Meervouden Flashcards
Meervouden op -s
Schrijf je eraan vast als het geen probleem met de uitspraak oplevert.
Kamers, loges, dekens, asperges, tantes, dominees, bureaus
meervoud op ‘s
Schrijf je om een uitspraakprobleem te voorkomen
Bij afkortingen: vwo’s wc’s
In woorden die eindigen op: IK HOU VAN Y’S
i: Bikini’s
ou: auto’s
a: lama’s
y: jury’s
Woorden op -ik
Je schrijf 2 k’s als de klemtoon op Ik valt
Snikken blikken likken en tikken
Je schrijft 1 k als de klemtoon niet op ik valt
Monniken viezeriken en leeuweriken
Woorden op -ie of -ee
Woorden op -ie of -ee krijgen soms een -s (Kanaries, directies), maar in andere gevallen een -n of -en
voor meervouden op -n of -en is de regel:
Je schrijft -ën erbij als de klemtoon op die ie of ee valt;
Feeën, genieën en reeën
Je schrijft -n en een trema erbij als de klemtoon er niet op valt.
Bacteriën, poriën en oliën
Woorden of -f of -s
In het meervoud wordt de F meestal een V: Kloof-kloven, staaf-staven
en de S vaak een Z: laars- laarzen, kluis- kluizen
MAAR!!! Fotograaf- fotografen
paragraaf- parafen
kaars- kaarsen
Woorden met -s of -en UITZONDERINGEN
aardappels-aardappelen
zoons-zonen
gemeenten-gemeentes
Vreemde meervouden
basis-bases of basissen
datum- data of datums (Niet data’s)
museum-musea of museums (musea’s)