les 7: DPP4- GLP1-SGLT2 remmers Flashcards
wat zijn incretines
- verzameling van darmhormonen die alleen bij DM 2 zijn ontregelt
- secretie enkel minituten na voedselinname door neuroale, endocriene signalen en door contact met voedsel
- ## ze worden afgebroken door DPP4
welke 2 soorten incretines heb je
- GLP1: stimmuleert insuline aanmaak en remt glucagon secretie en vertraagt de maaglediging
- GIP: verhoogt insuline secretie
wat is de werking van DPP4 remmers
- remt het enzym die de natuurlijke incretines aanmaakt
- remt afbraak endogene incretines , gevolg: insulien secretie stijgt en glucagon secretie daalt
- geen effect op maaglediging
- HBa!c daling 7-8
wat is de indicatie voor DPP4 remmer
DM2 volw. als monotherapie als metformine niet can of icm andere medicatie inclusief insululien
soorten DPP4 remmers
- sitagliptine
- saxapliptine
- linagliptine
- vildaglipitine
wat is een contra indicatie voor DPP4 remmer
overgevoeligheid
wat zijn de waarschuwingen bij DPP4 want er zijn geen gekke bijwerkingen
gewichtstoename
GI klachten
hoofdpijn
infecties luchtwegen
wat zijn de lange termijn vraagtekens`bij een dpp4 remmer
pancretatits
maligniteiten
hartfalen
Wat is de functie van GLP1 agonisten
- ze werken als je eigen GLP1
- binden aan GLP1 receptor
- verhogen insuline secretie
- verlagen glucagon secretie
- geven een vertraagde maaglediging
wat zijn de effecten op het hbA1c van GLP 1
- HbA1c dlaing van 11-18 mmol SC
- hbA1c daling oraal 9-11
- lichte gewichtsafname en RR daling
wat zijn de indicaties voor GLP 1 agonisten bij volwassenen en kinderen
DM 2 volwassenen
- lixisenatide: icm basale insuline
- dulaglutide en semaglutide: mono therapie als metformine niet kan
icm insuline
DM 2 kinderen > 10 jaar
- liraglutide : monotherapie als metformine niet kan en in comb met insuline
wat is het v eiligheidsprofiel van GLP 1
- CI
- wanneer niet volgens nhg
- wanneer terughoudend
- specifieke waarschuwingen
-CI: overgevoeligheid
- niet bij : BMI< 30 tenzijn zeer hoog risico
acute pancreatitis
verhoogde kans maligniteiten pancreas
- terughoudend bij:
gastroparese
ernstige lever en nierfunctiestoornissen
ernstig hartfalen
- specifieke waarschuwingen: schildklier en liraglutide
diabets retinopathie en semaglutide
wat zijn de bij werkingen van GLP1
- gastro intestinaal
- hypo’s icm insulines
- hoofdpijn
- complicaties retinopathie
wat is de werking van SLGT2 remmers
- remming van het transport EW SGLT2
door SLGT 2 neem je minder na en H2O op en ga je meer plassen. 90 % plas je uit en 10 % neem je op
wat is de klinische relevantie en hbA1c daling van SLGT2 remmers
- hbA1C 7-9-
- enkel klinisch relevant op cardiovasculare eindpunten bij bestaande hart en nieraandoeningen
- echter is NF slecht dan werkt SLGT 2 ook niet
wat is de indicatie voor SLGT 2 remmer
DM 2 volwassenen
- monotherapie als metformine niet kan
- combi met insuline
- chronische HF : dapa empaflifozine
- chronische nierschade : dapaglifozine
wat zijn de waarschuwingen voor SLGT 2
- bestaande NF stoornissen: niet gebruiken
- ontwikkeling van NF stoornis tijdens behandeling egFr < 30
- hoog risico op duizeligheid en vallen door effect electrolyten en RR
- ouderen > 70 jaar
met welke medicatie zijn er interacties van SGLT 2
- insulines en SU: hypo
- diuretica : dehydratie en hypotensie
wat zijn de bij werkingen voor SGLT 2 remmer
- urogenitale infecties
- Ketoacidose met normale BG
- polyurie, volume depletie
- duizeligheid
- hypotensie
wat zijn de lange vraagtekens bij SGLT 2
amputatie
beroerte
fracturen
maligniteiten
wat is het alternatief bij stap 3 voor het starten van insuline
wanneer doe je dit
waarvan is dit afhankelijk
- DPP4 of GLP1
- dit doe je als:
- hbA1C<15
- spuiten of zelfcontrole moeilijk uitvoerbaar is
- vermijden van hypo’s groot belang ( chauffeurs/ pers met zware machines)
dit is afhankelijk van BMI en andere hoe ver je van je streefwaarde zit. veiligheid op lange termijn en leefstijl. DPP4 of GLP1
- GLP1: CI
- > BMI<30
-> acute pancreatitis
- >LF
- >NF
- >HF stoornissen
-DPP4
-> BMI 30
-> pancreatitis
-> NF
->LF
-> geen kinderen
2 soorten DPP4 en welke is aanbevolen bij HF
Saxagliptine ( niet omdat er risico voor hf is)
sitagliptine voorkeur
nb: let op nf stoornissen
evalueren na 6 maand
wanneer kies je GLP1 als alternatief in stap 3
je kiest GLP 1 o;p basis van HbA1C en beschikbare gegevens. hoe lang is het er en wat zijn de lange vraagtekens
welke GLP1 medicatie is er en welke kies je
- Semaglutide oraal: variabel hbA1C daling en geen risico reductie bij zeer hoog risico HVZ
- lixisenatide geen reductie
- semaglutide: risico retinopathie
- liraglutide wordt gekozen omdat er het langst ervaring mee is
- dez moet je insluipen en evalueren na 6 maand
wanneer grijp je naar andere middelen dan dpp4 of glp1
als je niet uitkomt met deze middelen.
dan kan je kiezen uit acarbose
reaglinide ( niet met SU werken hetzelfde )
sglt 2
pioglitazon
Dit is dus maatwerk
wat is het stappenplan niet hoog risico patient
- metformine
- SU derivaat ( gliclazide)
- LW NPH insuline
3.a DPP4 ( sitagliptine)of GP1(liraglutide) niet bij NF
4.intensiveren insuline
4a. DPP4 of GLP1
a. kies je als:
- hba1C streefwaarde < 15
- spuiten en zelfco moeilijk
-
wat is de voorwaarde voor zijn zeer hoog risico patienten
- niet kwetsbaar
- levensverwachting > 5 jaar
- eGFR>10
wanner val je in het schema zeer hoog risico niet kwetsbaar
- eerder doorgemaakte HVZ
- pat met chronische nierschade met matig tot sterkverhoogd CV risico
- pat met hartfalen
welke is de 1e stap in het schema zeer hoog risico
wat bij CI
welke voorkeur
wat is dereden
- SGLT 2 Remmer toevoegen
-> bij CI dan GLP1
-> wel bij HF
voorkeur voor Dapaglifozide en empaglifozide
ophogen elke 2-4 weken
-> afname totale mortaliteit
afname sterfte aan hart en vaatziekten, afname nierfalen. => harde eindpunten
wat is stap 2 in het schema zeer hoog risico
en wat is de reden
metformine toevoegen
reden: mortaliteit
dalen micor en maco compl
hba1c daling van 11mmol/mol, geen hypo’s geen gewichtstoename en lange termijn veilig
wat is stap 3 bij zeer hoog risico en wat is de reden
gp1 toevoegen
- niet bij HF
- liraglutide
- BMI en hba1c verlaging niet relevant
reden
afname totale mortaliteit
afname in sterfte hart en vaatziekten
afname in niet fatale harstilstand en beroerte
afname NF
wat is stap 4 in zeer hoog risico
het toevoegen van de middelen van het algemeen stappenplan.
let op DPP4 en GLP1 niet samen gebruiken. werken op dezelfde aangrijppunten
wat zijn de conrete handvaten voor mensen ie al in het standaardschema zaten en nu in hoog risico komen door ziekte
- SGLT 2 toevoegen bij hba!c> 53
- geen dosisaanpassingen bij hba1C > 63
- wel dosis aanpassingen bij hbA1C 54-63 en SU en insuline
wat zijn de dosisaanpassingen die je moet doen als je pat van hoog riscico naar zeer hoog risco gaat
< 64
1. metformine: geen aanpassingen
2. SU: stoppen als je 1/d 30 of 80 mg gebruikt. Anders de dosis halveren
3. bij gebruik insuline:
-> basaal schema: < 12 EH stoppen en anders - 20 %
-> bolus: m- 20%
4. bij gebruik van SU en insuline: eerst dosis inuline halveren
wat is de controle en evaluatie van de glucoseverlagende middelen
- BG reguleren
- navragen klachten en bijwerkingen
- CV risicoprofiel
- diabetes complicatie
- NF
- therapietrouw
- kwetsbaarheid evalueren
- diabetesduur
- > 70 jaar
- levensverwachting