Les 2 rechters Flashcards
Welke instanties kunnen recht spreken in sportzaken?
Verschillende instanties kunnen recht spreken in sportzaken, waaronder nationale en internationale sportfederaties, sportrechtbanken zoals het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS), gewone rechtbanken, administratieve rechtbanken, mededelingsautoriteiten, het Hof van Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Waarom kunnen er conflicten ontstaan tussen privéorganisaties en overheidsorganen in de sportrechtspraak?
Conflicten tussen privéorganisaties zoals sportfederaties en overheidsorganen kunnen ontstaan omdat sportfederaties hun eigen regels en disciplinaire procedures hebben, terwijl overheidsorganen zoals rechtbanken bevoegdheid hebben over bepaalde aspecten van sportzaken. Dit kan leiden tot juridische geschillen over de bevoegdheid en beslissingen in de sportrechtspraak.
Hoe verschilt de bevoegdheid van een nationale sportfederatie van die van een internationale sportfederatie?
Nationale sportfederaties hebben over het algemeen bevoegdheid over sportzaken op nationaal niveau, terwijl internationale sportfederaties bevoegdheid hebben over zaken met betrekking tot internationale competities en regels die gelden voor meerdere landen.
Wat is het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) en wat is zijn rol in de sportrechtspraak?
: Het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) is een organisatie die is opgericht om geschillen in de sportrechtspraak op te lossen. Het behandelt zaken met betrekking tot sport in België en kan disciplinaire maatregelen opleggen aan sportbeoefenaars en clubs die de regels van de federatie overtreden.
Welke rol speelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de sportrechtspraak?
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) behandelt geschillen met betrekking tot schendingen van mensenrechten, inclusief die in de context van sport. Sporters kunnen het EHRM benaderen als zij van mening zijn dat hun mensenrechten zijn geschonden in sportzaken.
Wie is verantwoordelijk voor het spreken van recht in sportzaken binnen de nationale federatie?
: De sportrechter in de nationale federatie is verantwoordelijk voor het spreken van recht in sportzaken op nationaal niveau.
: Welke instantie is bevoegd voor grensoverschrijdend gedrag en doping bij elitesporters in Vlaanderen sinds 2021?
Het Vlaams Sporttribunaal (VST) is bevoegd voor grensoverschrijdend gedrag en doping bij elitesporters in Vlaanderen sinds 2021.
Wie spreekt recht in sportzaken op internationaal niveau wanneer er een geschil is over opleidingsvergoeding bij internationale transfers in het voetbal?
Internationale federaties zoals UEFA en FIFA spreken recht in sportzaken op internationaal niveau wanneer er geschillen zijn over opleidingsvergoeding bij internationale transfers in het voetbal.
Welke instanties behandelen nationale en internationale arbitrage in sportzaken?
Nationaal wordt dit behandeld door het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS), terwijl internationale arbitragezaken worden behandeld door het Tribunal Arbitral du Sport (TAS) of het Court of Arbitration for Sport (CAS).
Wie is verantwoordelijk voor het spreken van recht in sportzaken bij geschillen die voor de gewone rechtbanken worden gebracht?
De overheidsrechter, inclusief hoven en rechtbanken, behandelt geschillen in sportzaken die voor de gewone rechtbanken worden gebracht.
Welke instantie behandelt administratieve geschillen met betrekking tot sportzaken in Vlaanderen?
Administratieve geschillen met betrekking tot sportzaken in Vlaanderen worden behandeld door de Disciplinaire Commissie, de Disciplinaire Raad van de Vlaamse Gemeenschap en de Raad van State, afhankelijk van het specifieke geschil en de beslissingen van de federaties.
Welke Belgische instanties behandelen geschillen met betrekking tot mededinging in de sport en welk orgaan is bevoegd voor administratief recht in dit verband?
De Belgische mededingingsautoriteiten behandelen geschillen met betrekking tot mededinging in de sport, en beroep tegen hun beslissingen is mogelijk bij het marktenhof.
Kun je een voorbeeld geven van een zaak waarin voetbalclubs zich tot de Belgische Mededingingsautoriteit hebben gewend om licentievoorwaarden aan te klagen?
Een voorbeeld is de zaak “WHITE STAR WOLUWE vs. KBVB,” waarin de Belgische Mededingingsautoriteit licentievoorwaarden van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) heeft behandeld op basis van een klacht van de voetbalclub White Star Woluwe.
Kun je een voorbeeld geven van een zaak waarin de Belgische Mededingingsautoriteit voorlopige maatregelen heeft genomen met betrekking tot de paardensport?
Ja, een voorbeeld is de zaak waarin de Belgische Mededingingsautoriteit voorlopige maatregelen heeft genomen om de sancties van de FEI (Fédération Équestre Internationale) tegen ruiters en paarden te schorsen wanneer zij zouden deelnemen aan een nieuw kampioenschap dat niet was goedgekeurd door de FEI. De autoriteit schorste deze sancties ten voordele van de klager, een onafhankelijke promotor van internationale jumpingwedstrijden.
Kun je een voorbeeld geven van een zaak waarin de Belgische Mededingingsautoriteit voorlopige maatregelen heeft genomen met betrekking tot golfbiljart?
: Ja, in de zaak “BMA-2020-V/M-04” van 23 januari 2020 nam de Belgische Mededingingsautoriteit voorlopige maatregelen met betrekking tot het verplichte gebruik van biljartballen van het merk Aramith in golfbiljart. Later werd ook de zaak “BMA-2020-V/M-28” van 28 augustus 2020 behandeld in dit verband.
Wat is het marktenhof en welke rol speelt het bij geschillen met betrekking tot mededinging in de sport?
Het marktenhof is een orgaan van administratief recht dat een rol speelt bij geschillen met betrekking tot mededinging in de sport. Het heeft de bevoegdheid om beslissingen van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) te beoordelen en eventueel te vernietigen of te herzien.
Kun je een voorbeeld geven van een zaak waarin het marktenhof een beslissing van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) heeft vernietigd?
Ja, een voorbeeld is de zaak waarin het marktenhof op 23 juni 2020 een beslissing van de BMA heeft vernietigd. Deze beslissing betrof het voorlopig toelaten van Waasland Beveren tot de competitie in de IA (1A) en het toestaan van het opleggen van een financiële sanctie wanneer de club zich in rechte voorziet tegen beslissingen van de Pro League.
un je een voorbeeld geven van een zaak waarin de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) voorlopige maatregelen heeft toegestaan met betrekking tot een voetbalclub?
Ja, een voorbeeld is de zaak waarin de BMA op 19 november 2020 voorlopige maatregelen heeft toegestaan, zodat Virton (hoewel een jaar niet meer actief) de licentie kon aanvragen in februari 2021 met het oog op deelname aan de competitie voor het seizoen 2021-2022.
Welke rol speelt het Hof van Justitie bij geschillen in de sport en kun je een voorbeeld geven van een zaak waarin het Hof van Justitie een uitspraak heeft gedaan?
Het Hof van Justitie speelt een rol bij geschillen in de sport en kan uitspraken doen met betrekking tot de verenigbaarheid van sportregels en -praktijken met het EU-mededingingsrecht en andere EU-rechtsbeginselen. Een voorbeeld is het arrest van 4 maart 2021 (zaak C-362/19 P) waarin het Hof van Justitie de uitspraak van het gerecht EU eerste aanleg vernietigde in een zaak van Fútbol Club Barcelona tegen de Europese Commissie met betrekking tot fiscale regelingen als onrechtmatige staatssteun.
Wat is de hangende zaak met betrekking tot de internationale schaatsunie (ISU) bij het Hof van Justitie, en waar draait de zaak om?
De hangende zaak betreft ISU (zaak C-124/21) en heeft betrekking op de verenigbaarheid met het mededingingsrecht van de noodzakelijke toelating van ISU voor organisatoren van schaatswedstrijden en het systeem van verplichte arbitrage via het TAS. Het advies van Rantos van 15 december 2022 stelt geen beperking “by object” voor en beveelt de vernietiging van de beslissing van het gerecht eerste aanleg EU aan.
: Wat is de inzet van de prejudiciële vraag in de zaak C-680/21 R en A. / KBVB bij het Hof van Justitie?
De prejudiciële vraag in de zaak C-680/21 R en A. / KBVB bij het Hof van Justitie draait om de vraag of de regelgeving met betrekking tot lokaal opgeleide spelers (Home Grown Player Rule) strijdig is met het EU-mededingingsrecht. Hierbij wordt de geldigheid van een arbitrale uitspraak van BAS betwist, waarbij BAS oordeelde dat de regel niet in strijd was met het mededingingsrecht.
Wat is het onderwerp van de prejudiciële vraag gesteld door de handelsrechter in Madrid in de zaak C-333/21 bij het Hof van Justitie en wat is het advies van Rantos met betrekking tot deze zaak?
De prejudiciële vraag gesteld door de handelsrechter in Madrid in de zaak C-333/21 heeft betrekking op de dreiging van FIFA en UEFA met sancties tegen clubs die betrokken zijn bij de Super League. Het advies van Rantos van 15 december 2022 stelt dat de piramidestructuur van UEFA en FIFA ten goede komt aan de sport en dat er een objectieve rechtvaardiging is voor de sancties en dreigingen met boetes tegen de Super League-clubs.
Wat is het onderwerp van de prejudiciële vraag in de zaak FIFA-KBVB-Charleroi (zaak C 650/22) bij het Hof van Beroep te Mons en waar draait de zaak om?
De prejudiciële vraag in de zaak FIFA-KBVB-Charleroi draait om de bepalingen uit het transferreglement van FIFA met betrekking tot spelers die eenzijdig hun contract verbreken en de gevolgen daarvan voor internationale transfers. De zaak betreft de belemmering van de vrijheid van beweging van werknemers in de sportsector door de hoofdelijke gehoudenheid van clubs en spelers voor schadevergoeding bij onrechtmatige contractbreuk. Het Hof van Beroep te Mons heeft een prejudiciële vraag gesteld om te beoordelen of deze bepalingen in strijd zijn met EU-recht.
Wat was het resultaat van de zaak Pechstein-Mutu voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en wat was het kernpunt van de zaak?
In de zaak Pechstein-Mutu heeft het EHRM geoordeeld dat verplichte arbitrage bij het TAS (Court of Arbitration for Sport) aanvaardbaar is voor professionele sporters, maar onder bepaalde voorwaarden. Het kernpunt van de zaak was of sporters verplicht kunnen worden om naar een private organisatie zoals TAS te gaan zonder de mogelijkheid om naar een gewone rechtbank te stappen. Het EHRM concludeerde dat verplichte arbitrage mogelijk is, maar dat de arbitrageprocedure aan bepaalde vereisten moet voldoen, zoals openbaarheid van de debatten.
Wat was het resultaat van de zaak Caster Semenya bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en waar draaide de zaak om?
In de zaak Caster Semenya bij het EHRM heeft de Zuid-Afrikaanse atlete een procedure gestart om de omstreden testosteronregel van de internationale atletiekfederatie aan te vechten. De regel verhindert haar deelname aan bepaalde wedstrijden vanwege haar natuurlijke testosteronniveau. Het EHRM oordeelde dat de atlete niet verplicht kan worden om testosteronremmers te nemen om de sport te blijven uitoefenen. Het EHRM kan echter alleen een lidstaat veroordelen, wat kan leiden tot een vordering tot schadevergoeding.
Hoe kunnen geschillen van de federale sportrechter naar de arbiter worden gebracht, en wat is de rol van het BAS in dit proces?
Geschillen die voortkomen uit beslissingen van interne organen van de KBVB kunnen worden beslecht door het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) als er beroep wordt aangetekend tegen de beslissingen van de federale sportrechter. Hierdoor kunnen sporters en andere betrokkenen in de sportsector naar het BAS stappen om geschillen te beslechten.
: Hoe kunnen geschillen van de federale sportrechter naar de Hoven en rechtbanken worden gebracht?
Kortgedingprocedures tegen beslissingen van het tuchtorgaan kunnen worden gebracht voor de Hoven en rechtbanken. Dit biedt een juridische weg om beslissingen van de federale sportrechter te betwisten en dringende maatregelen te vragen om de situatie te corrigeren.
Welke mogelijkheid hebben partijen om een arbitrale uitspraak van het BAS aan te vechten voor de rechtbank?
Partijen hebben de mogelijkheid om een arbitrale uitspraak van het BAS aan te vechten voor de rechtbank van eerste aanleg op gronden zoals voorzien in artikel 1717 §3 van het Gerechtelijk Wetboek. Dit geeft hen een gerechtelijke beroepsmogelijkheid om arbitrale beslissingen te betwisten en een rechterlijke toetsing te vragen.
Wat zijn enkele voorbeelden van conflicten tussen private en publieke instanties in de sportrechtspraak?
Flashcard 21:
Vraag: Hoe kunnen geschillen van de federale sportrechter naar de arbiter worden gebracht, en wat is de rol van het BAS in dit proces?
Antwoord: Geschillen die voortkomen uit beslissingen van interne organen van de KBVB kunnen worden beslecht door het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) als er beroep wordt aangetekend tegen de beslissingen van de federale sportrechter. Hierdoor kunnen sporters en andere betrokkenen in de sportsector naar het BAS stappen om geschillen te beslechten.
Flashcard 22:
Vraag: Hoe kunnen geschillen van de federale sportrechter naar de Hoven en rechtbanken worden gebracht?
Antwoord: Kortgedingprocedures tegen beslissingen van het tuchtorgaan kunnen worden gebracht voor de Hoven en rechtbanken. Dit biedt een juridische weg om beslissingen van de federale sportrechter te betwisten en dringende maatregelen te vragen om de situatie te corrigeren.
Flashcard 23:
Vraag: Welke mogelijkheid hebben partijen om een arbitrale uitspraak van het BAS aan te vechten voor de rechtbank?
Antwoord: Partijen hebben de mogelijkheid om een arbitrale uitspraak van het BAS aan te vechten voor de rechtbank van eerste aanleg op gronden zoals voorzien in artikel 1717 §3 van het Gerechtelijk Wetboek. Dit geeft hen een gerechtelijke beroepsmogelijkheid om arbitrale beslissingen te betwisten en een rechterlijke toetsing te vragen.
Flashcard 24:
Vraag: Wat zijn enkele voorbeelden van conflicten tussen private en publieke instanties in de sportrechtspraak?
Antwoord:
Voorbeeld 1: In de zaak van de 5000 meter loper (E.S.) werd de sporter vrijgesproken door de disciplinaire commissie van de Vlaamse Gemeenschap, maar vervolgens veroordeeld door het TAS na beroep van de internationale atletiekfederatie (IAF). Dit leidde tot een conflict tussen een overheidsorgaan (disciplinaire commissie) en een private organisatie (TAS) over de uitspraak in de zaak. Voorbeeld 2: In de zaak P. Gilbert versus Omega Pharma ging het om een geschil waarbij de renner P. Gilbert zijn contract met Omega Pharma al dan niet rechtsgeldig had verbroken. UCI en TAS oordeelden dat het geschil arbitreerbaar was en gaven Gilbert gelijk. Echter, de arbeidsrechtbank in Gent oordeelde dat het geschil niet arbitreerbaar was en dat Gilbert een deel van het ontvangen geld moest terugbetalen. Dit conflict toonde de discrepantie tussen de beslissingen van een private arbitrage-instelling (TAS) en een overheidsrechtbank (arbeidsrechtbank).
Waar is de zetel van het TAS gevestigd, en welke gedecentraliseerde bureaus heeft het?
Het TAS (Tribunaal Arbitral du Sport) heeft zijn zetel in Lausanne, Zwitserland, en heeft twee gedecentraliseerde bureaus in Sydney en New York. Deze gedecentraliseerde kantoren ondersteunen de activiteiten van het TAS en vergemakkelijken de toegang tot arbitrage voor betrokken partijen wereldwijd.
Wat zijn de doelstellingen van het TAS (Tribunaal Arbitral du Sport)?
De doelstellingen van het TAS zijn:
Om het hoogste internationale sporttribunaal te zijn. Om mondiaal erkend te worden als een betrouwbare en onafhankelijke instantie voor de beslechting van sportgeschillen.
Wat is de Code de l’arbitrage en matière de sport, en wanneer werd deze voor het laatst bijgewerkt?
De Code de l’arbitrage en matière de sport is een set regels en procedures die van toepassing zijn op sportarbitragezaken. De laatste bijgewerkte versie van de code was op 1 januari 2017.
at is de CIAS (Centre International d’Arbitrage du Sport) en welke rol speelt het?
De CIAS is het Centre International d’Arbitrage du Sport, dat verantwoordelijk is voor de benoeming van arbiters bij het TAS. Het stelt arbiters voor op basis van voorstellen van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), internationale sportfederaties (IF’s), Nationale Olympische Comités (NOC’s), en sinds 1 januari 2016 ook op basis van voorstellen van de atletencommissie van het IOC, IF’s en NOC’s. CIAS speelt een cruciale rol bij het selecteren van onafhankelijke en competente arbiters voor sportgeschillen.
Wat zijn de belangrijkste kamers binnen het TAS en waarvoor worden ze gebruikt?
Het TAS bestaat uit verschillende kamers, waaronder:
Gewone Kamer: Hier kunnen alle soorten sportgeschillen worden voorgelegd. Beroepskamers: Deze behandelen meestal beslissingen van internationale sportfederaties die worden betwist. Anti-Doping Kamer (CAD): Deze kamer behandelt dopinggeschillen in eerste aanleg op verzoek van het IOC, internationale federaties of lidstaten van het Wereldantidopingagentschap (WADA). Beroep tegen beslissingen van de Anti-Doping Kamer is mogelijk bij het TAS. Arbiters voor de Anti-Doping Kamer worden geselecteerd uit een afzonderlijke lijst en kunnen niet voorkomen op de normale lijst van TAS-arbiters.
Hoeveel arbiters heeft het TAS en welk type arbiters zijn er?
Het TAS heeft in totaal 422 arbiters. Deze arbiters zijn gespecialiseerd in sportgeschillen en worden zorgvuldig geselecteerd om dergelijke zaken te behandelen.
Wat is het verschil tussen de gewone procedure en de beroepsprocedure bij het TAS?
Er zijn verschillen tussen de gewone procedure en de beroepsprocedure bij het TAS. De gewone procedure duurt meestal tussen 6 en 12 maanden, terwijl de beroepsprocedure meestal 4 maanden in beslag neemt. Daarnaast zijn er procedurele regels die specifiek gelden voor elk type procedure.
Wat zijn ad hoc procedures bij het TAS en hoe lang duren ze meestal?
Ad hoc procedures bij het TAS zijn procedures die plaatsvinden tijdens internationale evenementen, zoals de Olympische Spelen. Deze procedures worden behandeld door speciaal aangewezen arbiters die ter plekke aanwezig zijn, en ze resulteren meestal in een beslissing binnen 24 uur.
Welke principes zorgen ervoor dat arbiters bij het TAS onafhankelijk handelen?
Arbiters bij het TAS handelen onafhankelijk dankzij de volgende principes:
Ze moeten elke opdracht aanvaarden. Ze moeten een verklaring van onafhankelijkheid afleggen voor elke zaak die ze behandelen. Er is een wrakingsprocedure beschikbaar volgens richtlijnen van de IBA (Internationale Vereniging van Advocaten) als een arbiter niet als volledig onafhankelijk wordt beschouwd.