DM Flashcards

1
Q

Noem hyperglykemische verschijnselen(boven 7.7 mmol/l)

A
  • plassen
  • dorst
  • snel vermoeid
  • wazig zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem hypoglykemische verschijnselen(onder 2.6 mmol/l)

A
  • snelle krachtige hartslag
  • trillen
  • zweten
  • slap gevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de behandeling bij DM type 1 en 2

A

Type 1: Insuline per injectie

Type 2: dieet, meer bewegen, tabletten en soms insuline bijspuiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de invloed van: a. lichamelijke stress b. overgewicht c. alcohol d. lichamelijke inspanning op de bloedsuikerwaarden.

A

A. verhoging door de corticosteroiden-productieverhoging in de bij nierschors(risico op hyper)
B. kans op hyper doordat cellen minder gevoelig zijn voor insuline.
C. Kans op hypo
D. Het lichaam heeft minder insuline nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 4 veel voorkomende complicaties bij langer bestaande DM.

A
  1. Slagaderverkalking
  2. Metabool syndroom (DM met overgewicht, hypertensie en veranderde bloedvetten)
  3. Microangiopathie (aantasting van de kleine bloedvaten)
  4. Glomerulosclerose(littekenvorming in de glomerules)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem drie risicofactoren voor arteriosclerose

A

Hoog cholesterol, hypertensie, roken, DM, leeftijd, dialyse, overgewicht, slecht eten, inactiviteit, vaker hebben mannen het

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er bij arteriosclerose?

A

Slagaderverkalking: verharding van de wand van de slagaders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe leidt arteriosclerose tot klachten?

A

slagaderverkalking leidt tot stenose(vernauwing), waardoor bloeddoorstroming bij stenose minder wordt. Hierdoor: ischemie (onvoldoende doorbloeding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is etalagebenen (claudicato intermittens)?

A

Dit beschrijft de pijn in de benen ten gevolge van een vernauwing of afsluiting van een slagader naar of in de benen. Hierdoor: te weinig O2, te veel CO2 en melkzuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is necrose of gangreen?

A

Het plaatselijk afsterven van weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is angina pectoris?

A

Angina pectoris is een aanval van drukkende pijn op de borst die meestal uitstraalt naar de linker arm of de kaken. Angina pectoris ontstaat als de hartspier te weinig zuurstof krijgt. Door verkalking van de kransslagaders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem vier plaatsen waar arteriosclerose vaak voorkomt.

A

Hersenen, hart, benen, darmen, nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke onderzoeken kunnen worden toegepast om slagadervernauwing vast te stellen?

A
  1. Doppler van slagaders(met geluidstrillingen de versnelde bloeddoorstroming vastgesteld kan worden)
  2. Arteriografie met contrastvloeistof
  3. Bloeddrukcontrole
  4. EAI (bloeddruk van Enkel en Arm meten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is dotteren (PTCA)?

A

verwijden van slagaders met een ballonnetje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt stent en bypass(CABG) in?

A

Stent: metalen rekje om het vat open te houden
Bypass: vaatomleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een aneurysma van de buikaorta?

A

Een aneurysma is een verwijding in een deel van het vaatstelsel in de buikaorta

17
Q

Noem een risico van een AAA (Aneurysma Aortae Abdominalis= buikaorta)

A

Het scheuren van de slagader met dood door shock tot gevolg

18
Q

Waarom hangt inspanning samen met de klachten van slagadervernauwing in bekken, benen en kransslagader?

A

Door de vernauwing ontstaan er klachten door te kort aan zuurstof -transport, bij inspanning is er meer behoefte aan zuurstof, dus worden de klachten groter.

19
Q

Hoe ontstaan infarcten en gangreen?

A

Trombosen en embolie kunnen een slagader afsluiten m.a.g. een te kort aan zuurstof en te veel aan (ophoping van) koolstofdioxide en melkzuur waardoor necrose ontstaat. Een ischemische necrose is een infarct.

20
Q

Wat is de rol van bètablokkers bij klachten van angina pectoris en bij de bestrijding van hypertensie?

A

Bètablokkers (of bètareceptor-blokkerende stoffen) vormen een groep van geneesmiddelen in de hematologie en cardiologie. Ze hebben gunstig effect op de doorbloeding, hartritmestoornissen en hoge bloeddruk. Zij zorgen ervoor dat je hart niet harder gaat werken onder invloed van (vecht-en vlucht)emoties.

21
Q

Wat is een polyneuropathie?

A

Polyneuropathie is een aandoening van de uiteinden van de zenuwen. (Ze beschadigen)

22
Q

Omschrijf een aantal klachten van polyneuropathie.

A
  • Uitval van de sensibiliteit,
  • Uitval motoriek en de voedingstoestand aan de uiteinden van de armen en benen
  • Uitval peristaltiekstoornissen van maag en darm
  • urineretentie
  • impotentie
  • orthostatische hypotensie
  • branderige pijn (vooral bij aanraking),
  • tintelingen, gevoelloosheid voor pijn, open
  • huidzweren onder de voeten,
  • verminderd gevoel in handen of voeten, -
  • spierzwakte.
  • spierverdunning
  • overbelasting van gewrichten.
23
Q

Hoe werkt een EMG en sensibiliteitsonderzoek?

A

ElektroMyoGrafie is een onderzoekstechniek waarbij de elektrische activiteit van spieren wordt gemeten, meestal in relatie tot stimulatie van de voor die spier activerende zenuw.

24
Q

Hoe verloopt een (spier-rekkings)reflex?

A

Een spierrrekkingsreflex is een reflex waarbij een spier reageert op een plotselinge verlenging met een contractiebeweging.
Verloop reflex:
Sensor spier-> zenuw-> ruggenmerg-> bevel corrigerende beweging aan motorische voorhoorncel-> motorische zenuw-> spier-> reflex

25
Q

Wat is het gevolg van een polyneuropathie voor reflexen?

A

Door de beschadiging van de zenuwen heb je dus geen reflexen meer.

26
Q

Wat is een chronische nierinsufficiëntie?

A

Bij chronische nierinsufficiëntie gaat de nierfunctie geleidelijk aan achteruit met hierbij in toenemende mate klachten

27
Q

Wat is een mogelijke betekenis van eiwit in de urine is bij diabetes mellitus

A

Bij D.M. raken de nieren beschadigd door aantasting van de bloedvaatjes in de nieren (glomerulosclerose). Hierbij kan er eiwit in de urine terecht komen.

28
Q

Wat doen ACE(angiotensine-converting enzyme) -remmers bij de behandeling van nierziekten en hypertensie?

A

Een ACE-remmer remt de omzetting van angiotensine I in angiotensine II. Hierdoor minder vaat vernauwing en minder aldosteron m.a.g. lagere bloeddruk en minder hoge eisen gesteld aan het hart, zodat het hart minder snel tekort schiet als pomp.

29
Q

Noem drie gevaren van chronische nierinsufficiëntie voor de samenstelling van het plasma

A
  • Metabole acidose (is een te lage pH van het bloed, dat wordt veroorzaakt door een overschot aan zure of een tekort aan basische stoffen.)
  • Hyperkaliёmie
  • Uremie
30
Q

Noem twee ‘ziektes’ als gevolg van chronische nierinsufficiëntie.

A
  • Anemie= bloedarmoede wordt veroorzaakt door het gebrek aan EPO (het hormoon dat de vorming van rode bloedcellen stimuleert).
  • Polyneuropathie door aantasting van de zenuwen door te veel aan ureum.
31
Q

Noem 3 maatregelen bij chronische nierinsufficiëntie.

A
  1. vochtbeperking
  2. hemodialyse
  3. CAPD (continue ambulante peritoneaaldialyse)
32
Q

Welk deel van het oog wordt bedreigd bij diabetes mellitus?

A

Het netvlies (Diabetische retinopathie)

33
Q

Hoe kan retinopathie behandeld worden?

A

Door de oogarts met een laser

34
Q

Wat is microangiopathie?

A

Men vermoedt dat de wanden van kleinere bloedvaten verdikken als gevolg van bepaalde chemische veranderingen.

35
Q

Welke eisen worden aan de voetverzorging gesteld bij diabetes mellitus?

A

Goede hygiëne en het goed in de gaten houden van evt. wondjes. Door verminderde doorbloeding en innervatie geneest het niet of nauwelijks.

36
Q

Wat kunnen gevolgen zijn van de combinatie diabetes mellitus met hypertensie? Noem er drie.

A
  • Hartfalen
  • Hart- en vaatziekten
  • hartritme stoornissen
  • Hersenbloeding
  • nierfalen