met betrekking tot algemene slaapstoornissen Flashcards

1
Q

Wanneer is er sprake van een slaapprobleem?

A

Als het welbevinden en/of functioneren overdag erdoor belemmerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 7 lichamelijke klachten die de slaap kunnen verstoren

A
Pijn
Jeuk
emoties
jetlag
invloed genotsmiddelen
medicatie
benauwdheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 5 omgevingsfactoren die de slaap kunnen beinvloeden

A
te veel/ te weinig geluid
te veel/ te weinig licht
geuren
koud/warm
hinderlijk bed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem 5 factoren die de slaap kunnen bevorderen

A
Regelmaat
min. een uur voor de slaap ontspannen
niet met volle/lege maag gaan slapen
geen alcohol/ caffeine
voldoende inspanning overdag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem een aantal lichamelijke en psychische ziektebeelden die tot langdurige slapeloosheid kunnen leiden

A

Lichamelijk: COPD, hartfalen, pijn door reuma of kanker.
Psychisch: delier, depressie, manie , psychose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het restless leg sydrom?

A

Pijnlijke, brandende of kriebelende sensaties in de benen die het inslapen bemoeilijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is PLMD?

A

Periodic Leg Movement Disorder: schokkende bewegingen van de benen in de slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Slaapapneu?

A

ademstops tijdens de slaap al dan niet door obstructie in de ademweg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is narcolepsie?

A

plotseling overdag in slaap vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem drie ziektebeelden of verschijnselen die een verband hebben met nachtelijke verwardheid

A
  1. Hypoglykemie bij diabetes patienten: tekort aan glucose in het bloed; te weinig glucose voor de hersenen.
  2. TIA: tijdelijke stoornis in het hersenweefsel
  3. Bloeddrukdaling: bloed komt met moeite en gaat veel langzamer door de hersenen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem 4 effecten van benzodiazepinen

A
  1. Bewustzijnsvermindering
  2. Angstremmend
  3. Tegengaan epileptische insulten
  4. Spierverslappend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de mogelijkheden van benzodiazepinen?

A

Kortdurend opheffing van een slaapprobleem om de kans te krijgen de natuurlijke balans te herstellen. Verminderen van angsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de beperkingen van benzodiazepinen?

A

gewenning, reboundeffect, versuffing, afname spierspanning en reactievermogen, onvoorspelbare effecten in combinatie met alcohol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly