Medische onderzoeken Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat is een medische anamnese?

A

Een gesprek tussen zorgverlener en patiënt om de medische voorgeschiedenis en omstandigheden die invloed hebben op het ziektebeeld te achterhalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een hetero anamnese?

A

Een gesprek met waarbij niet de patiënt maar anderen (bijv. familie) de zorgverlener inlichten over de medische voorgeschiedenis en omstandigheden met betrekking tot het ziektebeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn subjectieve en objectieve symptomen?

A

Subjectief: Door buitenstaanders moeilijk vast te leggen, er moet afgegaan worden van wat de persoon in kwestie zegt (pijn, jeuk, misselijkheid).

Objectief: door anderen vast te leggen vaak met behulp van instrumenten (koorts, hoge bloeddruk, bleekheid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een complicatie?

A

Een bijkomende verschijnsel(en) die de oorspronkelijke aandoening/ziekte erger maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt verstaan onder inspectie?

A

Het onderzoeken van een patiënt door te kijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is auscultatie?

A

Het luisteren naar lichaamsgeluiden met behulp van een stethoscoop of een hoorbuis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is percussie?

A

Een vorm van onderzoek waarmee wordt vastgesteld wat de dichtheid van een lichaamsdeel is door een slagbeweging met de vingers op het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is palpatie?

A

Het betasten van het lichaam en daarbij letten op afwijkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke organen kun je voelen in de hals door palpatie?

A
  • Lymfeklieren
  • Schildklier
  • Halsslagaders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke organen kun je voelen in de buik door palpatie?

A
  • Lever
  • Nieren
  • Darmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is rectaal toucher en waarvoor dient het?

A

Het onderzoeken van het rectum (anus & endeldarm), met als doel:

  • Het opsporen van aambeien, obstipatie, tumoren.
  • Het vaststellen van afwijkingen aan prostaat
  • Het beoordelen spanning sluitspier na trauma
  • Peristaltiek in werking zetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten bestanddelen van het bloed kunnen worden onderzocht?

A
  • Hormonen
  • Eiwitten
  • Witte/rode bloedcellen en bloedplaatjes
  • Antilichamen
  • Mineralen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan je met behulp van auscultatie beluisteren aan de borstkast?

A
  • Of er vocht tussen de borstvliezen of longen zit

- Vernauwing van de bronchiën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer is de BSE (bezinkingssnelheid van erytrocyten) verhoogd?

A

Bij een bezinkingsnelheid (BSE) test meet je de snelheid waarmee rode bloedcellen naar beneden zakken in een bloedbuis. Bij een ontsteking of infectie in het lichaam is snelheid waarmee erytrocyten naar beneden zakken in verhoogd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ontstaat kruisbloed?

A

Door bloed te kruisen/mengen met testsera die bloedgroepantilichamen bevatten kan het juiste bloed bepaald worden voor een bloedtransfusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is leukocytose?

A

Toename van aantal leukocyten (witte bloedcellen) vaak als reactie op een infectie. Leukocyten vooral gevormd in beenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is plasmaspiegel?

A

De concentratie van een stof in het plasma op een bepaald tijdstip, bijvoorbeeld de concentratie van een medicijn.

18
Q

Wat houdt een serologische onderzoek in?

A

Het bloed wordt onderzocht om te bepalen of er speciale eiwitten/ antistoffen in het lichaam aanwezig zijn.

19
Q

Wat is een liquorpunctie?

A

Er wordt liqour (vocht rondom hersenen & ruggenmerg) afgenomen voor onderzoek door met een dunne holle naald tussen de lendenwervels in de liqourruimte te prikken en hersenvocht af te tappen. Bij een aandoening van de hersenen kan de samenstelling van het hersenvocht veranderd zijn.

20
Q

Bij welke 2 aandoeningen zorgt liquorpunctie vaak voor de diagnose?

A
  • Ontstekingen → eiwitgehalte verhoogd in liqour

- Hersenbloeding → bloed in liquor

21
Q

Welke bestanddelen vind je normaal gesproken NIET in het urinesediment en welke afwijking hoort daar bij?

A
  • Gruis en kristallen → nierstenen
  • Bacteriën → aantasting nierbuisjes
  • Cilindervormige bestanddelen → aantasting nierbuisjes
  • Rode en witte bloedcellen → hematurie en leukocyturie; beschadiging/infectie
22
Q

Wat is een urinesediment?

A

Er wordt gekeken naar niet oplosbare stoffen in de urine, vloeistof wordt gescheiden van de vaste bestanddelen.

23
Q

Wat is een biopsie?

A

Er worden stukjes weefsel weggenomen op de plaats waar de afwijzing zit voor onderzoek. Dit gebeurd door middel van een naald, via een klein sneetje of tijdens een (kijk)operatie.

24
Q

Wat is een punctie?

A

Er wordt met behulp van een holle naald bloed, vocht of weefsel uit het lichaam weggenomen.

25
Q

Wat is een cytologisch onderzoek en noem daarbij twee voorbeelden

A

Er wordt met een microscoop gekeken naar de structuur en functie van de cellen, cytologie = celleer. Voorbeelden:

  • Uitstrijkje slijmvliesoppervlak bijvoorbeeld bij onderzoek baarmoederhalskanker
  • Uit lichaamsvocht zoals urine of sputum
26
Q

Wat is bronchoscopie?

A

Kijken met behulp van een starre buis of buigzame slang naar trachea, bronchiën en grote bronchustakken.

27
Q

Wat is gastroscopie?

A

Kijken in de maag met behulp van een slangetje.

28
Q

Wat is colonoscopie?

A

Kijken in de dikke darm

29
Q

Wat is mediastinoscopie?

A

Via een halsincisie kijken met een starre buis in de ruimte rond het hart bij de splitsing van de hoofdbronchiën.

30
Q

Wat is laparoscopie?

A

Kijken in de buikholte met behulp van het inblazen van koolzuurgas om meer ruimte voor de scoop te krijgen.

31
Q

Wat gebeurd er bij een EEG?

A

EEG = elektro-encefalografie is een hersenscan, waarbij je de elektrische activiteit van de hersenen wordt gemeten door middel van elektrodes.

32
Q

Wat wordt er onderzocht bij een ECG?

A

ECG = elektrocardiogram is een onderzoek dat de elektrische activiteit van je hart registreert of te wel een hartfilmpje.

33
Q

Wat onderzoekt men met een EMG?

A

EMG = elektromyografie wordt de elektrische activiteit van je spieren gemeten. Naast alleen de spieractiviteit, kan ook de activiteit van de zenuw die de spier aanstuurt worden gemeten.

34
Q

Wat zijn elektrolyten?

A

Eenvoudige ionen die opgelost in het bloed of intracellulair weefsel voorkomen. Bij uitdroging en bij nierproblemen ontstaan verstoringen in elektrolytenbalans.
De belangrijkste elektrolyten zijn:
Natrium (Na+) , Kalium (K+), Chloride (Cl-)

35
Q

Hoe komt het dat enzymen in het bloed komen bij weefselbeschadiging?

A

De celmembraan wordt doorlaatbaar of gaat geheel stuk door weefselbeschadiging, enzymen komen zo in het bloed terecht.

36
Q

Welke gedeelte is zwart en welke wit bij een röntgenfoto?

A

Botten zijn wit die houden de meeste röntgenstraling tegen en de lucht houdende weefsels zoals longen laten veel straling door en is zwart.

37
Q

Wat is contrastmiddel?

A

Een stof die wordt ingespoten in de bloedvaten om extra röntgenstraling tegen te houden, om bijvoorbeeld de holte in een hol orgaan goed zichtbaar te maken.

38
Q

Wat is een arteriografie?

A

Een röntgenonderzoek van de bloedvaten. Er wordt contrastvloeistof ingebracht via de liesslagader of armslagader en vervolgens wordt het ingebrachte slangetje geschoven naar de slagader die er afgebeeld moet worden.

39
Q

Wat is een CT-scan?

A

Er wordt een afbeelding gevormd op basis van een serie opnames gemaakt door een ronddraaiende röntgenstraalbuis. Bijvoorbeeld van de schedel → CT-schedel

40
Q

Wat gebeurt er bij een echografie?

A

Echografie/echoscopie is een onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van geluidsgolven om te bekijken of er afwijkingen zijn in het lichaam. Het teruggekaatste geluid (de echo) wordt geregistreerd en omgezet in geluid.

41
Q

Wat is een scintigrafie?

A

Een afbeeldingtechniek waarbij gebruik wordt gemaakt van radioactieve stoffen (isotopen). Door het indienen van een isotoop is het mogelijk straling te meten. Een isotoop heeft de eigenschap om op bepaalde plekken in je lichaam op te hopen, bijvoorbeeld op de plaats van een afwijking. Door te kijken waar de radioactieve stof terecht komt, weet je waar de afwijking zit.

42
Q

Waardoor is er verschil in weefsels te zien op een MRI scan?

A

Doordat alle weefsels hun eigen waterstofgehalte hebben zijn alle richtingen ( dwars, overlangs) zichtbaar op een MRI.