les 6 Flashcards
T cel receptor complex (nbinding en transductie)
CD3 :signaal transductie
TCR: binding
TCR obouw
constant variabel alpha (L)-beta(H) / delta-gamma
CD3 opbouw
2 epsilon
1 lambda
1 gamma
2 S (signaal transductie)
Beta genen
VDJ
Alpha genen
VJ
MHC I en II(presenteren welke eiwitten)
I : intracellulaire eiwitten
II : Extracellulaire eiwitten
MHC I en II(aanwezig welke cellen)
I : alle cellen met een kern
II : Antigeen presenterende cellen
MHC I en II (binding welke receptoren van welke cellen)
I Tc-cellen CD8
II Th cellen CD4
MHC II laden eiwitten
Eiwitten geïnternaliseerd via fagocytose ->
afbraak in lysosoom/endosoom
lysosoom fuseert met een MHC II vesicle ->
peptiden worden beladen op MHC II
MHC II wordt samen met invariante keten naar het membraangetransporteerd .
MHC I laden eiwitten
Eiwitten in het cytoplasma
Geknipt door proteasoom tot peptiden
via TAP getransporteerd naar het ER
In het ER op MHC I geladen
Kruispresentatie
Het presenteren van extracellulaire antigenen op MHC I
MHC I isotypen
HLA-A/B/C
MHC II isotypen
HLA-DP/DQ/DR
Functie polymorfisme in MHC
Zorgt voor binding meerde peptide fragmenten uit zelfde eiwit
Binding tussen MHC en TCR
hypervariabel op groeve
CD4/8 op MHC I: Beta, MHCII:alpha