les 12/13 Flashcards
1
Q
3 preventie maatregelen voor put- en fissuurcariës
A
- fluoride
- chloorhexidine
- sealants
2
Q
voorwaarde aanbrengen van een sealant
A
droge tand
3
Q
2 typen fissuurlakken
A
- kunsthars
- glasionomeercement
4
Q
protocol kunsthars aanbrengen
A
- reinigen van de fissuur
- etsen
- spoelen
- drogen
- sealen
- uitharden
5
Q
wanneer sealant aanbrengen (4)
A
- teken van cariës in combinatie met cariësactiviteit
- periode kort na doorbraak
- ongerijpt glazuur
- ligging van het doorbrekende occlusale vlak maakt de reiniging lastig
6
Q
wortelcariës
A
carieuze aantasting van dentine –> laterale richting
7
Q
actieve wortelcariëslaesies(4)
A
- verweekt of leerachtige consistentie
- verkleurd
- dicht bij de gingiva
- bedekt met plaque
8
Q
inactieve wortelcariëslaesies (4)
A
- harde consistentie
- verkleurd maar glimmend
- verder van de gingiva vandaan
- niet bedekt met plaque
9
Q
waar bestaat dentine uit?(4)
A
- hydroxyapatiet
- collageen
- eiwitten en lipiden
- water
10
Q
8 risicofactoren wortelcariës
A
- gingivale recessies
- parodontale aandoeningen
- leeftijd
- speeksel
- tandplaque
- zoetmomenten
- roken
- fluoride
11
Q
risico indicator wortelcariës leeftijd (5)
A
- plaque retentie plaatsen –> protheses
- verminderde speekselsecretie
- verminderde mh
- verminderde kauwvermogen
- toegenomen suikergebruik
12
Q
hoe voorkom je wortelcariës?
A
krooncariës voorkomen
13
Q
4 preventieve maatregelen om wortelcariës te voorkomen
A
- verhoging van resistentie van het worteloppervlak
- -> fluoride + mondspoeling
- verbetering van de mondhygiëne
- verstandig omgaan met voeding
- microflora beïnvloeden –> CHX
14
Q
3 laesietypen
A
- harde, leerachtige en zachte laesie