Les 6 Flashcards
onvoorzien(baar)
imprévisible
de imprevisieleer
la théorie de l’imprévision
onderhands
sous seing privé
de tegenwerpelijkheid
l’opposabilité
het wederkerig contract
le contrat synallagmatique
het eenzijdig contract
le contrat unilatéral
het contract onder bezwarende titel
le contrat à titre onéreux
het contract ten kosteloze titel
le contrat à titre gratuit
het kanscontract
le contrat aléatoire
het plechtig contract
le contrat solennel
het contract met ommiddelijke uitvoering
le contrat à exécution instantanée
het toetredingscontract
le contrat d’adhésion
het vergeldend contract
le contrat commutatif
het consensueel contract
le contrat consensuel
het (on)benoemd contract
le contrat (in)nommé
het voortdurend contract
le contrat successif
de wilsovereenstemming
l’accord de volonté
de overeenstemming
l’accord
de contratcsvrijheid
la liberté contractuelle
ondubbelzinning
sans ambiguité
de tegenpretstatie
la contrepartie
een contract onderhandelen
négocier un contrat
het beding van een contract
la clause d’un contrat
de contractanten/partijen die een contract sluiten
les parties contractantes
zich verbinden jegens de andere
s’obliger l’un à l’égard de l’autre
zich verbinden (tot iets)
s’engager
een contract afsluiten
conclure un contrat
een contract opzeggen/beeindigen
résilier un contrat
een contract wijzigen
modifier un contrat
een overeenkomst verbreken
rompre un contrat
stilwijgend
tacite
de nietigverklaring
l’annulation
nietig
nul
de oorzaak van nietigheid
la cause de nullité
de niet-nakoming
le non-respect
de kennisgeving
la notification
de ingebrekestelling
la mise en demeure
de verwijlinterest/de moratoire interest/de
nalatigheidsinterest
les intérêts moratoires
de geldigheidsvoorwaarden van het contract
les conditions de validité du contrat
de toestemming
le consentement
het manifest onevenwicht
le déséquilibre manifeste
de overdracht van schuldvorderingen
la cession de créances
de cedent/de overdrager
le cédant
de verkrijger van een recht
le cessionnaire
de lastgeving
le mandat
de lastgever
le mandant
de gemachtigde
le mandataire
de aanvaarding
l’acceptation
de huur
le bail
verhuren
donner en location
de huurder
le locataire
de verhuurder
le bailleur
de huurprijs
le loyer
de huurovereenkomst van hoofdverblijfplaats
le bail de résidence principale
de handelshuurovereenkomst
le bail commercial
de pacht
le bail à ferme
de behoorlijke huisvesting
le logement décent
de plaatsbeschrijving
l’état des lieux
de brandverzekering
l’assurance incendie
de huurwaarborg
la garantie locative
de lasten
les charges
de grote herstellingen
les grosses réparations
de indexatie
l’indexation
de registratie van de huurovereenkomst
l’enregistrement du bail
de overdracht van huur
la cession du bail
de onderhuur
la sous-location
de inwerkingtreding
l’entrée en vigueur
de herziening van de huurprijs
la révision du loyer
de opzeggingstermijn
le préavis
de huur opzeggen
résilier le bail
een opzeggingsbrief ontvangen
recevoir une lettre de résiliation
de vroegtijdige opzegging van een
huurovereenkomst
la résiliation anticipée d’un bail
de uitzetting
l’expulsion
de verkoop
la vente
verkopen
vendre
vervreemden
aliéner
goederen vervreemden
aliéner des biens
de vervreemding
l’aliénation
de voorlopige verkoopovereenkomst / het
compromis
le compromis de vente
de verkoopbelofte
la promesse de vente
de aankoopbelofte
la promesse d’achat
de verkoper
le vendeur
de koper
l’acheteur
de aankoop
l’achat
kopen
acheter
de prijs
le prix
de verkoper te goeder trouw
le vendeur de bonne foi
het verborgen gebrek
le vice caché
de vrijwaring
la garantie
de vordering tot vernietiging
l’action en rescision
de vordering tot vrijwaring
l’action en garantie
actio redhibitoria (de vordering tot ontbinding van de verkoop)
l’action rédhibitoire
actio aestimatoria (de vordering tot vermindering van de prijs)
l’action estimatoire
de vrijwaring tegen uitwinning
la garantie d’éviction
de recht van voorkoop
le droit de préemption
de opleg
la soulte
de ruil
l’échange
de (verbruik)lening
le prêt
de lening op afbetaling
le prêt à tempérament
uitlenen
prêter
ontlenen
emprunter
de ontlener
l’emprunteur
de hypothecaire lening
le prêt hypothécaire
het consumentenkrediet
le crédit à la consommation
de dading
la transaction
een dading aangaan
transiger
de bewaargeving
le dépot
de bewaarder
le dépositaire (gardien)
de bewaargever
le déposant
de bewaring
la garde
de schenking
la donation
geven
donner
de schenken/gever
le donateur
de begiftigde
le donataire
het beding ten behoeve van derden
la stipulation pour autrui
het aannemingscontract
le contrat d’entreprise
de aannemer/ondernemer
l’entrepreneur
de opdrachtgever
le maitre d’ouvrage
de oplevering van de werken
la réception des travaux
het vermogen
le patrimoine
het zakelijk recht
le droit réel
het persoonlijk recht
le droit personnel
het roerend goed
le meuble
het onroerend goed
l’immeuble
de eigendom
la propriété
de eigenaar
le propriétaire
het bezit
la possession
de buitenbezitstelling
la dépossession
de onteigening
l’expropriation
de inbezitstelling
l’envoi en possession
de mede-eigendom
la co-propriété
de verdeling
le partage
de gemene muur
le mur citoyen
het recht van natrekking
le droit d’accession
de erfdienstbaarheid
la servitude
het vruchtgebruik
l’usufruit
het gebruik
l’usage
het genot
la jouissance
de bewoning
l’habitation
de blote eigendom
la nu-propriété
de erfpacht
l’emphytéose
het recht van opstal
le droit de superficie
de hypotheek
l’hypothèque
het pand
le gage
de verjarigstermijn
la prescription
de termijn
le délai
de benadeling
la lésion
de verkrijgende verjaring
la prescription acquisitive
het geschrift
l’écrit
de handtekening
la signature
de onderhandse akte
l’acte sous seing privé
de authentieke akte
l’acte authentique
het begin van bewijs door geschrift
le commencement de preuve par écrit
de getuigenis
le témoignage
het feitelijk vermoeden
la présomption de fait
de bekentenis
l’aveu
de eed
le serment
de toelaatbaarheid
l’admissibilité
de bewijswaarde
la valeur probante
de wettelijke bewijswaarde
la force probante