Algemeen + Opioïden Flashcards
Farmaca met analgetische werking
- Narcotische analgetica: opioïden
- Niet-narcotische analgetica: NSAIDs
- Lokaal anesthetica
- NMDA-antagonisten
- Alfa-2 adrenoceptor agonisten
Farmaca met centraal dempende werking: sedatie
- Minor tranquillizers: benzodiazepines
- Major tranquillizers: fenothiazines en butyrofenonen
- Alfa2-adrenoceptor agonisten
Farmaca met centraal dempende werking: algehele anesthesie
- Barbituraten
- Non-barbituraten
- Dissociativa
- Inhalatie anesthetica
Overige therapiedoelstellingen
- Spierrelaxantie
- Anti-cholinergica
Pijlers anesthesiologie
- Mentaal block (bewustzijnsverlies)
- Sensibel block (pijnstilling)
- Motorisch block (spierrelaxatie)
- Autonome stabiliteit (mate waarin het perifere autonome zenuwstelsel wordt beïnvloed)
Werkingsmechanisme opioïden
- werking via opioïd-receptoren (zowel centraal als perifeer)
- Endogene ligand = opioïd-peptiden –> regulatie pijnsensatie fysiologische processen
- verschil in activiteit op opioïd-receptor subtypes –> verschil in hoofd- en bijwerkingen
Wat zijn opioïden?
Narcotische analgetica, zeer potente pijnstillers, werking via opioïd-receptoren
Opioïd-receptor subtypes
- Delta-receptor
- Kappa-receptor
- Mu-receptor: opioïden met agonistische werking Mu-receptor meest potente pijnstillers
Bijwerkingen opioïden
- Sedatie
- Euforie
- Respiratoire depressie
- Verminderde motiliteit MDK
Verder: - centrale excitatie
- gedragsveranderingen (m.n. bij paard)
- bradycardie
- hypotensie
- hoest-prikkeldemping
- misselijkheid
- braken
- miosis
- m.n. hond: vagotonus verhoging –> bradycardie, meer speekselproductie, verhoogde bronchiale secretie
Toedieningsvorm opioïden
Indicatie systemisch: heftige pijn, peri-operatief, sommige orthopedische problemen
- Voorkeur voor lokaal ivm ongewenste neveneffecten
Verschillende soorten opioïden voor veterinair gebruik
Methadon (hond/kat),
fentanyl (hond), buprenorfine (hond/kat/paard), butorphanol (hond/paard)
Codeïne (alleen bij persisterende, niet-productieve hoest die te belastend/pijnlijk wordt voor de patiënt)
Antagonist opioïd-receptor
Naloxon: om effecten opioïden op te heffen
Werking tramadol
- humaan opioïd
- orale toediening
- minder potent opioïd
- indicatie: chronische pijn wanneer NSAIDs niet voldoende uitkomst bieden
- activatie Mu-receptoren,, maar ook: beïnvloeding van noradrenerge en serotonerge neurotransmissie in het CZS (draagt bij aan analgesie)
Farmacokinetiek opioïden
- hoge mate aan plasma-eiwitten gebonden
- Overwegend fase-I reacties in de lever voor excretie (via nieren)
- Morfine: gegluconideerd in de lever (fase II)
- Buprenorfine: fase I en II en vnl. uitscheiding via gal en beetje via nieren; is moeilijk te antagoneren door sterke binding aan de receptoren
- Buprenofine en butorphanol: partiële Mu-receptor agonisten