Medische brieven hoofdstuk 12 Flashcards

1
Q

de gezichtsscherpte

A

visus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

oogsegmenten

A

de ruimten tussen lens en hoornvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rode verkleuring van het regenboogvlies door nieuw gevormde of uitgezette capillairen bij suikerziekte

A

rubeosis iridis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lensvertroebeling

A

cataract

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nieuwe lens na cataractoperatie

A

intraoculaire lens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uitholling van de oogzenuw door glaucoom

A

glaucomateuze excavatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

rond de papil

A

peripapillaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gezwollen

A

gestuwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aan de buitenzijde

A

Perifeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

donkere vlek in het gezichtsveld

A

scotoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

aandoening van de oogzenuw door onvoldoende bloedtoevoer

A

ischemische opticus neuropathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ontstekingsachtige ziekte van de slagaderwand, het eerst geconstateerd aan de slapen

A

arteriitis temporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aandoening van de gezichtszenuw

A

opticus neuropathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ijzergedeelte in het oog

A

intraoculair ijzerpartikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

door medische ingrepen veroorzaakt

A

iatrogene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

pupilverwijding

17
Q

doorboring van de harde oogrok

A

scleraperforatie

18
Q

vult het grootste deel van de oogbol op, is een heldere, geleiachtige massa

19
Q

bloed

20
Q

het netvlies is niet op zicht te krijgen

A

De retina is niet à vue te krijgen

21
Q

een röntgenfoto van de oogkas

22
Q

een operatieve verwijdering van (een deel van) het corpus vitreum

A

vitrectomie

23
Q

uithalen van ijzersplinters uit het oog met een magneet

A

magneetextractie ijzerpartikel

24
Q

ontsteking in het inwendige van de oogbol, leidend tot glasvochtabces of etterige ontsteking van het regenboogvlies

A

endophthalmitis

25
de leer van het voorkomen van ziekten
profylaxe
26
na de operatie ontwikkelt zich voor het netvlies een bindweefselige lensvertroebeling
preretinale fibrotisch membraan
27
bij oogspiegelonderzoek, onderzoek van het inwendige van het oog
In fundo
28
de holte, de kuil buiten zijn normale plaats gelegen
fovea ectopisch
29
operatief verwijderen van de troebele lens en vervangen door een kunstlens
cataractextractie
30
restant van het zicht
visusrest