lesson 5 hfd 2 Flashcards
1
Q
acces
A
toegang
2
Q
browse
A
bladeren
3
Q
contagious
A
besmettelijk
4
Q
define
A
omschrijven
5
Q
detect
A
bespeuren, ontdekken
6
Q
evade
A
ontwijken
7
Q
eventually
A
uiteindelijk
8
Q
exhilarating
A
verkwikkend
9
Q
furious
A
woedend
10
Q
graduate
A
het schooldiploma behalen
11
Q
harass
A
lastigvallen
12
Q
injustice
A
onrecht
13
Q
issue
A
nummer (krant/tijdschrift)
14
Q
jeopardy
A
gevaar
15
Q
nourish
A
voeden
16
Q
observe
A
opmerken
17
Q
prejudice
A
vooroordeel
18
Q
rage
A
woede
19
Q
ratings
A
kijkcijfers
20
Q
reassuring
A
geruststellend
21
Q
reject
A
afwijzen
22
Q
resort to
A
zijn toevlucht nemen tot (negatief)
23
Q
significant
A
aanzienlijk
24
Q
thoroughly
A
heel
25
Q
thought-provoking
A
tot nadenken stemmend, prikkelend
26
Q
aanwezigheid
A
presence
27
Q
afnemen
A
decrease