les 4 Flashcards

1
Q

otitis media

A

middenoorontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

osteomyelitis

A

uitgebreide, diffuse onsteking van het kaakbot, vaak in de ok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

neoplasieen en cysten

A

cyste -> meer lateraal gelegen en assymetrisch, goed gelijnd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke 2 vormen van referred pain an de neurovasculaire pijn zijn er?

A

migraine

clusterhoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar bevinden de c en adelta vezels zich in het parodontium?

A

C vezels = boven in

adelta = onderin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar bevinde de c en adelta vezels zich in de tand?

A

c vezels = onderin

adelta = bovenin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

chemopreventie

A

toedinen van geneesmiddelen om ontwikkeling van kanker te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kanker en HPV

A

baarmoederhalskanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kanker en Hepatitis

A

leverkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kanker en EBV

A

nasofaryngeale kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

celdeling fase bij kanker

A

s fase: DNA synthese
M fase: mitosefase
g1 fase: groeifase tussen s en m
G2 fase: verdere groei tot rijpheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

4 genen die verantwoordelijk zijn voor celdeling:

A

proto oncogenen
tumor suppressorgenen
zelfmoordgenen
DNA reparatiegenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

carcinogenese

A

proces waarbij kwaadaardige tumoren gevormd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

neoplasie

A

nieuwvorming van onafhankelijke groeiende tumor door mutatie in oncogene/ tumorsuppressorogenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kenmerken van goedaardige neoplasie

A

groeit traag
is ingekapseld
respecteerd anatomische begrenzingen
zelden recidief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerken kwaadaardige neoplasie

A

groeit snel
niet ingekapseld
neoangionen
infiltratie in weefsel

17
Q

neoangiionen

A

zelf voorzien van bloedvaten

18
Q

voorbeelden van benigne tumoren

A

lipoom, neuroom, osteoom

19
Q

3 soorten maligne tumoren

A

carcinomen –> uit epitheelweefsel
sarcomen –> uit steunweefsel
hematologische malgniteiten –> bloedvormende organen en lymfeklieren

20
Q

TNM/G classificatie

A

T - tumorgrootte
n - node
M - metastase
G - graad van differentiatie