les 5 orale bloedglucose verlagende middelen Flashcards

1
Q

welke zijn oudere bloedglucose verlagende middelen zijn er

waar is hun werking vooral op gebaseerd

A
  • Metformine ( biguanide)
  • Sulfonulureumdervaten
  • repaglinide ( meglitinide)
  • poglitazon( thiazolidinedion)
  • acarbose

op het stimmuleren van de insulinegevoeligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

soorten diabetes

A

type 1: absoluut tekort aan insuline
type 2: relatief tekort, insuline resistent
incretine stofwisseling gestoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de werking metformine ( biguanide )

hoeveel HbA1c daling geeft het

A
  • verhogen insulinegevoeligheid perifere weefesel
  • verhogen perifere glucoseopname en verbranding
  • glucogenese in lever daalt
  • glucose opname darm daalt
  • geen stimulatie van insulinesecretie

11 mmol/mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de bijwerkingen van metformine

A
  • maagdamrklachten
  • smaakstoornissen
  • lactaat acidose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom metformine laten insluipen

A

je moet een therapeutisch raam opbouwen zodat mensen eraan kunnen wennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

met welke producten zijn er interacties met metformnine

A
  • jodiumhouden contrast( geeft acute nierfunctiestoornissen)
  • SU-derivaten en insuline-> hypo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke zijn de contra indicaties voor metformine

A

-nierfunctiestoornissen
- aandoeningen met weefselhypoxie
- slechte voedingstoestand/fors acoholgebruik
- acute aandoeningen waarbij mogelijk verslechtering van nierfuctie optreedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar werken de SU derivaten op

hoeveel HbA1C daling geeft het

A

-verhogen insuline gevoeligheid in perifere weefsels
-verhogen afgifte insuline uit beta cellen
verlaging insuline opnmame door lever
remming lipolyse in vetweefsel

11 mmol/mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke 2 groepen SU derivaten heb je

A
  • kortwerkende: tolbutamide en gliclazide
  • langwerkende :
    Glimipiride
    glibenclamide( niet meer in gebruik)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verschil tussen gliclzaide 30 en 80 mg

A
  • 30 mg:
    gereguleerde afgifte
    F=100 %
    12- 20 uur 1/2 waarde
    1x/dd 30 mg
  • 80 mg
    gereguleerde afgifte
    f=80 %
    6-12 uur
    2x/d 80 mg

1 tables 30 mg is 1tablet 80 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bijwerkingen SU derivaten

A
  • hypo
  • maagdarmstoornissen
  • gewichtstoename
  • visusstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

contra indicatie SU derivaten

A

nier functiestoornissen
lever functiestoornissen
DM 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke interactie zijn er als je SU derivaten gebuikt

A
  • versterkende werking SU
    Cumarines, NSAID
  • verminderde werking SU
    Corticosteroiden, orale anticonceptie
  • beïnvloeding andere geneesmiddlen
    cumarines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de werking van repaglinide ( meglitinide)

hoeveel hbA1c daling

A

-verhogen insuline gevoeligheid
-stimmuleert insulien afgifte in beta cel
- heel kortwerkend ( bij de maaltijden geven)

11 mmol/mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de bijwerkingen van repaglinide ( meglitinide)

A

-hypoglycemie
-maagdarmklachten
-cardio vasculaire ziekte
-overgevoeligheidsreacties huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke contra indicaties heb je voor het gebruik van repaglinide ( meglitinide)

A

DM 1
ernistige leverfuncitestoornissen

17
Q

welke interacties zijn er met repaglinide

A
  • icm metformine: hypo
  • beta blokkers
18
Q

wat is de werking van pioglitazon ( thiazolidinedion)

HbA1C daling

A
  • agonist van kern receptor PPAR
  • verhogen insuline gevoeligheid in vetweefsel, skeletspieren en lever
  • toenamen expressie glucose teansport EW in vet cellen
  • effect na 1 week
  • en max werking na 6- 8 weken

9- 11 mmol/mol

19
Q

welke bijwerkingen zijn er bij pioglitazon

A

oedemen
gewichtstoename
myocard ishemie
botfracturen
blaaskanker

20
Q

wat zijn contra indicaties voor pioglitazon

A

hartfalen
acuur coronair syndroom
leverfunctiestoornissen

21
Q

welke interacties heb je bij pioglitazon

A
  • icm SU en metformine: hypo
  • NSAID: oedeem
  • gemfibrozoil: remmen CYP 2C
  • niet in combineren met insuline
22
Q

wat is de gouden standaard voor hbA1c daling

23
Q

waarom geen metformine gebruiken bij slechte voedngstoestand en fors alcohol gebruik

A

risico op lactaat acidose

24
Q

mag je repaglinide ( meglitinide gebruiken als je niet ontbijt

A

neen , ze werken kortwerkend

25
waarom werkt pioglitazon pas na 1 week
er moet een hele weg afgelegd worden eer hijj bij de recptor ed komt
25
waarom mag je geen beta blokker gebruiken bij med die hypo's geeft
B blokker maskeert ook de symptomen van hypo's. Ze blokkeren het compensatiemechanimse van de adrenaline
26
wat zijn de interacties met pioglitazon
- icm SU en merformine: hypo - NSAID : oedemen - Gemfibrozil: remming CYP28 - niet comineren met insulines
27
wat is de werking van Acarbose
- werkt in de darm - remt afbraak di-oli-polysacchariden - vertraagt kh opnme - verminderd postprandiale hypo - HBA`1Cdaling 8-9
28
wat zijn de bijwerkingen van acarbose
-flatulentie diarree buikpijn
29
wat zijn de interacties met acarbose
SU-metfromine: hypo metformine: ergere buikpijn met bep. geneesmiddelen:
30
wat zijn contra indicaties voor acarbose
- ernstige NF stoorinssen - darmaandoeningen
31
waarom geen acrabose bij ernstige NF stoornissen
je neemt maar een klein deel op met als gevolg dat je in de problemen komt. Dit omdat de NF het al niet goed doet. Acrabose werkt in de niertubuli