Les 6 Statuut Flashcards

1
Q

Wat is het juridisch kader voor sportbeoefenaars in Vlaanderen en België?

A

Het juridisch kader voor sportbeoefenaars in Vlaanderen en België omvat verschillende wetten en decreten, waaronder:

De Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars. Dit is een specifieke wet die van toepassing is op betaalde sportbeoefenaars en verschilt van de algemene arbeidswetgeving.

Decreet van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar in de Vlaamse Gemeenschap.

Decreet van 8 december 2006 houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap (Wallonië en Brussel).

Deze wetten en decreten regelen verschillende aspecten van het statuut en de arbeidsomstandigheden van sportbeoefenaars, zowel professioneel als niet-professioneel. Ze bevatten bepalingen met betrekking tot arbeidsovereenkomsten, sociale zekerheid en andere aspecten van de sportbeoefening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

at is de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars?

A

De Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars is een specifieke wet die van toepassing is op betaalde sportbeoefenaars in België. Deze wet regelt de arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden van sportbeoefenaars die een vergoeding ontvangen voor hun prestaties.

Deze wet is apart van de algemene arbeidswetgeving en bevat specifieke bepalingen met betrekking tot sportbeoefenaars. Het heeft als doel om de rechten en plichten van sportbeoefenaars te definiëren en te beschermen binnen het kader van hun arbeidsovereenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

: Welke decreten regelen het statuut van niet-professionele sportbeoefenaars in Vlaanderen en Wallonië/Brussel?

A

In Vlaanderen wordt het statuut van niet-professionele sportbeoefenaars geregeld door het “Decreet van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar.” In Wallonië en Brussel wordt dit statuut geregeld door het “Decreet van 8 december 2006 houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap.”

Deze decreten bevatten bepalingen die van toepassing zijn op sportbeoefenaars die geen professionele status hebben en betrekking hebben op zaken zoals arbeidsovereenkomsten, sociale zekerheid en andere aspecten van sportbeoefening. Ze zijn bedoeld om de rechten en belangen van niet-professionele sportbeoefenaars te beschermen en te reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het belang van het vrij verkeer van werknemers en Europees burgerschap in de context van sportbeoefenaars?

A

Het vrij verkeer van werknemers en Europees burgerschap zijn belangrijke aspecten in de context van sportbeoefenaars, vooral in internationale sportcompetities. Deze principes, die zijn vastgelegd in de Europese Unie, zorgen ervoor dat sportbeoefenaars uit EU-lidstaten vrijelijk kunnen werken en sporten in andere lidstaten zonder discriminerende beperkingen.

Dit betekent dat sportbeoefenaars het recht hebben om in andere EU-landen te spelen, werken en trainen, en dat zij dezelfde sociale en arbeidsrechten genieten als de inwoners van die landen. Het vrij verkeer van werknemers en Europees burgerschap spelen een cruciale rol in de bevordering van de mobiliteit en de professionele ontwikkeling van sportbeoefenaars binnen de EU.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie valt onder de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars?

A

De Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars is van toepassing op twee belangrijke groepen:

Betaalde sporters en hun werkgevers: Dit zijn sportbeoefenaars die sporten als hun beroep uitoefenen en hiervoor een vergoeding ontvangen. De wet regelt de arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden voor deze sportbeoefenaars.

Loongrens: Om onder de regeling van deze wet te vallen, moet een sporter (werknemer) een bepaald brutojaarloon verdienen. Dit loonbedrag wordt jaarlijks vastgesteld en moet worden bereikt om onder deze wet te vallen. Het is dus van belang om te controleren of het brutojaarloon de vastgestelde loongrens overschrijdt.

Deze wet is specifiek bedoeld om de rechten en plichten van betaalde sportbeoefenaars en hun werkgevers te reguleren en te beschermen binnen het kader van hun arbeidsovereenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt verstaan onder “loon” in de context van de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars?

A

In de context van de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, wordt “loon” op de volgende manieren gedefinieerd:

Loon in geld: Dit omvat alle betalingen die in contanten aan de sportbeoefenaar worden gedaan als onderdeel van hun arbeidscontract. Het omvat ook fooien en andere betalingen in geld.

In geld waardeerbare voordelen: Dit omvat voordelen die een geldwaarde hebben en aan de sportbeoefenaar worden toegekend als onderdeel van hun dienstbetrekking. Het kan bijvoorbeeld gaan om een bedrijfswagen of andere voordelen met een geldwaarde.

Onkostenvergoeding: Hoewel onkostenvergoeding op zichzelf geen loon is, kan het wel als loon worden beschouwd als dit zo wordt omschreven in het arbeidscontract. De omschrijving door de partijen in het contract is bindend, maar kan niet door de arbeidsrechter worden gewijzigd.

Niet inbegrepen: Bepaalde betalingen vallen niet onder het loonbegrip in de context van deze wet. Dit omvat onder andere vakantiegeld, aanvullende vergoedingen als gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte, en aanvullende voordelen toegekend in verschillende takken van de sociale zekerheid. Deze betalingen worden niet meegerekend bij het bepalen van het loonbedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie zijn de werkgevers van betaalde sportbeoefenaars volgens de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars?

A

De werkgevers van betaalde sportbeoefenaars volgens de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars zijn personen of entiteiten die de betreffende sporters in dienst hebben en hen vergoeden voor hun sportieve activiteiten. De wet regelt de arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden tussen deze werkgevers en betaalde sportbeoefenaars.

Dit kunnen sportclubs, teams, agentschappen of andere organisaties zijn die sporters in dienst nemen en hen betalen voor hun sportieve prestaties. Het begrip “werkgevers” in deze context omvat de partijen die verantwoordelijk zijn voor het aangaan van arbeidsovereenkomsten met sportbeoefenaars en die verplichtingen hebben jegens deze sportbeoefenaars op basis van de wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Third Party Ownership (TPO) in de context van betaalde sportbeoefenaars?

A

Third Party Ownership (TPO) is een praktijk in de sportwereld waarbij derde partijen, zoals investeerders of bedrijven, een deel van de economische rechten van een sportbeoefenaar verwerven. Dit betekent dat ze financiële belangen hebben in de toekomstige transfers of handel in de sportbeoefenaar. In ruil voor hun investeringen ontvangen ze een deel van de opbrengst bij transfers of andere financiële transacties met betrekking tot de sportbeoefenaar.

TPO was met name populair in het voetbal, waar derde partijen soms financiële belangen hadden in spelers. Dit leidde tot zorgen over belangenconflicten en gebrek aan transparantie in de sport, wat leidde tot regelgeving om TPO in sommige landen te verbieden.

Het wordt belangrijk geacht om te voorkomen dat derde partijen te veel invloed uitoefenen op de sportbeoefenaars en hun transfers, wat de integriteit van de sport kan aantasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt het toepassingsgebied van de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars uitgebreid naar andere personen dan sporters?

A

Het toepassingsgebied van de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars kan worden uitgebreid naar andere personen dan sporters via koninklijke besluiten (KB’s). Deze KB’s specificeren welke categorieën personen naast sporters onder de wet vallen en welke bepalingen van de wet op hen van toepassing zijn.

Enkele voorbeelden van personen wiens toepassingsgebied via KB is uitgebreid, zijn trainers in bepaalde sporten (zoals voetbal, basketbal, volleybal en wielrennen), voetbalscheidsrechters en basketbalscheidsrechters. Deze KB’s specificeren welke bepalingen van de wet van toepassing zijn op deze categorieën personen en regelen hun arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden binnen het kader van de wet. Het is belangrijk om de specifieke KB’s te raadplegen om te bepalen welke regels van toepassing zijn op elke categorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt de toegang tot de arbeidsmarkt voor buitenlandse sporters die niet uit de Europese Economische Ruimte (EER) komen, geregeld volgens Belgische regelgeving?

A

De toegang tot de arbeidsmarkt voor buitenlandse sporters die niet uit de Europese Economische Ruimte (EER) komen, kan worden beperkt volgens Belgische regelgeving. Dit wordt geregeld door het Koninklijk Besluit (KB) van 9 juni 1999 in overeenstemming met de Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

Volgens dit KB mag de toegang tot de arbeidsmarkt voor niet-EER-sporters worden beperkt door een minimumloonbedrag vast te stellen. Dit minimumloonbedrag was oorspronkelijk 8 keer het loondrempelbedrag uit de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (ongeveer 88.000 euro in 2023). Dit betekende dat niet-EER-sporters dit minimumloonbedrag moesten verdienen om in België te mogen werken als betaalde sportbeoefenaars.

Het KB van 9 juni 1999 en de bijbehorende wetgeving waren bedoeld om de toegang tot de arbeidsmarkt voor niet-EER-sporters te reguleren en ervoor te zorgen dat zij een passend loon ontvingen voor hun diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het loondrempelbedrag voor betaalde sportbeoefenaars volgens de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars?

A

Volgens de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars is het loondrempelbedrag voor betaalde sportbeoefenaars het minimumloon dat zij moeten verdienen om onder de regeling van deze wet te vallen.

Dit loondrempelbedrag wordt jaarlijks vastgesteld na advies van het Nationaal Paritair Comité voor de sport (NPC). Het loondrempelbedrag voor het betreffende jaar bepaalt of een sportbeoefenaar onder de regeling van de wet valt. Als het loon van de sportbeoefenaar dit drempelbedrag overschrijdt, wordt hij beschouwd als een betaalde sportbeoefenaar en zijn de bepalingen van de wet van toepassing.

Voor het jaar 2023 bedraagt het loondrempelbedrag voor betaalde sportbeoefenaars 92.225 euro bruto per jaar. Dit bedrag kan jaarlijks worden aangepast op basis van advies van het NPC. Het loondrempelbedrag is van belang om te bepalen welke sportbeoefenaars onder de regeling van de wet vallen en welke niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

anaf welke leeftijd kunnen sporters een arbeidsovereenkomst sluiten in de sport volgens de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars?

A

Volgens de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars kunnen sporters vanaf het einde van de voltijdse leerplicht, dat wil zeggen vanaf de leeftijd van 15 jaar, een arbeidsovereenkomst sluiten in de sportsector.

Er zijn echter sectoren zoals basketbal, voetbal, volleybal en wielrennen waarvoor specifieke leeftijdsvereisten gelden, zoals bepaald in een Koninklijk Besluit (KB) van 18 juli 2001. In deze sectoren geldt een minimale leeftijd van 16 jaar voor deeltijdse arbeidsprestaties van maximaal 80 uur per maand en een minimale leeftijd van 18 jaar voor deeltijdse arbeid die hoger is dan 80 uur per maand of voor voltijdse arbeid.

Er is ook een KB van 25 mei 2018 dat voetbal uit de lijst van sectoren heeft geschrapt, waardoor de leeftijd voor voetbalspelers is teruggebracht naar 15 jaar, in lijn met de algemene leeftijdsvereiste voor sportbeoefenaars volgens de wet.

Deze leeftijdsvereisten regelen de minimumleeftijd waarop sporters in de desbetreffende sectoren een arbeidsovereenkomst kunnen sluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke modaliteiten zijn van toepassing op arbeidsovereenkomsten voor betaalde sportbeoefenaars volgens de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars?

A

De Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars voorziet in verschillende modaliteiten voor dergelijke arbeidsovereenkomsten. Deze omvatten:

Schriftelijke vastlegging: Alle arbeidsovereenkomsten voor betaalde sportbeoefenaars moeten schriftelijk worden vastgelegd. Dit betekent dat de voorwaarden en afspraken van de overeenkomst duidelijk op papier moeten worden gezet.

Duur van de contracten: Arbeidsovereenkomsten voor betaalde sportbeoefenaars mogen niet langer duren dan 5 jaar. Dit beperkt de maximale looptijd van dergelijke contracten.

Hernieuwbaarheid: De wet staat toe dat dergelijke arbeidsovereenkomsten hernieuwbaar zijn. Dit betekent dat na het verstrijken van de looptijd van een contract, de partijen ervoor kunnen kiezen om het contract te vernieuwen voor een verdere periode.

Contracten van onbepaalde duur: Hoewel het zeldzaam is, voorziet de wet ook in de mogelijkheid van arbeidsovereenkomsten voor betaalde sportbeoefenaars van onbepaalde duur. Dit kan van belang zijn bij de beëindiging van dergelijke contracten, aangezien er specifieke bepalingen gelden voor contracten van onbepaalde duur.

Deze modaliteiten regelen de belangrijkste aspecten van arbeidsovereenkomsten voor betaalde sportbeoefenaars volgens de wet, inclusief de duur, vernieuwbaarheid en schriftelijke vastlegging van de overeenkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een concurrentiebeding in de context van arbeidsovereenkomsten voor betaalde sportbeoefenaars volgens de Wet van 24 februari 1978?

A

Een concurrentiebeding is een bepaling in een arbeidsovereenkomst die in bepaalde situaties voorkomt dat een sporter onmiddellijk voor een concurrent kan optreden nadat zijn of haar contract is beëindigd. In de context van de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars wordt een concurrentiebeding als niet-bestaand beschouwd. Dit betekent dat dergelijke bedingen in principe niet zijn toegestaan in arbeidsovereenkomsten voor sportbeoefenaars.

Echter, de wet zelf voorziet in twee situaties waarin er een soortgelijk concurrentiebeding van toepassing is:

Als de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt om een dringende reden.
Als de sporter de arbeidsovereenkomst beëindigt zonder dringende reden.

In deze gevallen mag de sporter niet deelnemen aan bepaalde sportcompetities die plaatsvinden in dezelfde reeks, categorie, afdeling, of sporttak tijdens het lopende sportseizoen. Dit betekent dat de sporter niet onmiddellijk voor een andere club in dezelfde competitie kan spelen als zijn of haar contract vroegtijdig wordt beëindigd door de werkgever of de sporter zelf zonder dringende reden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars volgens de Wet van 24 februari 1978 eindigen?

A

Een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars volgens de Wet van 24 februari 1978 kan op verschillende manieren eindigen:

Verstrijken overeengekomen termijn: Als de overeenkomst een bepaalde duur heeft en deze termijn afloopt, eindigt de arbeidsovereenkomst van rechtswege.

Beëindiging omwille van dringende reden: Zowel de werkgever als de sporter kunnen de arbeidsovereenkomst vroegtijdig beëindigen omwille van een dringende reden. Een dringende reden is een ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. De bewijslast voor het aantonen van een dringende reden ligt bij de partij die deze reden inroept. Een arbeidsrechter beslist uiteindelijk of er sprake is van een dringende reden.

Verbrekingsvergoeding: In het geval van beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur vóór het verstrijken van de termijn, kan een verbrekingsvergoeding verschuldigd zijn. Deze vergoeding komt overeen met het bedrag van het loon dat verschuldigd zou zijn tot het einde van de overeengekomen termijn. Er is echter een maximumbedrag van het dubbel van de opzeggingstermijn in geval van een overeenkomst van onbepaalde duur. Dit betekent dat de werkgever de sporter een vergoeding moet betalen als het contract vroegtijdig wordt beëindigd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

: Wat zijn de modaliteiten voor het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars met een overeenkomst van bepaalde duur volgens de Wet van 24 februari 1978?

A

Een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars met een overeenkomst van bepaalde duur kan op verschillende manieren beëindigen volgens de Wet van 24 februari 1978:

Verstrijken van de overeengekomen termijn: Als de overeenkomst een bepaalde termijn heeft, eindigt deze van rechtswege wanneer de overeengekomen termijn afloopt.

Beëindiging omwille van dringende reden: Zowel de werkgever als de sporter kunnen de arbeidsovereenkomst vroegtijdig beëindigen omwille van een dringende reden. Een dringende reden is een ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. De bewijslast voor het aantonen van een dringende reden ligt bij de partij die deze reden inroept.

Verbrekingsvergoeding: Als de overeenkomst van bepaalde duur vroegtijdig wordt beëindigd, kan er een verbrekingsvergoeding verschuldigd zijn. Deze vergoeding komt overeen met het bedrag van het loon dat verschuldigd zou zijn tot het einde van de overeengekomen termijn. Er geldt echter een maximumbedrag van het dubbele van de opzeggingstermijn in geval van een overeenkomst van onbepaalde duur.

De exacte modaliteiten voor de verbrekingsvergoeding kunnen variëren op basis van het loon en het moment waarop de overeenkomst wordt beëindigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de modaliteiten voor het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars met een overeenkomst van onbepaalde duur volgens de Wet van 24 februari 1978?

A

Volgens de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars is de situatie waarin een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars een overeenkomst van onbepaalde duur is, bijna fictief. Dit komt omdat de wetgeving in de praktijk voornamelijk gericht is op overeenkomsten van bepaalde duur.

In het geval van een overeenkomst van onbepaalde duur geldt een schadevergoeding die is vastgelegd bij Koninklijk Besluit van 13 juli 2004. Deze regeling bepaalt de opzegvergoeding in functie van het loon van de sportbeoefenaar en het moment waarop de overeenkomst wordt verbroken. De opzegvergoeding is bedoeld om de sporter te compenseren voor de vroegtijdige beëindiging van het contract.

De specifieke berekening van de opzegvergoeding varieert op basis van het jaarlijkse loon van de sportbeoefenaar en kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van het aantal maanden loon dat verschuldigd is gedurende de eerste twee jaar na de beëindiging van het contract. Er zijn verschillende categorieën van jaarlijks loon met bijbehorende opzegvergoedingen.

Het is vermeldenswaard dat deze regeling voor overeenkomsten van onbepaalde duur in de praktijk zelden wordt toegepast, omdat de meeste arbeidsovereenkomsten voor betaalde sportbeoefenaars overeenkomsten van bepaalde duur zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zouden de financiële gevolgen zijn voor de voetballer ‘Rappe Mario’ als hij zijn contract bij AA Gent verbreekt na 1 jaar van een contract van 5 jaar waarin hij jaarlijks 100.000 euro verdient?

A

Als ‘Rappe Mario’ zijn contract bij AA Gent verbreekt na 1 jaar van een contract van 5 jaar waarin hij jaarlijks 100.000 euro verdient, zijn er financiële gevolgen voor hem. De verbrekingsvergoeding wordt berekend op basis van de resterende duur van het contract en het jaarlijkse loon. Hier is hoe het wordt berekend:

Eerst moet worden bepaald hoe lang het contract nog loopt. In dit geval loopt het contract nog 4 jaar.

Vervolgens moet worden berekend wat de maximale verbrekingsvergoeding zou zijn als het een contract van onbepaalde duur was. Volgens het Koninklijk Besluit van 13 juli 2004 zou dit maximaal het dubbele van de opzegtermijn zijn. Als het jaarlijkse loon van 'Rappe Mario' 100.000 euro is, zou de opzegtermijn in dit geval 18 maanden zijn. Het dubbele daarvan is 36 maanden, wat overeenkomt met 3 jaar.

De uiteindelijke verbrekingsvergoeding wordt dan het bedrag van het loon dat verschuldigd zou zijn tot het einde van de overeengekomen termijn, maar met een maximum van 3 jaar in dit geval.

Dus, in dit scenario zou ‘Rappe Mario’ een verbrekingsvergoeding moeten betalen die overeenkomt met 3 jaar salaris, wat neerkomt op 300.000 euro.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat was het resultaat van de zaak ‘Van Aert’ met betrekking tot de verbrekingsvergoeding voor een betaalde sportbeoefenaar?

A

: In de zaak ‘Van Aert’ had de sporter zijn contract met zijn werkgever (WG) op basis van een dringende reden beëindigd. De WG betwistte de beëindiging en eiste een verbrekingsvergoeding van de sporter.

Het resultaat van deze zaak was dat de arbeidsrechtbank de eis van de werkgever ongegrond verklaarde omdat de werkgever de vertrouwensband had geschonden. De arbeidshof van Antwerpen oordeelde ook dat er onvoldoende bewijs was voor de dringende reden die was ingeroepen door de sporter. Hierdoor werd de sporter verplicht om een verbrekingsvergoeding te betalen.

Dit geval illustreerde de complexiteit van verbrekingsvergoedingen voor betaalde sportbeoefenaars en benadrukte dat de partij die een dringende reden inroept, de bewijslast heeft om de rechtsgeldigheid van hun acties te ondersteunen.

Het belangrijkste argument van de sporter in deze zaak was dat betaalde sportbeoefenaars hogere vergoedingen moeten betalen dan gewone werknemers bij contractbreuk. Het arbeidshof oordeelde echter dat een verschil in behandeling niet verboden is, op voorwaarde dat het gebaseerd is op objectieve criteria en redelijkerwijs gerechtvaardigd is. De sportbeoefenaars werden beschouwd als een aparte en objectieve beroepscategorie met specifieke regels en doelstellingen, zoals het handhaven van de stabiliteit van teams en het beschermen van de integriteit van de sport, wat de differentiatie in behandeling rechtvaardigde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wie wordt beschouwd als een niet-professionele sportbeoefenaar volgens het decreet van 24 juli 1996?

A

Volgens het decreet van 24 juli 1996 wordt een niet-professionele sportbeoefenaar gedefinieerd als “de sportbeoefenaar die zich voorbereidt op of deelneemt aan een sportmanifestatie en daarvoor geen arbeidsovereenkomst heeft aangegaan in het kader van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars.”

Dit betekent dat niet-professionele sportbeoefenaars geen arbeidsovereenkomst hebben voor hun sportactiviteiten en omvat verschillende categorieën, zoals zelfstandigen zonder arbeidsovereenkomst, werknemers met een jaarlijks loon onder een bepaalde drempel, en liefhebbers van sport, waaronder studenten en professoren. Deze definitie is bedoeld om degenen te omvatten die sport beoefenen op een niet-professionele basis zonder een formele arbeidsovereenkomst voor hun sportactiviteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke rechten worden verleend aan niet-professionele sportbeoefenaars onder het decreet van 24 juli 1996?

A

Het decreet van 24 juli 1996 verleent verschillende rechten aan niet-professionele sportbeoefenaars, waaronder:

Vrijheidsregeling: Niet-professionele sportbeoefenaars hebben het recht om jaarlijks de overeenkomst tussen hen en hun sportvereniging te beëindigen. Dit betreft de overeenkomst van lidmaatschap bij de sportvereniging. Ze kunnen deze overeenkomst opzeggen op voorwaarde dat dit gebeurt via een aangetekende brief aan de vereniging en federatie tussen 1 juni en 30 juni. De exacte datum van opzegging kan variëren en wordt bepaald door de overheid op vraag van de federatie, maar moet minstens één maand zijn. Elk beding dat de vrije keuze en overgang van de sporter beperkt, moet als ongeldig worden beschouwd.

Bescherming van de sporter: Het decreet voorziet in waarborgen en vereisten voor tuchtprocedures om de belangen en rechten van de niet-professionele sportbeoefenaar te beschermen.

Deze rechten zijn bedoeld om niet-professionele sportbeoefenaars enige flexibiliteit en bescherming te bieden in hun sportparticipatie en lidmaatschap bij sportverenigingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat houdt de jaarlijkse vrijheidsregeling in voor niet-professionele sportbeoefenaars volgens het decreet van 24 juli 1996?

A

De jaarlijkse vrijheidsregeling volgens het decreet van 24 juli 1996 geeft niet-professionele sportbeoefenaars het recht om jaarlijks de overeenkomst tussen hen en hun sportvereniging te beëindigen. Deze overeenkomst betreft het lidmaatschap bij de sportvereniging. Sporters kunnen hun lidmaatschap opzeggen via een aangetekende brief aan de vereniging en federatie tussen 1 juni en 30 juni. De exacte datum van opzegging kan variëren en wordt bepaald door de overheid op vraag van de federatie, maar moet minstens één maand zijn.

Dit recht stelt niet-professionele sportbeoefenaars in staat om jaarlijks te beslissen of ze hun lidmaatschap bij een sportvereniging willen voortzetten of beëindigen, en het beperkt de beperkingen op hun vrije keuze en overgang naar andere sportverenigingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat gebeurt er als een niet-professionele sportbeoefenaar een arbeidsovereenkomst heeft en tegelijkertijd wil profiteren van de jaarlijkse vrijheidsregeling volgens het decreet van 24 juli 1996?

A

Als een niet-professionele sportbeoefenaar een arbeidsovereenkomst heeft voor een bepaalde duur die vervalt op een latere datum dan de einddatum van de overeenkomst van lidmaatschap bij een sportvereniging, dan kan het recht op jaarlijkse vrijheid conflicteren met de arbeidsovereenkomst. In een dergelijk geval moet rekening worden gehouden met de arbeidsovereenkomst die de niet-professionele sportbeoefenaar met zijn sportvereniging heeft afgesloten.

Dit betekent dat de jaarlijkse vrijheid alleen van toepassing is op niet-professionele sportbeoefenaars die geen arbeidsovereenkomst hebben afgesloten voor meer dan één jaar. Als de arbeidsovereenkomst langer duurt dan de jaarlijkse vrijheidstermijn, kan de sportbeoefenaar verplicht zijn om zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst na te komen en kan het opzeggen van het lidmaatschap in strijd zijn met de arbeidsovereenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat verbiedt het decreet van 24 juli 1996 met betrekking tot vergoedingen bij de regelmatige beëindiging van een overeenkomst tussen een niet-professionele sportbeoefenaar en zijn sportvereniging?

A

Het decreet van 24 juli 1996 verbiedt de betaling van enige vergoeding onder welke vorm of benaming dan ook bij de regelmatige beëindiging van een overeenkomst tussen een niet-professionele sportbeoefenaar en zijn sportvereniging, als deze betaling plaatsvindt naar aanleiding van of gekoppeld is aan de overgang naar een andere sportvereniging. Dit verbod is ook van toepassing wanneer de niet-professionele sportbeoefenaar zijn overeenkomst regelmatig beëindigt om naar een andere sportvereniging over te gaan en daar een professioneel statuut aanneemt.

Met andere woorden, het decreet verbiedt financiële vergoedingen of betalingen aan niet-professionele sportbeoefenaars in verband met de overgang naar een andere sportvereniging, ongeacht de vorm of naam die deze vergoedingen kunnen hebben. Dit verbod is bedoeld om de vrije overgang van sportbeoefenaars tussen verenigingen te waarborgen zonder financiële belemmeringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke waarborgen worden geboden aan niet-professionele sportbeoefenaars volgens het decreet van 24 juli 1996?

A

Het decreet van 24 juli 1996 biedt verschillende waarborgen aan niet-professionele sportbeoefenaars, waaronder:

Minderjarigen: Als een niet-professionele sportbeoefenaar minderjarig is, moet de overeenkomst medeondertekend worden door de wettige vertegenwoordiger (bijvoorbeeld een ouder of voogd).

Informatie: Op de keerzijde van de aansluitingskaart moet vermeld worden waar en hoe de volledige reglementen kunnen worden geraadpleegd. Daarnaast moet er een bondige samenvatting van de reglementen inzake de vrijheidsregeling, de disciplinaire maatregelen en de verzekeringsovereenkomsten beschikbaar zijn. Deze informatievoorziening is bedoeld om niet-professionele sportbeoefenaars op de hoogte te stellen van hun rechten en plichten.

Deze waarborgen zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat niet-professionele sportbeoefenaars voldoende informatie hebben over hun lidmaatschap bij een sportvereniging en om de belangen van minderjarige sportbeoefenaars te beschermen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn enkele van de rechten van verdediging die moeten worden gerespecteerd in het kader van de tuchtregeling volgens het decreet van 24 juli 1996?

A

Volgens het decreet van 24 juli 1996 moeten verschillende rechten van verdediging worden gerespecteerd in het kader van de tuchtregeling voor niet-professionele sportbeoefenaars. Enkele van deze rechten omvatten:

Onafhankelijkheid en onpartijdigheid: De tuchtprocedure moet onafhankelijk en onpartijdig zijn om een eerlijke behandeling van de sportbeoefenaar te waarborgen.

Openbaarheid van zittingen: De zittingen van het tuchtorgaan moeten openbaar zijn, wat betekent dat ze toegankelijk zijn voor belanghebbenden en getuigen.

Jeugdige leeftijd in rekening nemen: Als de sportbeoefenaar minderjarig is, moet zijn of haar jeugdige leeftijd in aanmerking worden genomen bij het opleggen van disciplinaire maatregelen.

Tegensprekelijkheid: De sportbeoefenaar moet de gelegenheid hebben om zijn of haar zaak te verdedigen en tegenbewijs te leveren.

Gemotiveerde beslissing: De beslissing van het tuchtorgaan moet worden gemotiveerd, zodat de sportbeoefenaar begrijpt waarom een bepaalde disciplinaire maatregel is opgelegd.

Beroepsmogelijkheid: De sportbeoefenaar moet het recht hebben om in beroep te gaan tegen de beslissing van het tuchtorgaan.

Deze rechten van verdediging zijn bedoeld om de sportbeoefenaar een eerlijke en rechtvaardige tuchtprocedure te bieden en zijn belangen te beschermen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke vormen van toezicht en controle worden genoemd in het decreet van 24 juli 1996 met betrekking tot de niet-professionele sportbeoefenaar?

A

Het decreet van 24 juli 1996 voorziet in verschillende vormen van toezicht en controle met betrekking tot niet-professionele sportbeoefenaars. Enkele van deze vormen omvatten:

Administratieve sancties: Het decreet biedt de mogelijkheid om administratieve sancties op te leggen aan sportverenigingen die inbreuk maken op de bepalingen van het decreet. Deze sancties kunnen onder meer bestaan uit aanmaningen, het verlies van subsidies, een verbod op het organiseren van evenementen en geldboetes.

Strafsancties: Voor inbreuken met betrekking tot de vrijheidsregeling, zoals het niet naleven van de jaarlijkse vrijheidsregeling, voorziet het decreet in strafrechtelijke sancties. Dit kan resulteren in gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden en/of geldboetes.

Deze vormen van toezicht en controle zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de bepalingen van het decreet worden nageleefd en om de rechten en belangen van niet-professionele sportbeoefenaars te beschermen. Ze bieden instrumenten om op te treden tegen sportverenigingen die zich niet aan de regels houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is de “FIFA protected period” in de context van voetbalcontracten?

A

De “FIFA protected period” verwijst naar een specifieke periode in voetbalcontracten die is vastgesteld door de FIFA (Fédération Internationale de Football Association) om contractstabiliteit te waarborgen. Deze periode heeft betrekking op de duur van een voetbalcontract voordat het zonder gevolgen kan worden opgezegd door een van de partijen. De regels voor de “FIFA protected period” zijn als volgt:

Contract voor de 28e verjaardag: Als een voetballer een contract tekent vóór zijn 28e verjaardag, geldt een beschermde periode van 3 volledige seizoenen of 3 jaar, afhankelijk van wat langer is. Dit betekent dat het contract gedurende deze periode niet zonder geldige reden kan worden beëindigd.

Contract na de 28e verjaardag: Als een voetballer een contract tekent na zijn 28e verjaardag, geldt een kortere beschermde periode van 2 volledige seizoenen of 2 jaar, afhankelijk van wat langer is.

De “FIFA protected period” is bedoeld om contractstabiliteit te bevorderen en te voorkomen dat voetballers hun contracten te snel verbreken. Tijdens deze periode kunnen contracten alleen worden beëindigd als er geldige redenen zijn, zoals bepaald in de FIFA-regelgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

: Welke artikelen in de FIFA-regelgeving bevatten bepalingen over het beëindigen van voetbalcontracten met of zonder geldige reden?

A

De FIFA-regelgeving bevat verschillende artikelen met betrekking tot het beëindigen van voetbalcontracten met of zonder geldige reden. Enkele van deze artikelen zijn:

Artikel 14: Dit artikel stelt dat een voetbalcontract door beide partijen zonder gevolgen van welke aard dan ook kan worden opgezegd als er een geldige reden is. Dit betekent dat contracten kunnen worden beëindigd als er een rechtmatige grond bestaat voor de opzegging.

Artikel 14 bis: Dit artikel behandelt de opzegging van een contract met een geldige reden wegens achterstallig loon. Als een speler gedurende twee maanden geen loon heeft ontvangen, kan het contract worden opgezegd, tenzij een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) op nationaal niveau geldig is onderhandeld en afwijkt van de vastgestelde beginselen.

Artikel 15: Dit artikel behandelt het beëindigen van een contract om sportieve redenen. Het stelt dat een beroepsspeler in vaste dienst zijn contract voortijdig kan beëindigen op basis van een sportieve gegronde reden als hij in minder dan tien procent van de officiële wedstrijden van zijn club heeft gespeeld gedurende het seizoen.

Deze artikelen bieden richtlijnen en voorwaarden voor het beëindigen van voetbalcontracten en definiëren de geldige redenen voor opzegging. Ze spelen een cruciale rol bij het handhaven van contractstabiliteit en het beschermen van de rechten van spelers en clubs.

30
Q

Wat is de “verbrekingsvergoeding” volgens de FIFA-regelgeving in het geval van het voortijdig beëindigen van een voetbalcontract?

A

De “verbrekingsvergoeding” is een vergoeding die wordt vastgesteld volgens de FIFA-regelgeving wanneer een voetbalcontract voortijdig wordt beëindigd zonder een geldige reden. Deze vergoeding dient als compensatie voor de schade die de in gebreke blijvende partij veroorzaakt door het contract voortijdig te verbreken. De FIFA-regelgeving, met name Artikel 17.1, specificeert hoe deze vergoeding wordt berekend:

Berekening van de vergoeding: De vergoeding wordt berekend op basis van verschillende criteria, waaronder de nationale wetgeving van het betrokken land, het specifieke karakter van de sport en andere objectieve criteria. Enkele van deze criteria omvatten:
    Het salaris en andere voordelen die aan de speler verschuldigd zijn onder het bestaande contract en/of het nieuwe contract.
    De resterende duur van het bestaande contract, met een maximum van vijf jaar.
    Vergoedingen en onkosten die door de voormalige club zijn betaald of gemaakt.
    Of de contractbreuk plaatsvond binnen een beschermde periode (FIFA Protected Period).

Specifieke situaties: Er zijn specifieke situaties waarin de berekening kan variëren. Bijvoorbeeld, als de speler na het beëindigen van zijn vorige contract geen nieuw contract heeft getekend, is de vergoeding meestal gelijk aan de restwaarde van het voortijdig beëindigde contract. Als de speler echter een nieuw contract heeft getekend op het moment van de beslissing, wordt de waarde van het nieuwe contract afgetrokken van de restwaarde van het voortijdig beëindigde contract.

Collectieve arbeidsovereenkomsten: In sommige gevallen kunnen collectieve arbeidsovereenkomsten op nationaal niveau afwijken van de hierboven genoemde principes. Als er een geldige CAO is die is onderhandeld door werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers in overeenstemming met de nationale wetgeving, hebben de voorwaarden van die overeenkomst voorrang.

Kortom, de verbrekingsvergoeding is bedoeld om de financiële gevolgen van het voortijdig beëindigen van een voetbalcontract te bepalen en de schade te vergoeden die wordt veroorzaakt door de contractbreuk. De exacte berekening kan variëren op basis van verschillende factoren en omstandigheden.

31
Q

Wat zijn de sportieve sancties die kunnen worden opgelegd aan een speler die tijdens de Fifa protected period contractbreuk pleegt?

A

Tijdens de Fifa protected period kan een speler sportieve sancties worden opgelegd als hij contractbreuk pleegt. De sportieve sancties voor een speler die contractbreuk pleegt tijdens deze periode zijn als volgt:

Beperking van spelen: De speler kan een schorsing oplopen van vier tot zes maanden, wat betekent dat hij gedurende deze periode niet mag deelnemen aan officiële wedstrijden. Deze schorsing begint vanaf het begin van het volgende seizoen bij de nieuwe club waarbij de speler zich heeft ingeschreven.

Voorwaarden voor oplegging: Deze sportieve sancties worden alleen opgelegd in specifieke situaties. Als een speler contractbreuk pleegt zonder een geldige reden of om sportieve redenen na afloop van de beschermde periode, zullen er geen sportieve sancties worden opgelegd.

Disciplinaire maatregelen: Buiten de beschermde periode kunnen disciplinaire maatregelen worden opgelegd als een speler zijn contract niet binnen 15 dagen na de laatste officiële wedstrijd van het seizoen van de club waarbij hij is ingeschreven, heeft opgezegd.

Het doel van deze sportieve sancties is om spelers te ontmoedigen om contractbreuk te plegen tijdens de Fifa protected period en om de integriteit van contracten te waarborgen.

32
Q

Welke sportieve sancties kunnen worden opgelegd aan de betrokken club als een speler tijdens de Fifa protected period contractbreuk pleegt?

A

Als een speler tijdens de Fifa protected period contractbreuk pleegt, kunnen er ook sportieve sancties worden opgelegd aan de betrokken club, die wordt verondersteld de nieuwe club te zijn waarbij de speler zich heeft aangesloten. Deze sportieve sancties voor de betrokken club kunnen onder andere omvatten:

Verbod op nieuwe spelersregistraties: De club wordt verboden om nieuwe spelers te registreren, zowel nationaal als internationaal, gedurende twee registratieperiodes. Dit betekent dat de club gedurende deze tijd geen nieuwe spelers mag aantrekken en inschrijven.

Aanzetten tot contractbreuk: Tenzij het tegendeel wordt bewezen, wordt aangenomen dat een club die een beroepsspeler contracteert die zijn contract zonder geldige reden heeft beëindigd, deze beroepsspeler heeft aangezet tot contractbreuk. Dit kan leiden tot verdere disciplinaire maatregelen tegen de betrokken club.

Deze sportieve sancties zijn bedoeld om clubs te ontmoedigen om contractbreuk door spelers aan te moedigen of te vergemakkelijken tijdens de beschermde periode en dragen bij aan de handhaving van contractstabiliteit in het voetbal.

33
Q

: Wat waren de feiten en de gevolgen van de zaak Mexès met betrekking tot de Fifa protected period?

A

In de zaak Mexès, had Philippe Mexès zijn jeugdopleiding bij een Franse voetbalclub genoten. In 2000 tekende hij een professioneel contract bij dezelfde opleidingsclub voor een duur van 5 jaar. Eind 2002 kreeg hij een contractverlenging met verbeterde voorwaarden. De FIFA-regels omtrent de Fifa protected period waren van kracht sinds 2001. Roma was geïnteresseerd om Mexès aan te trekken, maar was terughoudend vanwege de hoge transfervergoeding die ze moesten betalen. Uiteindelijk tekende Mexès in 2004 een contract bij AS Roma en zei hij een dag voor het tekenen van het contract zijn contract met de Franse club op.

De gevolgen van deze zaak waren als volgt:

Het Franse team was het niet eens met het vertrek van Mexès en startte een procedure bij de FIFA Dispute Resolution Chamber (DRC). Vanwege de contractverlenging in 2002 begon er een nieuwe Fifa protected period, wat betekende dat Mexès zijn contract tijdens deze beschermde periode had verbroken.
Als sanctie werd Mexès een schorsing opgelegd en moest hij een schadevergoeding/verbrekingsvergoeding van 8 miljoen betalen aan het Franse team.
AS Roma kreeg ook een sportieve sanctie opgelegd in de vorm van een transferverbod van 1 jaar, wat betekende dat ze gedurende deze tijd geen nieuwe spelers mochten aantrekken.

In beroep bij het Court of Arbitration for Sport (CAS) werd de verbrekingsvergoeding verlaagd tot 7 miljoen, maar het transferverbod van AS Roma werd gehandhaafd voor 6 maanden.

34
Q

Wat waren de feiten en gevolgen van de zaak Webster met betrekking tot de Fifa protected period?

A

In de zaak Webster was de Schotse voetballer Andy Webster betrokken. Hij speelde voor een Schotse voetbalclub en weigerde zijn contract te verlengen, wat resulteerde in zijn verwijzing naar het B-team van de club. Hij besloot zijn contract te verbreken buiten de Fifa protected period.

De gevolgen van deze zaak waren als volgt:

De zaak werd voorgelegd aan de FIFA Dispute Resolution Chamber (DRC). Aangezien het contract buiten de beschermde periode werd verbroken, waren er geen sportieve sancties van toepassing. Echter, Webster kreeg wel een schorsing opgelegd omdat hij zijn contract niet binnen 2 weken na het einde van het seizoen had opgezegd.
De schadevergoeding/verbrekingsvergoeding die aan de Schotse club werd opgelegd, omvatte de restwaarde van het lopende contract, ontvangen bonussen, en het feit dat Webster's waarde als speler was gestegen en de transfervergoeding die de club had betaald. Deze vergoeding bedroeg 625.000 pond.
In beroep bij het Court of Arbitration for Sport (CAS) werd de schadevergoeding verminderd tot 150.000 pond. Het panel oordeelde dat er geen reden was om de waarde van de speler in de berekening van de verbrekingsvergoeding op te nemen, zoals het feit dat hij meer waard was geworden, en beperkte de vergoeding tot de restwaarde van het lopende contract.
35
Q

Wat waren de feiten en gevolgen van de zaak Matuzalem met betrekking tot de Fifa protected period?

A

: In de zaak Matuzalem was een Braziliaanse voetballer betrokken die een contract had met twee specifieke clausules. Ten eerste was er een prijsbepalingsclausule waarin stond dat als een club 25 miljoen zou betalen voor de speler, hij zijn uiterste best moest doen om de transfer te laten plaatsvinden. Ten tweede, als hij zijn contract eenzijdig zou verbreken, zou dit een boete van 25 miljoen met zich meebrengen. Ondanks deze clausules verbrak hij in 2007 zijn contract en tekende hij twee weken later een nieuw contract.

De gevolgen van deze zaak waren als volgt:

De zaak werd voorgelegd aan de FIFA Dispute Resolution Chamber (DRC). Omdat de verbreking buiten de Fifa protected period plaatsvond, werd een verbrekingsvergoeding van 6,8 miljoen opgelegd, met als basis verschillende criteria, waaronder de specifieke aard van de sport, het feit dat de speler veel speelkansen had gekregen, dat hij aan het einde van het seizoen nog een loonsverhoging had ontvangen, dat de club te goeder trouw was, en dat de club schade leed door zijn vertrek.
In beroep bij het Court of Arbitration for Sport (CAS) werd de schadevergoeding verhoogd tot 11,8 miljoen. Het CAS introduceerde ook het nieuwe beginsel van "positive interest," wat betekent dat de verbrekingsvergoeding ervoor moet zorgen dat de partij die schade heeft geleden (in dit geval de club die de speler zonder transfervergoeding zag vertrekken) wordt hersteld in de situatie waarin er geen verbreking zou zijn geweest. Verschillende factoren werden gebruikt om de schadevergoeding te bepalen, waaronder de waarde van de verloren diensten, de transfersom die achteraf aan de nieuwe club werd betaald voor een huurovereenkomst, het niet meer te betalen loon, en de specificiteit van de situatie, zoals het feit dat de speler de club kort voor de kwalificaties van de Champions League verliet.
Omdat de speler weigerde deze schadevergoeding te betalen, werden extra sancties opgelegd.

Uiteindelijk besliste de Zwitserse federale rechter dat de uitspraak van het CAS en de FIFA-regels met betrekking tot extra sancties voor het niet betalen van de verbrekingsvergoeding in strijd waren met het Zwitserse recht.

36
Q

Welk nieuw beginsel introduceerde het CAS in de zaak Matuzalem met betrekking tot de Fifa protected period?

A

In de zaak Matuzalem introduceerde het Court of Arbitration for Sport (CAS) het nieuwe beginsel van “positive interest” met betrekking tot de Fifa protected period. Dit beginsel houdt in dat de verbrekingsvergoeding ervoor moet zorgen dat de partij die schade heeft geleden (in dit geval de club die de speler zonder transfervergoeding zag vertrekken) wordt hersteld in de situatie waarin er geen verbreking zou zijn geweest. Het CAS gebruikte verschillende factoren om de schadevergoeding te bepalen, waaronder de waarde van de verloren diensten, de transfersom die achteraf aan de nieuwe club werd betaald voor een huurovereenkomst, het niet meer te betalen loon, en de specificiteit van de situatie. Dit nieuwe beginsel was een belangrijk aspect van de uitspraak in de zaak Matuzalem en had invloed op de hoogte van de opgelegde schadevergoeding.

37
Q

Wat waren de feiten en gevolgen van de zaak De Sanctis met betrekking tot de Fifa training compensation?

A

In de zaak De Sanctis was een Italiaanse doelman betrokken wiens laatste contract in 2005 afliep, na afloop van de beschermde periode van de Fifa protected period. Hij verbrak zijn contract en tekende een nieuw contract bij een andere club.

De gevolgen van deze zaak waren als volgt:

De zaak werd voorgelegd aan de FIFA Dispute Resolution Chamber (DRC). Omdat de verbreking buiten de beschermde periode plaatsvond, was er geen extra hoge verbrekingsvergoeding verschuldigd. De DRC legde een schadevergoeding van 3,9 miljoen op, waarbij elementen zoals het verschil in verloning tussen het nieuwe en het oude contract en niet afgeschreven makelaarskosten werden meegenomen.
In beroep bij het Court of Arbitration for Sport (CAS) werd de schadevergoeding verlaagd tot 2,25 miljoen, waarbij het beginsel van "positive interest" werd bevestigd.

Deze zaak illustreert de toepassing van training compensation, zelfs als er geen sprake is van een vroegtijdige verbreking van het contract, en benadrukt het belang van de leeftijd van 23 jaar als referentiepunt voor training compensation.

38
Q

Wat is de doelstelling van Annex 4 in de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players met betrekking tot training compensation?

A

Annex 4 in de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players heeft als doel de training en opleiding van een speler te reguleren, met specifieke aandacht voor de periode tussen 12 en 23 jaar. De belangrijkste doelstellingen van Annex 4 zijn:

De training en opleiding van een speler vinden plaats tussen de leeftijd van 12 en 23 jaar.
Een opleidingsvergoeding is in de regel verschuldigd tot de leeftijd van 23 jaar voor opleidingen die zijn gevolgd tot de leeftijd van 21 jaar, tenzij duidelijk is dat een speler zijn opleidingsperiode al vóór de leeftijd van 21 jaar heeft beëindigd.
De verplichting om een opleidingsvergoeding te betalen doet geen afbreuk aan een eventuele verplichting om een vergoeding te betalen voor contractbreuk.

Annex 4 bevat specifieke regels en richtlijnen met betrekking tot training compensation voor jeugdspelers en heeft tot doel een eerlijke vergoeding te bieden aan de trainingsclub(s) die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de speler.

39
Q

Wanneer is trainingscompensatie verschuldigd volgens Annex 4 van de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players?

A

Trainingscompensatie is verschuldigd volgens Annex 4 van de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players in de volgende gevallen:

Wanneer een speler voor het eerst wordt ingeschreven als professional.
Wanneer een professionele speler wordt overgeplaatst tussen clubs van twee verschillende nationale bonden (tijdens of aan het einde van zijn contract) voor het einde van het seizoen van zijn 23e verjaardag.

Trainingscompensatie is echter niet verschuldigd in de volgende situaties:

Als de vorige club het contract van de speler zonder geldige reden beëindigt (onverminderd de rechten van de vorige clubs).
Als de speler wordt overgeplaatst naar een categorie 4 club.
Als de speler na de overplaatsing opnieuw de status van amateur krijgt.

Dit systeem van trainingscompensatie heeft tot doel de clubs te vergoeden die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van een speler, vooral in zijn jeugdjaren.

40
Q

Hoe worden de trainingskosten voor trainingscompensatie berekend volgens Annex 4 van de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players?

A

De trainingskosten voor trainingscompensatie worden berekend volgens de bepalingen van Annex 4 in de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players. De berekening omvat de volgende stappen:

Verenigingen (clubs) worden ingedeeld in maximaal vier categorieën in overeenstemming met de financiële investering van de clubs in de opleiding van spelers. Deze categorieën variëren in Europa van 10.000 tot 90.000 euro. Het bedrag voor opleidingsvergoeding is forfaitair bepaald.
De trainingskosten komen overeen met het bedrag dat nodig is om een jaar lang een speler te trainen en worden vermenigvuldigd met een gemiddelde "spelersfactor".
    De spelersfactor houdt rekening met het aantal spelers dat getraind moet worden om uiteindelijk één professionele speler te produceren.
    De trainingskosten voor spelers van hun 12e tot 15e verjaardag worden gebaseerd op de trainings- en opleidingskosten van clubs uit categorie 4.
De berekende trainingskosten worden gepubliceerd op de website van de FIFA (www.FIFA.com).
Om de trainingscompensatie te berekenen die verschuldigd is aan de voormalige club(s) van een speler, is het in de regel nodig om de kosten te nemen die de nieuwe club zou hebben gemaakt als het de speler zelf had getraind.

Het vaststellen van de trainingskosten en het berekenen van trainingscompensatie is de verantwoordelijkheid van de FIFA en wordt behandeld volgens de regels en criteria zoals uiteengezet in Annex 4.

41
Q

Hoe wordt het bedrag van de verschuldigde opleidingsvergoeding voor spelers die binnen het grondgebied van de EU/EER van de ene naar de andere bond verhuizen vastgesteld volgens de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players?

A

Volgens de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players wordt het bedrag van de verschuldigde opleidingsvergoeding voor spelers die binnen het grondgebied van de EU/EER van de ene naar de andere bond verhuizen als volgt vastgesteld:

Als de speler van een club uit een lagere categorie overstapt naar een club uit een hogere categorie, wordt de berekening gebaseerd op de gemiddelde trainingskosten van de twee clubs.
Als de speler van een club uit een hogere categorie overstapt naar een club uit een lagere categorie, wordt de berekening gebaseerd op de trainingskosten van de club uit de lagere categorie.

Dit betekent dat het bedrag van de opleidingsvergoeding afhankelijk is van de categorieën van de clubs die bij de transfer betrokken zijn. Als de voormalige club de speler geen nieuw contract aanbiedt, is er geen opleidingsvergoeding verschuldigd, tenzij de voormalige club kan aantonen dat het recht heeft op een dergelijke vergoeding.

42
Q

Wat is het Fifa ‘solidariteitsmechanisme’ volgens de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players?

A

Het Fifa ‘solidariteitsmechanisme’ is een bepaling die is opgenomen in de Fifa Regulations on the Status and Transfer of Players, zoals beschreven in Annex 5 van deze reglementen. Het mechanisme is bedoeld om clubs te compenseren die hebben bijgedragen aan de training en opleiding van een speler wanneer hij tijdens de looptijd van zijn contract van club verandert.

Volgens dit mechanisme, als een professionele speler tijdens de looptijd van zijn contract naar een nieuwe club verhuist, wordt 5% van de ontvangen compensatie (met uitzondering van trainingscompensatie die aan zijn vorige club is betaald) afgetrokken van het totale bedrag van de compensatie. Dit afgetrokken bedrag wordt vervolgens door de nieuwe club uitgekeerd als een solidariteitsbijdrage aan de club(s) die betrokken waren bij de training en opleiding van de speler door de jaren heen.

De solidariteitsbijdrage wordt verdeeld op basis van het aantal jaren dat de speler ingeschreven was bij de relevante club(s) tussen de seizoenen van zijn 12e en 23e verjaardag. Het doel van dit mechanisme is om clubs te belonen voor hun investering in de ontwikkeling van jonge spelers en hen te helpen bij het financieren van hun jeugdopleidingsprogramma’s.

43
Q

: Wat was de plafonnering van RSZ-bijdragen voor sporters en wat is er gebeurd met deze plafonnering?

A

Tot 2021 was er een plafonnering van RSZ-bijdragen voor sporters. Deze plafonnering hield in dat de socialezekerheidsbijdragen voor sporters werden berekend op een forfaitair bedrag dat diende als het maximale loonbedrag dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de RSZ-bijdragen. Dit forfaitaire bedrag was een fictief bedrag en bedroeg ongeveer 2.474,22 euro per maand in 2021. Dit betekende dat de socialezekerheidsbijdragen werden berekend alsof de sporter dit maximale loon verdiende, ongeacht het werkelijke loon dat hij ontving.

Echter, vanaf 2021 is deze plafonnering van RSZ-bijdragen voor sporters weggevallen. Dit betekent dat socialezekerheidsbijdragen voor sporters nu worden berekend op basis van hun werkelijke loon, zonder dat er een fictief maximumbedrag wordt gehanteerd.

44
Q

: Wat is het doel van de plafonnering van RSZ-bijdragen voor sporters en hoe werd het forfaitaire bedrag bepaald?

A

Het doel van de plafonnering van RSZ-bijdragen voor sporters was om een maximumbedrag vast te stellen dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen, ongeacht het werkelijke loon dat de sporter ontving. Dit forfaitaire bedrag diende als een soort fictief loonbedrag dat werd gebruikt om de RSZ-bijdragen te berekenen.

Het forfaitaire bedrag werd bepaald op basis van een maximumbedrag dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van werkloosheidsuitkeringen. In 2021 bedroeg dit forfaitaire bedrag ongeveer 2.474,22 euro per maand. Sporters werden dus behandeld alsof ze dit maximale loon verdienden voor de berekening van hun socialezekerheidsbijdragen, zelfs als hun werkelijke loon lager was. Deze plafonnering is echter weggevallen vanaf 2021, en socialezekerheidsbijdragen worden nu berekend op basis van het werkelijke loon van sporters.

45
Q

: Wat houdt de nieuwe RSZ-regeling van 2022 in voor sporters en welke compenserende maatregelen zijn er genomen?

A

De nieuwe RSZ-regeling van 2022 voor sporters houdt in dat de plafonnering van RSZ-bijdragen is afgeschaft. Vanaf 2022 worden RSZ-bijdragen berekend op basis van het werkelijke loon dat sporters verdienen, zonder dat er een fictief maximumbedrag wordt gehanteerd.

Om deze verandering te compenseren en gunstmaatregelen te bieden aan sporters, zijn er verschillende compenserende maatregelen genomen, waaronder:

Doelgroepvermindering van 65% op de werkgeversbijdragen voor sporters die minimaal 27,5% van hun tijd tewerkgesteld zijn.
Afbetalingstermijnen voor werkgevers voor bijdragen die verschuldigd zijn voor het 1e, 2e en 3e kwartaal van 2022.
Toepassing van de werkbonus (vermindering van werknemersbijdragen op lage lonen) op sporters.
Sportbonus, met een forfaitair bedrag van 281,73 euro per maand voor sporters van 19 jaar of ouder en 137,81 euro per maand voor sporters jonger dan 19 jaar, wat resulteert in een 60% vermindering van werknemersbijdragen op het saldo.

Dit zijn enkele van de gunstmaatregelen die zijn ingevoerd om de impact van de afschaffing van de plafonnering van RSZ-bijdragen op sporters te verzachten.

46
Q

: Wat is de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en welke sporters zijn onderworpen aan deze wet?

A

De Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 is van toepassing op personen die geheel of gedeeltelijk onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969, die de socialezekerheidswetgeving regelt.

Onder deze wetgeving zijn bepaalde sporters onderworpen aan de Arbeidsongevallenwet. Dit omvat de volgende categorieën sporters:

Beroepsvoetballers met een arbeidsovereenkomst volgens de wet van 24 februari 1978.
Beroepsvoetballers die niet onderworpen zijn aan de wet van 24 februari 1978, maar die een minimumbedrag verdienen dat is vastgesteld op 1239,47 euro als vaste jaarlijkse bezoldiging.
Houders van een vergunning van "eliterenner met contract" afgeleverd door de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond.

De Arbeidsongevallenwet voorziet in een bijzondere regeling voor deze sporters en regelt de vergoedingen voor arbeidsongeschiktheid als gevolg van arbeidsongevallen binnen deze categorieën.

47
Q

Welke extra verplichtingen heeft de CAO Betaalde voetbalspeler van 21 juni 2022 opgelegd aan werkgevers van betaalde voetbalspelers met betrekking tot sportongevallen?

A

De CAO Betaalde voetbalspeler van 21 juni 2022 heeft verschillende extra verplichtingen opgelegd aan werkgevers (clubs) van betaalde voetbalspelers met betrekking tot sportongevallen:

Kosteloze medische bijstand (Art. 18): De werkgever moet kosteloze medische bijstand voorzien voor de spelers.

Uitbreiding van de arbeidsongevallenverzekering (Art. 21): Clubs zijn verplicht om de arbeidsongevallenverzekering uit te breiden tot ongevallen die plaatsvinden tijdens de duur van het contract, met betrekking tot nationale selecties, tenzij deze al gedekt zijn door de federatie.

Arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval (Art. 19): In geval van arbeidsongeschiktheid als gevolg van een arbeidsongeval zijn de volgende regelingen van toepassing:
    Eerste maand: Gewaarborgd loon.
    Tweede tot zesde maand: Contractueel vast loon.
    Zevende tot twaalfde maand: Bijpassing bij de arbeidsongevallenverzekering tot het contractueel vast loon, met een maximum bijpassing van 2000 euro per maand.
    Als het contract afloopt tijdens de arbeidsongeschiktheid, wordt het contractueel vast loon gewaarborgd gedurende twee maanden, met een maximum van zes maanden.
    Als tijdens de arbeidsongeschiktheid een nieuw contract wordt getekend bij een andere werkgever, begint een nieuwe periode van arbeidsongeschiktheid.

Arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval (Art. 20): In geval van arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte of ongeval zijn de volgende regelingen van toepassing:
    Eerste maand: Gewaarborgd loon.
    Tweede maand (1A en 1B) en derde maand (1A): Aanvullende vergoeding bovenop de uitbetaling door het ziekenfonds.
    Als het contract afloopt tijdens de arbeidsongeschiktheid, blijft de regeling gedurende twee maanden van kracht.
    Als tijdens de arbeidsongeschiktheid een nieuw contract wordt getekend bij een andere werkgever, begint een nieuwe periode van arbeidsongeschiktheid.

Dit zijn de specifieke regelingen die in de CAO Betaalde voetbalspeler zijn opgenomen met betrekking tot sportongevallen en de bijbehorende verplichtingen voor werkgevers.

48
Q

Wat zijn enkele van de extra verplichtingen die de CAO Betaalde volleybalspeler van 12 april 2022 heeft opgelegd aan clubs (werkgevers) met betrekking tot sportongevallen?

A

De CAO Betaalde volleybalspeler van 12 april 2022 heeft enkele extra verplichtingen opgelegd aan clubs (werkgevers) met betrekking tot sportongevallen:

Kosteloze medische bijstand (Art. 10): De werkgever is verplicht om kosteloze medische bijstand te voorzien voor de spelers.

Uitbreiding van de arbeidsongevallenverzekering (Art. 11): Clubs moeten de arbeidsongevallenverzekering uitbreiden tot ongevallen die plaatsvinden tijdens de duur van het contract in verband met nationale selecties, tenzij deze al gedekt zijn door de federatie.

Arbeidsongeschiktheid als gevolg van sportletsel (Art. 12): Deze regeling geldt specifiek voor sportongevallen en de bijbehorende arbeidsongeschiktheid. De verplichtingen zijn als volgt:
    Gewaarborgd loon voor de eerste maand van ongeschiktheid.
    Vanaf de tweede maand van ongeschiktheid (1A en 1B) tot en met de derde maand (1A): een aanvullende vergoeding bovenop de wettelijke tussenkomst van de arbeidsongevallenverzekeraar of het ziekenfonds, tot aan het contractuele vaste loon met een maximum van 1200 euro per maand.

Deze verplichtingen zijn bedoeld om de spelers te beschermen in geval van sportongevallen en om passende ondersteuning en vergoedingen te bieden tijdens periodes van arbeidsongeschiktheid als gevolg van dergelijke ongevallen.

49
Q

: Wat houdt de sportexceptie in met betrekking tot arbeidsongeschiktheid als gevolg van een sportongeval in een niet-professionele context?

A

De sportexceptie met betrekking tot arbeidsongeschiktheid als gevolg van een sportongeval in een niet-professionele context is vastgelegd in de artikelen 52, §3 en 73, §2 van de Wet op de Arbeidsongevallen (WAO). Volgens deze bepalingen heeft een werknemer geen recht op gewaarborgd loon of loonbijpassing als:

Het ongeval plaatsvond tijdens een sportcompetitie of -exhibitie waarvoor de inrichter toegangsgeld ontvangt en waarvoor de deelnemers in om het even welke vorm een loon ontvangen. Met andere woorden, als er inkomsten worden gegenereerd en de deelnemers worden betaald voor hun deelname aan de sportcompetitie of -exhibitie, dan geldt de sportexceptie.

De arbeidsongeschiktheid voortvloeit uit een door de werknemer gepleegde zware fout.

In deze gevallen heeft de werknemer geen recht op gewaarborgd loon of loonbijpassing voor de periode van arbeidsongeschiktheid als gevolg van het sportongeval.

Het is belangrijk op te merken dat deze sportexceptie ook van toepassing was op de tussenkomst van de ziekteverzekering, maar dit werd afgeschaft in 2002.

Rechtspraak heeft enkele grenzen en uitzonderingen vastgesteld voor de sportexceptie, zoals het feit dat gewone voetbaltraining niet onder de exceptie valt, scheidsrechters niet onder de exceptie vallen en dat een symbolische prijs, vergoeding of onkostenvergoeding geen uitsluiting van de sportexceptie met zich meebrengt.

50
Q

at is de fiscale behandeling van buitenlandse sportbeoefenaars die in België actief zijn voor meer dan 30 dagen per jaar?

A

Buitenlandse sportbeoefenaars die in België actief zijn voor meer dan 30 dagen per jaar zijn onderworpen aan een fiscale regeling. Deze regeling vereist dat:

Als de buitenlandse sportbeoefenaar meer dan 30 dagen per jaar actief is in België, moet hij een aangifte doen als niet-inwoner in België.

Als de buitenlandse sportbeoefenaar minder dan 30 dagen per jaar actief is in België, kan de organisator van de sportactiviteiten ervoor kiezen om 18% van de vergoedingen in te houden op naam van de sportbeoefenaar of kan de sportbeoefenaar zelf een aangifte doen als niet-inwoner.

Deze fiscale regeling is van toepassing op buitenlandse sportbeoefenaars die in België actief zijn en heeft tot doel de belastingheffing op hun inkomsten te reguleren.

51
Q

Wat was het fiscale gunstregime voor buitenlandse voetballers, basketballers en volleyballers in België vóór de invoering van de fiscale gelijkstelling?

A

Vóór de invoering van de fiscale gelijkstelling was er een fiscaal gunstregime van toepassing op buitenlandse voetballers, basketballers en volleyballers die actief waren in nationale afdelingen in België. Onder dit regime werden deze buitenlandse sportbeoefenaars onderworpen aan een bevrijdende bronheffing van 18% op hun beroepsinkomsten uit sportieve activiteiten, zelfs als ze tot 10 maanden per jaar in België verbleven. Dit gunstregime was bedoeld om buitenlandse sportbeoefenaars aan te moedigen om in België te spelen en om de uitstroom van jong Belgisch talent naar het buitenland te verminderen. De clubs waren verantwoordelijk voor het inhouden en betalen van deze bronheffing.

Dit regime was gunstig voor buitenlandse sportbeoefenaars, maar na verloop van tijd ontstonden er zorgen over de financiële impact ervan op de clubs, vandaar de invoering van de fiscale gelijkstelling om de belastingdruk op buitenlandse sportbeoefenaars te verhogen.

52
Q

Wat is het toepassingsgebied voor de fiscale behandeling van ‘jonge’ sportbeoefenaars?

A

Het toepassingsgebied omvat sportbeoefenaars die minimaal 16 jaar oud zijn en jonger dan 23 jaar op 1 januari van het aanslagjaar, met een belastbaar inkomen tot 12.300 euro (jaarlijkse indexering).

53
Q

Welk tarief is van toepassing op het belastbaar inkomen van ‘jonge’ sportbeoefenaars?

A

: Voor ‘jonge’ sportbeoefenaars met een belastbaar inkomen tot 12.300 euro geldt een tarief van 16,5%. Voor inkomens boven 12.300 euro gelden de gewone progressieve tarieven.

54
Q

Waarom is er een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor sportclubs?

A

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing is bedoeld om de financiële lasten voor clubs te verminderen, met name in verband met niet-inwonende sportbeoefenaars die langer dan 30 dagen in het belastbaar tijdperk in België verblijven.

55
Q

Wat is het principe achter de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor sportclubs?

A

Het principe is om investeringen in jeugdopleiding aan te moedigen en om de toename van de loonkost voor buitenlandse spelers te compenseren.

56
Q

Hoe werkt de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing?

A

n het geval van vrijstelling hoeft de sportclub (WG) 75% van de bedrijfsvoorheffing die ze inhouden niet door te storten aan de fiscus, op voorwaarde dat de sporter effectief prestaties levert voor de eigen club, niet voor uitgeleende spelers.

57
Q

: Is er vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor bezoldigingen van ‘jonge sportbeoefenaars’?

A

Er is geen vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor bezoldigingen van ‘jonge sportbeoefenaars’.

58
Q

Wat is de bestedingsplicht met betrekking tot de ingehouden bedrijfsvoorheffing op lonen van ‘oude sportbeoefenaars’?

A

Voor lonen van ‘oude sportbeoefenaars’ moet 55% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing besteed worden aan de opleiding van jonge sportbeoefenaars, dit is een bestedingsplicht.

59
Q

Aan welke lonen moet de bestedingsplicht voor de opleiding van jonge sportbeoefenaars voldoen?

A

De bestedingsplicht moet voldoen aan de lonen van personen belast met de opleiding, begeleiding of ondersteuning van jonge sportbeoefenaars in hun sportbeoefening, evenals aan de lonen van de jonge sportbeoefenaars zelf, tot maximaal acht keer het bedrag zoals bepaald in art. 2, § 1 van de wet van 24/2/1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars en de ermee verband houdende kosten.

60
Q

Waarom is er een extra modaliteit voor de bestedingsplicht?

A

De extra modaliteit is bedoeld om ervoor te zorgen dat het bedrag over voldoende spelers wordt besteed en niet alleen aan één goede speler. Dit zorgt voor een bredere ondersteuning van jonge sportbeoefenaars.

61
Q

: Wat is het statuut van verenigingswerk en voor wie is het bedoeld?

A

Het statuut van verenigingswerk is een nieuw statuut dat zich bevindt tussen het vrijwilligersstatuut en het arbeidsrecht en is bedoeld voor vrijwilligers in de sport en andere sectoren.

62
Q

Wat was het oorspronkelijke voorstel voor het ‘semi-agoraal’ statuut in de sport?

A

: Het oorspronkelijke voorstel voor het ‘semi-agoraal’ statuut in de sport omvatte trainers, lesgevers, coaches, scheidsrechters, juryleden, jeugdsportcoördinatoren en stewards, met beperkte fiscaliteit, geen RSZ-bijdragen en beperkte vergoedingen.

63
Q

Wat is het nieuwe stelsel dat het ‘semi-agoraal’ statuut in de sport heeft vervangen?

A

Het nieuwe stelsel is verenigingswerk, ook wel bekend als ‘onbelast bijverdienen’, zoals vastgelegd in de Wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie.

64
Q

Wat zijn de basisregels van het statuut van verenigingswerk?

A

De persoon moet naast het verenigingswerk een volwaardig hoofdberoep (of gelijkgesteld) hebben, wat neerkomt op minimaal 4/5 tewerkstelling.
Er zijn geen RSZ-bijdragen verschuldigd, wat betekent dat er geen socialezekerheidsrechten worden opgebouwd.
Er zijn geen fiscale bijdragen verschuldigd.
De maximale inkomensgrens bedraagt 6.000 euro per jaar en 500 euro per maand (geïndexeerd naar 528,33 euro in 2020).
Voor sport is er een uitzondering met een maximale maandelijkse verdienste van 1.000 euro (geïndexeerd naar 1.056,66 euro in 2020).
Er zijn administratieve verplichtingen zoals het gebruik van een modelcontract, het bijhouden van een register en het indienen van een lijst bij RSZ en belastingen.
Er moet een verzekering worden afgesloten voor verenigingswerk.

65
Q

wat is het belangrijkste doel van het statuut van verenigingswerk?

A

Het belangrijkste doel van het statuut van verenigingswerk is om vrijwilligers in staat te stellen een vergoeding te ontvangen voor hun diensten zonder sociale en fiscale lasten, waardoor ze hun betrokkenheid in de sportsector en andere sectoren kunnen behouden of vergroten.

66
Q

Wat was het besluit van het Grondwettelijk Hof in het arrest nr. 53/2020 van 23 april 2020 met betrekking tot de regeling van onbelast bijverdienen?

A

Het Grondwettelijk Hof besloot dat de regeling van onbelast bijverdienen in strijd was met het gelijkheidsbeginsel en non-discriminatie, omdat het zonder redelijke verantwoording zeer verschillende behandelingen oplegde met betrekking tot arbeidswetgeving, sociale zekerheid en fiscaliteit.

67
Q

: Wat was het wetsvoorstel betreffende het verenigingswerk van 8 juli 2020 en wat hield het in?

A

Het wetsvoorstel betreffende het verenigingswerk van 8 juli 2020 was grotendeels gericht op het behouden van een verenigingswerkstelsel, maar met een 10% solidariteitsbijdrage, wat betekende dat er geen volledige vrijstelling meer was.

68
Q

Wat was het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel betreffende het verenigingswerk van 2 oktober 2020?

A

De Raad van State adviseerde dat het wetsvoorstel niet veel verder ging dan wat eerder was vernietigd door het Grondwettelijk Hof, en dus werd het niet aangenomen.

69
Q

Wat regelde de Wet van 24 december 2020 betreffende het verenigingswerk?

A

: De Wet van 24 december 2020 betreffende het verenigingswerk bracht een tijdelijke oplossing voor de sportsector met zich mee, die tot 31 december 2021 gold. Het omvatte een 10% solidariteitsbijdrage aan de RSZ en 10% fiscale lasten. Er was een jaarlijks plafond van 6.390 euro (jaarlijks te indexeren).

70
Q

Wat gebeurde er met verenigingswerk vanaf 1 januari 2022?

A

Vanaf 1 januari 2022 is er geen aparte regeling of statuut meer voor verenigingswerk. Er werd een uitbreiding van de ‘25-dagen regel’ van de socio-culturele sector naar de sportsector geïntroduceerd, wat betekent dat er nu vrijstelling van RSZ is voor bepaalde activiteiten. Er is geen maximumbedrag, maar om gebruik te maken van het gunstige fiscale regime van 10%, is er een bovengrens vastgesteld van 6.390 euro (jaarlijks te indexeren; 7170 in 2023).