Les10 Flashcards

1
Q

ELiminatie van virus hoe

A

verspreiding voorkomen

doden geïnfecteerde cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke cellen cel gemedieerde cytotoxischeteit

A

Tc-cellen, nk cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

NK cellen kenmerken

A
Ontstaan uit voorlopercellen in beenmerg geen positieve negatieve selectie
Geen TCR
Herkenning ontbreken MHC I
snel
geen geheugen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe herkent T-cel geïnfecteerde cel

A

activatie door: MHC I en TCR
B7 en CD28

Na activatie en differentiatie geen B7 en CD28 meer nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe doden NK en t-cellen

A

Binding en herkenning na activatie en legen toxische granula (perforine granzymen) en cel dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer activatie NK cel (2)

A

Inhibitory receptoren kunnen geen MHC I binden
Activating receptoren binden MIC

Antistoffen binden aan traget cel, fc receptoren (CD16) binden Fc gedeelte antistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

MIC

A

stress moleculen op membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie IFN a/b

A

Remming transcriptie, eiwitsynthese en zorgt voor afbraak mRNA

Stimuleren MHC I espressie op geïnfecteerde buurcellen -> betere herkenning door Tc cellen

Activeren NK cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Functie IFN-y

A

remmen virus productie

zorgen voor apoptose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Effect vrije antilichamen op virus

A

Blokkeert binding cel
Blokkeert opname in cellen
Blokkeert de uncoating van een virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Effect vrije antilichamen + complement op virus

A

Maakt het mogelijk dat NK cellen, macrofagen en neutrofielen die cel kunnen doden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stratagiën ontwijken immuunsysteem virussen

A

Snelle mutaties (shift en drift)

MHC I downregulation

Productie eigen versie MHC I (niet herkent door NK-cellen)

Verstoren signaaltransductie

Synthese cytokines die cellen afremmen

Maken zelf korte stukjes RNA

Virus maakt eiwit die IgG staart herkent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke cellen geïnfecteerd met HIV

A

CD4+ , th-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer hiv aids

A

<200 lymfocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe komt hiv binnen cellen

A

gp120 binding aan CD4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bestreiding immuunsysteem HIV

A

Door HIV specifieke effector Tc-lymfocyten, door NK cellen via ADCC (antistoffen vereist) en door cytotoxische eiwitten van het virus. HIV wordt door immuunsysteem opgeruimd -> fagocytose en antigeenpresentatie door APC -> Effector Tc-lymfocyten

17
Q

Werking HAART

A

Huidige anti-HIV drugs blokkeren transcriptie viraal RNA én synthese viraal eiwit én virus binding