Maagzuur, waarom? Flashcards
Functies zuurshock
- antibacterieel
- denaturatie van eiwitten
- pepsine uit pepsinogeen omzetten
- enzymactiviteit van pepsine waarborgen
Cellen in de maagwand
- hoofdcellen
- pariëtale cellen
- muceuze cellen
Hoofdcellen
vormen pepsinogeen
Pariëtale cellen
produceren het zuur: zoutzuur (oplossing van HCl)
Muceuze cellen
produceren een beschermend slijmlaagje (mucus); daar wordt door GAG’s veel water vastgehouden > diffusiebarriere die uitwisseling van protonen (verzuren van cellen) verhindert
- scheiden bicarbonaat uit waardoor een bufferlaag ontstaat in de slijmlaag
probiotica
levende micro-organismen die we via de voeding innemen, deze moeten uiteindelijk inwerken op het colon en moeten dus levend de darm bereiken
- dit kan door intracellulaire buffering dmv protonenpompen, decarboxylering of ammoniumproductie
maagzuur
gemaakt door pariëtale cellen; zuur komt uit CO2, parietale cellen kunnen CO2 en H2O omzetten in protonen en bicarbonaat.
- protonen worden aan apicale zijde afgezet, bicarbonaat basolateraal (dit leidt tot opname van Cl ionen
- combi van afscheiding Cl ionen en protonen ontstaat maagzuur
Maagzuurremmers
antacidum, cimetidine, ranitidine, vagotomie, omeprazol
antacidum
grijpt direct in op de concentratie protonen in het maagzuur
cimentidine en rantidine
grijpen in op de histamine receptor > geen cAMP afgegeven > minder protonen afgegeven
vagotomie
grijpt in op de nervus vagus; aftakking van deze zenuw wordt doorgesneden > geen acetylcholine afgifte > Ca concentratie niet verhoogd > geen protonen afgifte
omeprazol
grijpt direct in op proton-kalium pomp
nadelen chronisch gebruik maagzuurremmers
- verminderde opname van eiwitten (voorvertering is minder)
- verminderde bacteriële barriere
helicobacter
veroorzaakt beschadiging van de slijmlaag van het maagepitheel
hoe zorgt helicobacter voor maagzweer
- Hecht zich in mucuslaag door lange flagellen
- Stoffen die bacterie uitscheidt breken mucuslaag af.
- Zuur komt in contact met cellen > ontstekingsreactie
Hoe overleeft de helicobacter?
door afscheiden van interne buffer protonen;
1. binding van protonen aan ureum door urease
2. ammoniak en bicarbonaat komt vrij
3. bicarbonaat bindt aan protonen > 13Co2 komt vrij > heeft basische omgeving om zich heen gevormd
Aanwezigheid van helicobacter aantonen
13CO2 kan gelabeld worden door inname van gelabeld ureum
pepsine
endoprotease: verbreekt verbinding van de eiwitketen in het midden
- knipt bij voorkeur peptidebindingen tussen hydrofobe en met name aromatische aminozuren
- kan alleen bij aminozuren komen als eiwit gedenatureerd is
samenstelling eiwit
ongeveer evenveel basische als zure aminozuren –> zorgt voor vormbehouding
aanzuren van een eiwit
negatieve ladingen verdwijnen door toevoegen van protonen > alleen positieve ladingen over > stoten elkaar af > ontvouwing
(andersom ook, bij hoge pH (aanwezigheid van veel OH-)
negatief geladen
C-terminus (COO-), aspartaat, glutamaat, cysteïne en tyrosine
positief geladen
N-terminus (NH3+), lysine, histidine en arginine
amylase
ongeveer evenveel nega als posi > ongeladen
- pH optimum is 7, daardoor denatureert het in de maag
pepsine
heeft veel negatief geladen aminozuren
- bij lage pH > evenwicht tussen posi en nega aminozuren, dus bij neutrale omgeving denatureert pepsine het