Alfa2-adrenoceptor agonist Flashcards

1
Q

Toepassing A2RA

A

potente sedatieve en analgetische werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Centrale werking A2RA

A

A2-adrenoceptoren: vnl. gelocaliseerd op de pre-synaptische membranen in het CZS en hebben hier een fysiologische functie in de regeling van de concentratie van NA in de NA-synaps. Bij verhoogde activitatie van deze pre-synpatische A2R, wordt de afgifte van NA naar de synaptische ruimte afgeremd. daardoor wordt de activatie van post-synaptische adrenoceptoren geremd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klinische effect A2RA (centraal)

A

Hoge concentratie in CZS (lipofiliteit), zorgt voor: diepe sedatie, goede analgesie en goede spierontspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Perifere werking A2RA

A

Perifeer: post-synaptische A2R stimulatie –> sympaticomimetisch effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cardivasculaire nevenwerking A2RA (perifeer)

A
  • Vasoconstrictie (vlak na toediening) zorgt voor hypertensie
  • Vagotonus verhoging leidt tot reflectoire hypotensie en bradycardie (welke aanhoudt); verder door verhoogde vagotonus ook vertraagde prikkelgeleiding over het hart (aritmieën)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MDK nevenwerking A2RA (perifeer)

A
  • Remming motiliteit en secretie MDK
  • Herkauwers extra gevoelig voor de effecten van A2RA –> lagere doseringen! (let op pensmotiliteit! i.v.m. penstympanie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Overige perifere nevenwerkingen A2RA

A
  • Nieren: diurese, door afgifte en werking van vasopressine te remmen
  • Uterus: inductie uteruscontracties (dus niet geïnduceerd in laatste deel van de dracht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Centrale bijwerking A2RA

A
  • Misselijkheid en braken (door activitatie van A2R in CRTZ in de area postrema) m.n. bij GD (katten!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschillen in hoofd- en bijwerkingen A2RA

A
  • Vanwege selectiviteit voor de A2R; alle A2RA hebben tevens in meer/mindere mate affiniteit voor A1R (minder selectief –> minder potent sedativa)
  • Vanwege lipofiliteit: meer lipofiel –> potenter sedativum (makkelijker plaats bereiken in CZS, intrede en werking sneller)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Indicatie voor selectiviteit en lipofiliteit

A

Xylazine < Romifidine < detomidine < medetomidine < dexmetomidine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Atipamezol?

A

= Kortwerkende, specifieke A2R-antagonist die kan worden toegepast in geval van overdosering van A2RA of om werking op te heffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Farmacokinetiek A2RA

A
  • Parenteraal (slechte orale beschikbaarheid)
  • Paard: sublinguale toediening van detomidine
  • Metabolisme: zowel fase I als II reacties in de lever
  • Excretie m.n. renaal, soms biliair
  • Eliminatie halfwaardetijd: ong. 1 uur, iets langer voor lipofielere stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly