Major tranquillizers (anti-psychotica): fenothiazines en butyrofenonen Flashcards

1
Q

Effect major tranquillizers

A

Goede sedatie, spierotnspanning, dempen agitatie/agressie/angst, GEEN analgetische werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Werkingsmechanisme major tranquillizers

A

Antagonisten van o.a. dopaminereceptoren, serotoninereceptoren en alfa1-adrenoreceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sedatieve werking MT

A

Door blokkade van centrale dopaminereceptoren (bijwerkingen: extrapiramidale verschijnselen, verhoogde afgifte van hormoon prolactine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Anti-emetisch effect

A

Blokkering impulsgeleiding vanuit CRTZ naar het braakcentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Perifere nevenwerking MT

A

Vasodilatatie, hypotensie (door blokkade van alfa1-adrenoceptoren in de perifere bloedvaten; soms bij paard gebruikt om perifere vasodilatatie te bewerkstelligen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Risico/complicatie bij paard

A

Hengsten/ruinen: langdurig relaxatie van de musuclus retractor penis (uitschachten). Zeldzaam risico: parafimose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Farmacokinetiek MT

A

Toediening: oraal, parenteraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Soorten MT

A

Fenothiazines: acepromazine
Butyfenonen: azaperon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly