les 8 Flashcards

1
Q

3 deelaspecten van fluoride

A
  1. ) inbouw van fluoride in de tandstructuur
  2. ) interactie tussen fluoride en de plaque bacteriën
  3. ) fluoride en zijn fysicochemische gebeuren ter hoogte van plaque en glazuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

deelaspect 1 fluoride; inbouw van fluoride in de tandstructuur

A

de hydroxylgroep van hydroxyapatiet kan vervangen worden door fluoride ionen; fluorhydroxyapatiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

deelaspect 2; interactie tussen fluoride en de plaque bacteriën

A

geen bactericide effect maar wel remming van de fysicochemische gebeuren ter hoogte van plaque en glazuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

deelaspect 3; fluoride en zijn fysicochemische gebeuren ter hoogte van de plaque en glazuur

A

snellere remineralisatie ( plaatsen die het snelst in oplossing gegaan zijn krijgen nu fluoridekristallen ingebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

toxiciteit fluoride (2)

A
  • chronische toxiciteit

- acute toxiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

chronische toxiciteit

A

mottled enamel –> geringe overdosis tijdens de pre-eruptieve mineralisatie en maturatie van de elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

fluorose

A

ontwikkelingsstoornis –> porositeit van het glazuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stelling; defecten en verkleuringen zijn altijd pre-eruptief onstaan

A

onjuist; defecten en verkleuringen zijn altijd post-eruptief ontstaan –> diffusie van kleurstoffen in de porositeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

acute toxiciteit

A

in de maag vorming van waterstoffluoride, fluoride kan ook in de bloedbaan terecht komen –> binding met calcium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

4 factoren die belangrijk zijn bij toxiciteit

A
  • resorptiesnelheid ter hoogte van de maag
  • totale volume circuleren bloed en weefselvloeistof
  • snelheid van absorptie door het bot
  • excretiesnelheid ter hoogte van de nier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
afkortingen;
NaF
NaMFP
AmF
SnF2
A

natriumfluoride
natriummonofluorofosfaat
aminefluoride
tinfluoride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ppm

A

parts per million

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bot affiniteit voor hydroxapatiet afhankelijk van(4)

A
  • hoeveelheid fluoride
  • hoeveelheid dat geabsorbeerd wordt
  • metabole activiteit van botweefsel
  • leeftijd van het individu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

excretie wordt uitgevoerd door; (4)

A
  • nieren
  • speeksel
  • zweet
  • faeces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly