les 2 Flashcards

1
Q

3 doelen van een onderzoek

A
  • hoe vaak komt de ziekte of afwijking voor?
  • welke bevolkingsgroepen hebben er het meest last van?
  • neemt de frequentie in de loop der tijd af of neemt de frequentie toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

epidemiologie

A

kennis over de verspreiding van ziekten in een bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

determinanten

A

factoren die in positieve of negatieve zin met het optreden of voorkomen van een ziekte samenhangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

causale determinanten

A

oorzakelijke determinanten –> inzicht op de wijze waarop een ziekte voorkomen kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 typen epidemiologisch onderzoek

A
  • beschrijvend epidemiologisch onderzoek
  • analytisch epidemiologisch onderzoek
  • experimenteel onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beschrijvend epidemiologisch onderzoek

A

verzamelen gegevens over;

  • prevalentie van een ziekte
  • incidentie van een ziekte
  • verschillen tussen bevolkingsgroepen ten aanzien van de prevalentie van ziekte of ziektedeterminanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

analytisch epidemiologisch onderzoek

A

gericht om een samenhang te ontdekken tussen de prevalentie of incidentie van de ziekte en andere kenmerken van mensen in de desbetreffende populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

confounder

A

determinant die het zicht op de relatie tussen 2 kernmerken verstoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

experimenteel onderzoek

A

men gaat na of een bepaalde interventie een al dan niet effect heeft of leidt tot een verandering van bestaande situaties

  • testgroep
  • controlegroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 voorwaarden voor een goed experiment

A
  • nulmeting
  • proefpersonen in het ongewisse laten over het feit of ze tot de controlegroep of de testgroep behoren
  • alle factoren die tijdens de experimentele periode invloed kunnen hebben op de uitkomst dienen in gelijke mate werkzaam te zijn in de test en in de controle groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

parameter van toestand parodontium(4)

A
  • voorkomen van tst
  • sulcusbloeding
  • verdiepte pockets
  • blootliggende wortels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

determinanten van parodontitis(4)

A
  • tandplaque en tst
  • mondhygiëne
  • sociale milieu
  • etniciteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 determinanten van gebitsaandoeningen/verlies

A
  • frequentie van tandartsbezoek
  • kwaliteit van de professionele zorgverlening
  • waarde die men toekent aan het natuurlijk gebit
  • houding tov een gebitsprothese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly