les 2 projectmanagment Flashcards

1
Q

Betrokken bij het project

A

-opdrachtgever = eigenaar van het project(wie betaald, wie bepaald)
-stakeholder = belanghebbende die direct of indirect een positeif/negatief balang kan hebben bij het resultaat van het project
-projectmanager = projectleider en dus tijdelijke baas
-projectteam = teamleden die tijdelijk zijn toegevoegd aan het project en geselecteerd zijn op basis van hun deskundige, competities en beschikbaarheid
-gebruikers = degene die in het project aan de slag moeten
-leveranciers
-andere betrokken = Overheid, Gemeente, Provincie, Omwonende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Agile project managment

A

(aansturingstechniek)
-Agile managment is een interatieve(zich herhalende) methode om wensen en eisen boven water te krijgen en aan de steeds veranderende wensen en eisen te voldoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

P.M.B.O.K

A

(aansturing)
-Project managment body of knowledge
-het gaat hierbij om kennisverzameling op het gebied van projectmanagement best practise
-best practise zijn technieken en instrumenten om het project te managen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Projectmanagment en de beheers cyclus

A

-Plan = er word een plan waarin taken moeten, leiden tot duidelijke en concrete resultate
-Do = activiteiten die moeten worden uitgevoerd volgens de planning
-Check = de verantwoordelijkheid controleerd of de plannning resultaten en de gestelde doelen aan de normen voldoen/gehaald
-Act = als uit controle blijkt dat het resultaat niet voldoet moet er verantwoordelijk en handelend worden opgetreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beheercyclus
I.M.W.R

A

Inspreren, mobaliseren, waarderen en reflecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beheersfunctie
SMART formule

A

Specifiek, Meerbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijd gebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Project en Integriteit, ethiek

A

-Integriteit geeft aan dat jij of de organisatie eerlijk,oprecht en betrouwbaar bent
(zeg wat je doet en doe wat je zegt)
-Ethiek gaat over goed en fout en normen en waarden van jouw organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Maatschapelijk verantwoord projectmanagment

A

-Duurzaamheid is het proberen om te voorzien in de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien van gevaar te brengen
-Dus maatschapelijk verantwoordelijk ondernemen met respect voor mens en milieu
(People, Planet, Profit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

P-6 methode fase 1

A

Opstarten van het project
-Hierin wordt het programma van eisen en wensen neergelegd
-Er worden zakelijke afwegingen gemaakt om te komen tot een zo goed mogelijk projectvoorstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

P-6 methode fase 2

A

Inrichten van het project
-Het samenstellen van een project team met de best en meest gemotiveerde mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

P-6 methode fase 3

A

maken van een plan van aanpak
- antwoorden krijgen op
–wie
–wat
–waar
–welke
–wanneer
–waarom
–hoe
–hoeveel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

P-6 methode fase 4

A

Opleveren van het projectresultaat
-Het aantal uit te voeren fases mag fexibel zijn maar moet wel een bepaald resultaat opleveren
(negatief resultaat is ook een resultaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

P-6 methode fase 5

A

Opleveren van het projectresultaat
-uitvoeren van het project is grotendeels klaar
-resultaat moet/kan worden opgeleverd
-resultaat kan worden getest en af/goed gekeurd worden door de opdrachtgever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

P-6 methode fase 5

A

afsluiten van het project
-Indien nodig kan het projectresultaat worden onderhoude
-evaluatie
-opheffe van het projectteam indien het resultaat is behaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly