mannelijk of vrouwelijk? vuistregels Flashcards
1
Q
woorden die eindigen op -AGE
A
mannelijk
2
Q
woorden die eindigen op -AL, -AIL
A
mannelijk
3
Q
woorden die eindigen op -EL, -EIL
A
mannelijk
4
Q
woorden die eindigen op -EN, -ET, -ER
A
mannelijk
5
Q
woorden die eindigen op -EAU, -EU, -OU
A
mannelijk
6
Q
woorden die eindigen op -MENT
A
mannelijk
7
Q
woorden die eindigen op -ISME
A
mannelijk
8
Q
woorden die eindigen op -TÉ
A
vrouwelijk
9
Q
woorden die eindigen op -AISON
A
vrouwelijk
10
Q
woorden die eindigen op -SION, -TION
A
vrouwelijk
11
Q
namen van bomen
A
mannelijk
12
Q
namen van maten en gewichten
A
mannelijk
13
Q
namen van talen
A
mannelijk
14
Q
namen van dagen en seizoenen
A
mannelijk
15
Q
namen van wetenschappers
A
vrouwelijk