Les 2 Flashcards

1
Q

Noem factoren die invloed hebben op je energie

A
  1. Leeftijd
  2. Geslacht
  3. Lichaamsgewicht
  4. Activiteitenpatroon
  5. Lichaamssamenstelling
  6. Hormonen
  7. Medicatie/ aanwezigheid van ziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je totale energieverbruik bestaat uit grofweg 3 componenten. Welke zijn dat?

A
  1. De rust stofwisseling, het energieverbruik in rust
  2. Het energieverbruik voor lichamelijke activiteit
  3. Het thermische effect van voedsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent een PAL-waarde van 2,0?

A

PAL-waarde toont verhouding tussen rust- en totaal energieverbruik; vermenigvuldigen met rust verbruik geeft totaal verbruik; PAL van 2,0 betekent 2x zoveel energieverbruik, wat ‘zeer actief’ aangeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem chronische aandoeningen waarop je een verhoogd risico hebt als je obesitas hebt

A
  • diabetes type 2
  • hoge bloeddruk
  • hart- en vaatziekten
  • galstenen
  • gewrichtsontstekingen en -slijtage
  • ademhalingsproblemen, waaronder kortademigheid en apneu
  • verschillende vormen van kanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 ziektes met de grootste ziekte last in Nederland

A
  1. Coronaire hartziekten
  2. Beroerte
  3. Diabetes Mellitus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly