijst naar consensus onder geleerden, zoals mujtahids of imams. Beide vormen van consensus dragen bij aan de bepaling van de inhoud van de Shari’ah.

33
Q

Wat is “Qiyas” in het Islamitisch recht en hoe wordt het toegepast?

A

“Qiyas” is een vorm van Ijtihad, een analogische deductie die gebruikt wordt om regels uit de oorspronkelijke bronnen (Qur’an en Sunnah) toe te passen op analoge situaties. Het is gebaseerd op het idee van consistentie en rationaliteit in de Shari’ah, waarbij leemten in kennis worden aangevuld door analogie.

34
Q

Welke bronnen mogen als basis dienen voor “Qiyas” en welke niet?

A

: “Qiyas” mag alleen worden toegepast op basis van regels uit oorspronkelijke bronnen, zoals de Qur’an of de Sunnah. Regels gevonden via “Qiyas” kunnen niet op hun beurt dienen als basis voor nieuwe regels die via “Qiyas” worden gevonden.

35
Q

Wat is het verschil tussen “Qiyas” en “Ra’y”?

A

“Qiyas” is analogische deductie, waarbij regels uit de oorspronkelijke bronnen worden toegepast op analoge situaties. “Ra’y” daarentegen is louter persoonlijke opinie en vormt geen bron van recht in het Islamitisch recht.

36
Q

Waarom is het niet toegestaan om “Qiyas” op “Qiyas” toe te passen?

A

Het is niet toegestaan om “Qiyas” op “Qiyas” toe te passen omdat het resulteert in een niet-langer-geldige redenering en een gebrek aan consistentie met het geheel van oorspronkelijke bronnen en de Shari’ah.

37
Q

Wanneer worden de authentieke bronnen, de Qur’an en Sunnah, gebruikt voor rechtsvinding?

A

De authentieke bronnen, de Qur’an en Sunnah, worden alleen gebruikt bij zeer grote vragen of nieuwe problemen. Ze zijn geen directe rechtsbronnen en worden gebruikt voor rechtsvinding door mujtahids.

38
Q

Wat is Ijma in het Islamitisch recht en hoe verhoudt het zich tot de authentieke bronnen?

A

Ijma is consensus onder geleerden en wordt beschouwd als een rationale bron. Het moet echter ondergeschikt blijven aan de authentieke bronnen, de Qur’an en Sunnah. Ijma mag niet strijdig zijn met de Qur’an en Sunnah en vormt geen directe bron van rechtsvinding.

39
Q

Wat is Qiyas in het Islamitisch recht en hoe verhoudt het zich tot de authentieke bronnen?

A

Qiyas is analogische deductie waarbij regels uit de Qur’an en Sunnah worden toegepast op analoge situaties. Het mag alleen worden toegepast op basis van regels uit de authentieke bronnen en mag niet leiden tot strijdigheid met de Qur’an en Sunnah.

40
Q

Welke bron wordt in de praktijk vaak gebruikt door juristen en rechters in het Islamitisch recht?

A

in de praktijk is Ijma vaak de dominante bron voor juristen en rechters. Verwijzing naar de Qur’an of Sunnah door rechters die afwijkt van de consensus (ijma) wordt beschouwd als een inbreuk op de religieuze hiërarchie.

41
Q

Wat wordt bedoeld met “insidad bab al-ijtihad” in de context van het klassiek Islamitisch recht?

A

“Insidad bab al-ijtihad” verwijst naar de sluiting van de poort van ijtihad, wat neerkomt op het beperken en stoppen van persoonlijke interpretatie en zelfstandig denken als methode om de Shari’ah te achterhalen.Musannaf: die geschriften werden als enige bron beschouwd om te bestuderen om te achterhalen wat de inhoud van de Shari’ah is.
= letterlijk: “in secties of rubrieken georganiseerd”= vanaf dan enige aanvaarde formele bron van recht

42
Q

Wat is het verschil tussen ijtihad en taqlid in het klassiek Islamitisch recht?

A

Ijtihad verwijst naar het zelfstandig redeneren op basis van Qur’an en Sunnah om de Shari’ah te interpreteren. Taqlid daarentegen is het strikt volgen van bestaande consensus en interpretaties van eerdere geleerden.

43
Q

Hoe ontstonden de verschillende scholen (madhahib) van ijma binnen het klassiek Islamitisch recht?

A

erschillende scholen ontstonden binnen de fiqh als gevolg van interpretatieverschillen tussen verschillende mujtahids, waarbij een bepaalde interpretatie voldoende werd gevolgd om een consensus (ijma) te vormen.

44
Q

Hoe verschilt de benadering van taqlid tussen de madhahib binnen het klassiek Islamitisch recht?

A

De madhahib hanteren verschillende benaderingen van taqlid, waarbij sommige scholen strikter vasthouden aan bestaande interpretaties en consensus, terwijl andere scholen meer ruimte laten voor individuele interpretatie en redenering. Hierdoor kunnen er verschillen zijn in de gevonden rechtsregels.

45
Q

Wat wordt bedoeld met “madhhab” in de context van het klassiek Islamitisch recht?

A

Een madhhab verwijst naar een stroming of school binnen de fiqh (Islamitische jurisprudentie) die een specifieke benadering en interpretatie heeft van de Shari’ah.

46
Q

Hoe verschillen de madhahib in hun benadering van de bronnen van het klassiek Islamitisch recht?

A

De madhahib hechten verschillende waarden aan de bronnen van de Shari’ah, zoals de Qur’an, Sunnah, ijma en qiyas. Dit resulteert in verschillende interpretaties en uitkomsten van de Shari’ah, afhankelijk van de nadruk op bepaalde bronnen.

47
Q

Madhahib

A

jihad is goed, is proberen, inspanning leveren om de wil van god te achterhalen en na te leven. - Je bent pas moslim als je een bestaande consensus aanvaardt. Toegelaten om binnen staat verschillende consensus toe te passen voor verschillende zazken; pluralistisceh religie

48
Q

Hanafi

A

volgelingen Perzische mujtahid Abu Hanifa (irak)
= Ahl ‘ar-ra ‘y (= mensen van de redenering): deze leer is zeer bereid om de inhoud van de Shari’ah te vinden op basis van rationele argumenten. Zij hebben vertrouwen in de ratio van de mensheid en de redenering.
- Rationele benadering
- Verkiezen zelfstandige redenering (ijtihad) boven lijdzaam volgen (taqlid)
- Kenmerk dat ervoor zorgt dat er veel ruimte is voor rationele bronnen: inhoud van Qur’an kan niet beïnvloed worden

49
Q

Maliki

A

volgelingen mujtihad Abu Malik:gebaseerd op lokale gewoonten.Sunnah leefde in eerste drie generaties, nadien kreeg je overgeleverde Sunnah. - Vrije redenering en rechtsvinding niet gebruikelijk: de redenering is veel minder getolereerd. Oude gewoonten zijn belangrijk

50
Q

Shaf’i

A

volgelingen mujtahid Ibn Idris Al-Shafi

= klassieke rechtstheoretische leer
- Niet op basis van ethische en religieuze overwegingen
- Eerste rationalisatie bronnenleer: 4 usul al-fiqh
- Verwerpt onafhankelijk redeneren, lokale gewoonten, billijkheid als bron
- Intellectueel: qua juridische leer is dit de sterkste van hun allemaal

51
Q

Hanbali

A

= volgelingen mujtihid Hanbali

= meest gesloten en streng
- Gericht op traditie: qua bronnen is er niets anders dan de oorspronkelijke bronnen. Als je het niet uit de Qur’an kan halen, moet je gaan zoeken in de Sunnah. Anders is het gedaan. Deze leer is het meeste terugkijkend.
- Verwerpt elke rechtsvinding niet louter en alleen rechtstreeks gebaseerd op goddelijke openbaring
- Menselijke redenering en analogie doen afbreuk aan zuivere traditie

52
Q

Ja ‘Fari

A

Strenge leer (inhoudelijk)
- Imam (=gids) = door Allah aangestelde beschermer van geloof
 moet afstammeling van Mohammed zijn

  • In groep waarin geen levende Imam: genoodzaakt andere bronnen
     grote ruimte voor ijtihad (paradoxaal)

De leer, die enerzijds het meest strikte is en het minste vrijheid biedt, biedt hier ineens gigantische mogelijkheden omdat het toch maar over een tussenperiode gaat. Wie heeft het gezag om namens geloof te spreken? = niet de Imam (wel op papier maar weten niet waar hij is), maar een stapje lager, met name ayatu Allah. Dit is degene die met gezag kan zeggen wat de inhoud is, maar heeft een enorme vrijheid om te zeggen wat het is. Deze vrijheid treffen we in de Sunni gemeenschap niet aan. Naargelang van wie de Ayatu Allah is, kan je ernstige verschillen krijgen in de dominante leer.

53
Q

Hoe wordt de rechtspraktijk onder de Shari’ah geïnstitutionaliseerd?

A

De rechtspraktijk onder de Shari’ah is minder tot niet geïnstitutionaliseerd. Er zijn gezaghebbende auteurs en geleerden, maar er is geen overkoepelende structuur of interne logica die de rechtspraktijk bindt.

54
Q

Wat zijn kenmerken van de rechtspraktijk onder de Shari’ah met betrekking tot rechtsregels?

A

In de rechtspraktijk onder de Shari’ah ontbreken algemeen abstract geformuleerde a priori rechtsregels. De benadering is casuïstisch en gebaseerd op wat gevonden wordt in religieuze bronnen, zonder een systematische structuur van regelafleiding.

55
Q

Hoe verloopt conflictbeslechting onder de Shari’ah?

A

Conflictbeslechting gebeurt door een Qadi (rechter) die een conflict voorgelegd krijgt en een mondelinge uitspraak (Qada) doet. Er is geen precedentenwerking en de rechter mag zelf geen recht zoeken in de oorspronkelijke bronnen. Bij twijfel over de inhoud kan een advies (fatwa) van een mufti (jurisconsult) worden ingeroepen.

56
Q

Heeft rechtspraak onder de Shari’ah een rechtsvormende functie?

A

Nee, de rechtspraak onder de Shari’ah heeft geen rechtsvormende functie. Het gezag om de inhoud van de Shari’ah vast te stellen komt voornamelijk van de Fiqh (doctrine), niet van de rechtspraak. De rechtspraak speelt geen rol in de vorming van de inhoud van de Shari’ah.

57
Q

Waar komt het gezag voor de rechtspraktijk onder de Shari’ah vandaan?

A

Het gezag voor de rechtspraktijk onder de Shari’ah komt voornamelijk van de Fiqh (doctrine). Juridisch gezag ligt in ‘private’ handen, bij geleerden en jurisconsulten, niet bij de politiek of de overheid.

58
Q

Wat zijn de drie onderdelen van het recht in gemeenschappen en staten waar de islam invloed uitoefent op het recht?

A

De drie onderdelen zijn Fiqh (Islamitisch recht in enge zin), Urf (gewoonterecht) en Siyasa shar’iyya (religieus geïnspireerd bestuursbeleid).

59
Q

Wat is Urf en hoe verhoudt het zich tot de religieuze leer?

A

Urf verwijst naar het gewoonterecht of de ‘kennis’ van de gemeenschap. Het kan een rol spelen in het recht van islamitische staten en is geldig indien het niet strijdig is met de nass (Qur’an, Sunnah en schriftelijke weerslag van ijma) of met de qiyas. Urf kan ook tegenstrijdig zijn met de religieuze leer, afhankelijk van de mate waarin het strijdig wordt geacht.

60
Q

Wat is Quanun (siyasi)

A

Quanun (siyasi) verwijst naar (beleids)regels van de overheid, administratieve reglementen en wetten die worden opgelegd door de wereldlijke autoriteit. Dit houdt verband met het administratief recht en het besturen van de samenleving.

oorlogsvoering, ordehandhaving, bestuur organisatie , organisatie justitie), beheer land & grond, belastingen

61
Q

Hoe ontstond Siyasa Shar’iyya naast de Shari’ah?

A

Siyasa Shar’iyya ontstaat naast de Shari’ah als een vorm van regelgeving van de wereldlijke overheid. Het omvat het beheer van het recht en de implementatie ervan, en het is niet identiek aan de Shari’ah, maar eerder een aanvulling daarop.

62
Q

Hoe wordt het juridisch gezag van Siyasa Shar’iyya bepaald?

A

Het juridische gezag van Siyasa Shar’iyya is verbonden met het gezag van degenen die de regelgeving tot stand brengen, namelijk de wereldlijke autoriteiten. Het is territoriumgebonden en tijdsgebonden, en het kan veranderen zoals wetgeving kan veranderen.

63
Q

Wat is het onderscheid tussen Shari’ah-Fiqh en Siyasa Shar’iyya?

A

Het onderscheid tussen Shari’ah-Fiqh en Siyasa Shar’iyya zit in permanente vs. tijdelijke aard, universeel vs. plaatselijk karakter en onwijzigbaar vs. wijzigbaar karakter. Het religieuze deel van het recht is onveranderlijk en universeel, terwijl het statelijke deel veranderlijk en plaatselijk kan zijn.

64
Q

Wat is de invloed van legal westernisation op het islamitisch recht?

A

Door de opkomst van het Ottomaanse Rijk en kolonisatieperiodes, heeft legal westernisation plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot de verspreiding van wereldlijk recht, waardoor er een pluralistisch karakter ontstaat in veel islamitische samenlevingen waar zowel religieus recht als wereldlijk recht naast elkaar kunnen bestaan.

65
Q

Hoe heeft de Iraanse Revolutie het islamitisch recht beïnvloed?

A

De Iraanse Revolutie leidde tot een omkering van de evolutie, waarbij Iran terugging naar een religieus model. Traditionele opvattingen en politieke islam kregen meer invloed, met verschillende interpretaties van de religieuze leer en groepen die zelfstandig de inhoud van de Shari’ah willen bepalen.

65
Q

Wat is het onderscheid tussen traditionalisten en islamisten?

A

Traditionalisten aanvaarden de bestaande islamitische leer en zoeken inspiratie in de mussannaf. Islamisten verwerpen de bestaande leer en streven naar zelfstandige interpretatie van de oorspronkelijke bronnen, vaak gebaseerd op politieke overtuigingen.