Hoofdstuk 11 zenuwstelsel Flashcards
1
Q
hoofd/ hersenen
A
encephal(o)-
encefal(o)-
2
Q
grote hersenen
A
cerebrum
3
Q
kleine hersenen
A
cerebellum
4
Q
snel verspreidende hersenontsteking ten gevolge van een vaccinatie
A
encephalitis epidemica postvaccinalis
5
Q
ruggenmerg- en hersenvocht
A
liquor cerebrospinalis
6
Q
waterhoofd
A
hydrocefalie
7
Q
kamer (hersenkamer, hartkamer, maag)
A
ventriculus
ventrikel
8
Q
kwab, lob
A
lobus
lobi
9
Q
kwabje, lobje
A
lobulus
10
Q
nierkwabben
A
lobi renales
11
Q
onderste longkwab
A
lobus inferior pulmonis
12
Q
lobus frontalis cerebri
A
frontale kwab van de grote hersenen
13
Q
kwabben van de borstklier
A
lobi glandulae mamariae
14
Q
groef
spleet
gleuf
kloof
A
sulcus
sulci
15
Q
synoniem sulcus
A
fissura
fissuur
16
Q
hypothalamus
A
hypothalamus
deel van hersenen die zorgt voor regeling/ productie van hormonen
17
Q
merg
A
medulla
18
Q
synoniem merg
A
myelum
myel(o)-
19
Q
het verlengde merg, de voortzetting van de hersenstam naar het ruggenmerg
A
medulla oblongata
20
Q
synoniem medulla oblongata
A
bulbus
myelencephalon
21
Q
Het merg van de kleine hersenen
met betrekking tot het merg en de kleine hersenen
A
medullocerebellaris
22
Q
slechte vorming van het merg
A
myelodysplasie
23
Q
hersenvlies
A
meninx
meninges
24
Q
voorvoegsel hersenvlies
A
mening(o)(i)-
25
aandoening van hersenvliezen door nieuwe vorming
meningosis neoplastica
26
harde hersenvlies (buitenste)
dura mater
27
synoniem dura mater
pachymeninx
28
spinnenwebvlies (middenste)
arachnoidea mater
29
zachte hersenvlies (binnenste)
pia mater
30
zenuw
nervus
nervi
31
zenuwcel met al zijn uitlopers
neuron
32
voorvoegsel zenuw, zenuwcel
neur(o)-
33
heupzenuw
nervus ischiadicus
34
psychische aandoening
aandoening getriggerd door de geest
nervosus
35
kiemcel van een zenuwcel
neuroblast
36
aandoening van de zenuwen door suikerziekte
diabetische neuropathie
37
hoe heten de ontvangers bij een neuron
dendrieten
38
wat is de naam van de lange uitloper van een neuron die prikkels transporteert naar andere neuronen
axon
39
heo noemt de vetachtige substantie op de axon
myelineschede
40
hoe heten de onderbroken delen van de myelineschede
knopen van Ranvier
41
de contactplaats tussen twee neuronen of spier en neuron
synaps
synapsis
42
zenuwknoop
(plaats waar vele cellichamen van zenuwcellen samenliggen) of groep zenuwcellen met overeenkomende functie
ganglion
ganglia
43
opening
foramen
foramina
44
vlechtwerk
plexus
45
beroerte
CVA
herseninfarct
apoplexia cerebri
apoplexie cerebri
46
CVA
cerebro vasculair accident
47
synoniem beroerte
attaque
48
ongeordendheid (bewegingen niet meer goed kunnen coordineren)
ataxia
ataxie
49
vallende ziekte
epilepsia
epilepsie
50
toestand van epilepsie
status epilepticus
51
ritmische afwisseling van spiercontractie en spierverslapping gedurende een epileptische aanval
myoclonia epileptica
52
epileptische aanval
epileptisch insult
53
in aanvallen voorkomend
paroxismaal
paroxysmalis
54
perdiodieke in aanvallen voorkomende spierverlamming
myoplegia periodica paroxysmalis
55
beving
siddering
trilling
tremor
56
schedelboring
trepanatie
57
geest
psyche
psych(o)-
58
geest OF middenrif
phren
59
zwakzinnig
oligofrenie
60
psychisch labiel zijn
geen spanning in de geets
psychatonie
61
een groep van psychofarmaca met sederende werking, hierbij behoren seditiva en hypnotica
psycholeptica
62
geneesmiddelen die op het psyche invloed uitoefenen
psychofarmaca
63
wat is een psychose
geestesziekte waarbij de patient niet beseft dat hij ziek is
64
stoornissen van psychotische oorsprong
psychotische stoornissen
65
psychotogeen
veroorzaakt psychoses, afkomstig van psychose
66
buiten zinnen zijn van de pijn tijdens de bevalling
puerperale psychose
67
kraambedperiode
puerperium
68
ziekelijke aandrift tot
manie
mania
69
hysterisch
hysterie
hysteria
70
Iemand die zijn leven aanpast door angst. Persoon weet dat hij ziek is.
ziekelijke levenshouding gekenmerkt door angst of afweermechanismen tegen angst
neurose
71
persoon die zijn leven aanpast door angst
angstneurose
72
gedwongen worden door jezelf op een manier dat het je leven bepaald
dwangneurose
OCD
73
ziekelijke angst
fobie
phobia
74
toestand van wanen
delirium (mag ook delirium genoemd worden)
75
toestand van wanen met bevingen
delirium tremens
76
toestand van wanen door alcohol
delirium alcoholicum
77
ijlen bij hoge koorts
delirium febrile
78
freebie: melancholie, melancholia
der is niks mag zo genoemd worden
79
toestand van bewegingsloosheid zonder verlammingen of bewusteloosheid,
stupor
80
aandoening/ziekte van de hersenen door te weinig zuurstof in het bloed
encephalopathia hypoxaemica
81
ontsteking van de hersenen en het merg, hersenmerg
encephalomyelitis
82
schildklierkwab , kwab van de schildklier
lobus glandulae thyroideae
83
longontsteking in een kwab
lobaire pneumonie
84
kwabben van de grote hersenen
lobi cerebri
85
groeven van de grote hersenen
sulci cerebri
86
groeven/kloof van de aars
fissura ani
87
kloof in de borst
fissura mammae
88
beenmerg
medulla ossium
89
ruggemerg
Medulla spinalis
90
ontsteking van de hersenvliezen, hersenen en het merg (hersenmerg)
meningo(-)encephalomyelitis:
91
verwekker van hersenvliesontsteking
meningokok
92
aangezichtspijn in het gebied van de nervus trigeminus
trigeminus neuralgie
93
lijder aan de vallende ziekte
epilepticus
94
bewegingen van de geest
psychomotoriek
95
ziekelijke angst voor het donker
nyctofobie
96
ziekelijke angst om ziek te worden
nosofobie
97
ziekte
nosos
98
ziekelijke angst voor bacteriën
bacteriofobie
99
voorhoofdskwab
frontale kwab
100
wandbeenkwab
pariëtale kwab
101
achterhoofdskwab
occipitale kwab
102
slaapkwab
temporale kwab
103
de grote hersenen bestaan uit 2
hemisferen
104
hoe heet de groef in het midden van de grote hersenen
longitudinale fissuur
105
hersenstam
truncus cerebri
