Inhalatie-anesthetica Flashcards
Meest relevante inhalatie-anesthetica
Isofluraan en sevofluraan
Werkingsmechanimse INH-anesthetica
Niet geheel duidelijk
- Verhogen van effectiviteit van inhibitoire neurotransmitters GABA en glycine in CZS
- Remmen van effectiviteit excitatoire neurotransmitter Glutamaat
Effect INH-anesthetica
- Volledige mentale blokkade met goede spierontspanning
- onvoldoende bewijs voor analgetische werking, daarom altijd combineren met ander analgeticum
Autonome stabiliteit
- M.n. effect op cardiovasculaire systeem significant: daling arteriële bloeddruk en CO
- Respiratoire depressie: AF en teugvolume dalen
- Effect op AZS = dosisafhankelijk
Maat voor potentie van INH-anesthetica
MAC = minimale alveolaire concentratie waarbij 50% van de patiënten niet meer op een standaar pijnprikkel reageren
- Isolfuraan: 1.3-1.9%
- Sevolfuraan: 2.1-3.0%
Om hetzelfde effect te krijgen is er meer toediening van sevofluraan nodig.
Olie/gas partitiecoëfficiënt
= weergave lipofiliteit van het farmacon; bepaalt mede de concentratie die het CZS bereikt, en daarmee de potentie van het farmacon. Isofluraan heeft hoger olie/gas partitiecoëfficiënt (lipofieler) en lagere MAC (hogere potentie)
Bloed/gas partitiecoëfficiënt
= maat voor oplosbaarheid van het inhalatie anestheticum in het bloed; is bepalend voor snelheid van inductie en recovery;
Gevolg hoge bloed/gas partitiecoëfficiënt
Zullen in evenwicht opgehoopt zijn in het bloed; hierdoor recovery trager (farmacon verplaatst zich minder makkelijk vanuit bloed naar alveolaire ruimte). Inductie ook trager: snel hoge plasmaconcentratie, maar farmacoon zal relatief traag vanuit bloed naar plaasts van bestemming verplaatsen. Sevolfuraan heeft lager bloed/gast partitiecoëfficiënt.
Farmacokinetiek INH-anesthetica
- Voornamelijk via de uitademing;
- Isofluraan wordt vrijwel niet gemetaboliseerd;
- Sevofluraan: 2-5% gemetaboliseerd in lever via fase I en II reacties, daarna uitscheiding metabolieten via nieren;