macro Flashcards
5.3 Begrip rechtstelsel
geheel van alle juridische elementen horend bij één ‘rechtgevende’ entiteit.
Wat is het belang van een verbonden visie op sociale orde in een rechtstelsel?
: Een verbonden visie op sociale orde in een rechtstelsel bepaalt de wijze van rechtstoepassing en geeft de functie van recht in de samenleving vorm.
Wat omvat de eigen rechtsleer (doctrine) van een rechtstelsel?
De eigen rechtsleer (doctrine) van een rechtstelsel omvat:
Eigen concepten en terminologie Een eigen indeling van recht in categorieën (rechtstakken) Eigen technieken voor het uitdrukken en interpreteren van regels
Wat betekent de positivistische visie op het bestaan van rechtstelsels?
De positivistische visie op het bestaan van rechtstelsels stelt dat rechtstelsels alleen bestaan in relatie tot de instellingen van de overheid (rechtgever). Zonder een rechtgever zou er geen rechtstelsel zijn.
o Grundnorm (Hans Kelsen
een rechtstelsel is een geheel van recht met één Grundnurm. Belgische en Duitse recht zijn aparte rechtstelsels omdat ze een aparte Grundnurm hebben.
= recht als normatieve piramide: alles wat zijn geldigheid ontleent aan hetzelfde startpunt in de redenering vormt een geheel dat we zien als rechtstelsel.
= dit is religie, een mythe
o Rule of Recognition (Herbert Hart
een rechtstelsel heeft een gemeenschappelijke set van rules of recognition waarbij rechters dezelfde principes volgen om te beslissen of iets een rechtsbron is of niet.
= realistischer dan Kelsen
elke contexten beïnvloeden een rechtstelsel?
Een rechtstelsel wordt beïnvloed door de volgende contexten:
Socio-economische context Culturele context, inclusief religieuze invloeden Politieke context Juridisch-institutionele geschiedenis
Elk rechtstelsel wordt beïnvloed door kenmerken die mede worden bepaald door de omstandigheden waarin het rechtstelsel zich heeft ontwikkeld en door de historische loop der tijd.
path dependent evolution
soms gebeurt er iets waardoor het pad dat we samen doormaken en waar we conflicten voor ons krijgen die we moeten oplossen een knik geeft in ons verhaal en wat we doen.
Probleem: catalogisering
we moeten afspreken hoezeer verschillende rechtstelsels op elkaar moeten lijken om te zeggen dat ze verschillende voorbeelden van eenzelfde soort zijn, hoezeer ze moeten verschillen van elkaar om te zeggen dat ze andere soorten zijn. geen eensgezindheid over de maatstaf die moet gebruikt worden om de indeling te maken: indeling verschilt van elkaar en lijkt op elkaar, maar toch maak je een andere oefening. Vaak zitten grote discussies in de verantwoording van de indeling, niet in het resultaat ervan.
Eerste indelingen Maatstaven:
gebaseerd op externe (niet-juridische) kenmerken
= eerste oefeningen vertrokken op basis van kenmerken:
- Geografische: per land en dan per continent
- Taal: Engelse, Franse, Duitse recht
- Ras: G. Sauser-Hall, Fonction et méthode de droit comparé (1913)
levert geen inzichten over recht op zich: verlaten idee want er is geen inhoudelijk verband aangetoond tussen criteria en inhoud rechtstelsels.
5.4.2 Maatstaven: genealogie
Vertrokken vanuit kritiek op voorgaande indelingen: indelingen zijn verkeerd omdat ze stelsels indelen op basis van iets anders dan hun eigen kenmerken. Als je wetenschappelijk rechtstelsels wil indelen, moet je dit doen volgens kenmerken van dit rechtstelsels, niet iets anders of iets dat erbuiten ligt. Dingen zoals taal en regio en ras van mensen zijn geen juridische fenomenen. Rechtstelsels mogen niet ingedeeld worden op basis van niet juridische kenmerken van de samenleving. genetische’ relatie tussen ‘moeder’- en ‘dochter’-stelsels = herkomst en overgegeven element (niet externe kenmerken; zoals die eerdere) = BE is dochter van Franse
Wat is een kritiekpunt op de genealogische benadering?
Een kritiekpunt op de genealogische benadering is dat gelijkenissen tussen rechtstelsels niet uitsluitend het resultaat zijn van afstamming, maar eerder het gevolg van wederzijdse beïnvloeding, waarbij legal transplants van het ene stelsel naar het andere gaan en vice versa.
Wat is het doel van de typologische benadering van het indelen van rechtstelsels?
Het doel van de typologische benadering is om rechtstelsels in te delen op basis van hun huidige, eigen kenmerken, los van hun herkomst. Deze benadering richt zich op het begrijpen van het recht als onderdeel van de ideologie van de samenleving en baseert de indeling op analytische kenmerken.
Hoe wordt de indeling van rechtstelsels gemaakt volgens de typologische benadering?
De indeling van rechtstelsels wordt gemaakt op basis van onderliggende ideologieën, waarbij rechtstelsels worden ingedeeld in groepen zoals Westers, Socialistisch en Restcategorie (niet-Europese rechtssystemen).
Wat zijn de onderverdelingen binnen de Westerse categorie volgens de typologische benadering?
Binnen de Westerse categorie wordt onderverdeeld op basis van gehanteerde juridische technieken, zoals de opvatting over wat de rechtsregel is, de aard en onderlinge relatie van formele rechtsbronnen, en de structuur en indeling van het recht in de leer. Dit leidt tot de onderscheiding tussen Romano-Germaans en Common law.
Wat was de kritiek van Zweigert en Kötz op eerdere indelingen van rechtstelsels?
Zweigert en Kötz argumenteerden dat eerdere indelingen van rechtstelsels die gebaseerd waren op één enkele maatstaf, zoals bronnenleer of afkomst, gedoemd waren om te falen vanwege de complexiteit van het recht. Recht is multifaceted en kan niet adequaat worden ingedeeld op basis van slechts één dimensie.
oplossing zweiger en kotz:
Oplossing: recht indelen met de methodologie die lijkt op degene die gebruikt worden in cultuur- en kunstwetenschappen. Daarom hebben zij het over stijlen, niet over families/systemen.
Bundel van 5 maatstaven ‘stijl’ (literatuur, muziek, schilderkunst, architectuur)
= stijl bepalen op basis van een bundel van 5 maatstaven, niet één maatstaf.
- Historische oorsprong en ontwikkeling: geologische en historische
= toch heeft afkomst een rol te spelen in hoe wij het eindproduct nu beschouwen
- Overheersende juridische denkwijze: de juridische manier van denken
= deductief denken vanuit basisprincipes of inductief denken vanuit concrete oplossingen
= manier van denken over de rol van recht in de samenleving - Bijzondere rechtsinstellingen/figuren:
Vb. Trust in common law
Vb. Verstoting in Islamitisch recht
Vb. Het eigendomsconcept van socialistische recht
Vb. Zijdelingse vordering van Romaans recht
Vb. Culpa in contrahendo van Germaans recht - Aard rechtsbronnen en uitlegging: hangt samen met jurisdictionele organisatie
- Doorwerkende ideologische factoren (incl. relgieuze): voor zover die ideologie een invloed uitoefent op het recht (liberaal v. socialistisch)
Wat zijn de ‘Rechtskreise’ in de typologische benadering? zweigert
De ‘Rechtskreise’ zijn 8 groepen die elk staan voor een specifieke stijl van rechtssysteem op basis van de vijf maatstaven. Deze groepen zijn ontworpen om rechtstelsels in te delen volgens hun eigen kenmerken en ideologie.
Romanistisch, socialistisch, germanistisch, islamitisch, comon law, hindoe, noords en verre oosen
Wat is een kritiekpunt op de typologische benadering van het indelen van rechtstelsels? rechtskreise zweigert
Een kritiekpunt is dat de criteria niet onafhankelijk van het resultaat zijn vastgesteld en dat sommige criteria selectief zijn toegepast op bepaalde stijlen en niet op andere. Bovendien omvat de indeling bijzondere rechtsinstellingen, wat wordt beschouwd als micro-vergelijking en niet als het criterium voor macro-vergelijking.
Wat is het verschil tussen de aanwezigheid van romanisatie in common law en civil law?
n common law-systemen is er over het algemeen geen sprake van romanisatie, terwijl in civil law-systemen, zoals die in continentaal Europa, wel sprake is van romanisatie.
Hoe heeft het Romeinse recht invloed gehad op de totstandkoming van Europees recht?
Europees recht is ontstaan op basis van het Romeinse recht dat aan middeleeuwse universiteiten werd bestudeerd. Het vormde de basis voor codificaties en had invloed op de doctrine.
Waarom wordt opgemerkt dat er geen volledige romanisatie was in het common law-systeem?
De academische activiteiten die plaatsvonden op het continent, zoals het bestuderen van Romeins recht, hadden niet dezelfde invloed in Engeland. De Koninklijke rechtbanken in Engeland volgden hun eigen praktijken, zoals het werken met Writs, die niet gebaseerd waren op Romeinse leer. Het fenomeen van academici die nadenken over recht was er echter wel.