Les 1 Flashcards

1
Q

Hoeveel groente en fruit moet je dagelijks eten? En hoeveel gram brood (bruin, volkorenbrood of andere volkoren producten)

A

200 gram groente, 200 gram fruit en 90 gram brood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoevaak moet je peulvruchten eten? En hoeveel ongezouten noten per dag?

A

Wekelijks peulvruchten eten en ten minste 15 gram ongezouten noten per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel porties zuivel per dag (melk of yoghurt), hoevaak per week vis en hoevaak thee per dag?

A

Enkele porties zuivel per dag, 1 keer per week (vette) vis en 3 koppen thee per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan je het best geraffineerde graanproducten vervangen?

Hoe kan je het best boter, harde margarine en bak- en braadvetten vervangen?

A

Je kan het beste volkoren producten kiezen.

Zachte margarine, vloeibare bak- en braadvet en plantaardige oliën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan je ongefilterde koffie het best vervangen?

Welk soort vlees kan je het beste beperken.

Welk soort drinken kan je het best verminderen?

A

De beste optie is om gefilterde koffie te kiezen. Rood vlees en met name bewerkt vlees te beperken en suikerhoudende dranken zo min mogelijk te drinken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel alcohol mag je per dag drinken?

Wat is het maximale van zout per dag?

A

Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan 1 glas per dag.

Beperk de inname van keukenzout tot maximaal 6 gram per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Heb je extra voedingssupplementen nodig?

A

Het gebruik van voedingssupplementen is niet nodig, behalve voor mensen die tot een specifieke groep behoren waarvoor een supplement advies geldt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke voedingstoffen krijgen Nederlanders vaak te veel binnen?

A

Verzadigd vet en zout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel % van onze energie zou maximaal uit verzadigd vet mogen bestaan?

A

10% energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarop zijn de aanbevolen hoeveelheden uit de schrijf van 5 gebaseerd (zoals 250 gram groente/dag)?

A
  1. Voldoet aan de vitamines/ mineralen/ voedingstoffen die je nodig hebt
  2. Dat je niet teveel stoffen binnenkrijgt die niet goed voor je zijn (verzadigd vet - zout - toegevoegde suiker)
  3. Voldoen aan de richtlijnen goede voeding van de gezondheidsraad
  4. Dat het aansluit bij de gebruikelijke voeding van Nederlanders
  5. Dat de milieubelasting niet te hoog is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel % van de energie die je op een dag binnen krijgt zouden producten van buiten de schrijf van 5 mogen zijn?

A

15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Naar welke voedingstoffen wordt er gekeken of een product binnen of buiten de schrijf valt?

A
  • Verzadigd vet
  • Transvet (TV)
  • Natrium (zout)
  • Suiker (mono + dissachariden)
  • Vezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is binnen de schrijf van 5, een dagkeuze en een weekkeuze? Op welke voedingstoffen wordt dan gelet?

A

Binnen de Schijf van Vijf: Een product dat voldoet aan de gezondheidsrichtlijnen van de Schijf van Vijf.

Dag keuze: Een menu-optie of maaltijd beschikbaar op een specifieke dag.

Week keuze: Een menu-optie of maaltijd beschikbaar gedurende een hele week.

Energie, verzadigd vet en zout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar heb je eiwitten in je lichaam voor nodig?

A

Bouwstoffen, regel processen, transport eiwitten, aanmaak neurotransmitters en energie

  1. Als bouwstoffen (spieren, organen, zenuwstelsel, bot, etc. bestaan voor een groot deel uit eiwitten)
  2. Regelprocessen: enzymen en antilichamen (afweerstoffen) zijn eiwitten, veel hormonen zijn ook eiwitten.
  3. Transport eiwitten: dit zijn eiwitten die in het bloed andere stoffen vervoeren, bijvoorbeeld hemoglobine (zuurstof en CO2 transport)
  4. Aanmaak neurotransmitters (nodig voor prikkeloverdracht): bijvoorbeeld tryptofaan (voor serotonine) en tyrosine (voor dopamine)
  5. Eiwitten kunnen ook gebruikt worden voor energie, maar is niet de voorkeursbron voor energie (dat zijn koolhydraten en vetten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar heb je koolhydraten voor nodig? Benoem de belangrijkste functie

A

Levert energie en is de voorkeursbrandstof voor de hersenen en de rode bloedcellen (de hersenen en rode bloedcellen kunnen geen vetzuren verbranden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar heb je vetten voor nodig?

A
  1. Levert energie
  2. Vet levert ook vitamines die in vet opgelost zijn (levert afhankelijk van de vetbron vitamine A, D, E en de essentiële vetzuren alfalinoleenzuur en linolzuur die je lichaam niet zelf kan maken, maar die je wel nodig hebt)
17
Q

Hoeveel % van de energie zou minimaal uit koolhydraten moeten bestaan?

A

> 40% energie

18
Q

Wat is de aanbevolen rangen van vet in energiepercentage

A

20 tot 40% energie (en bij mensen met overgewicht of gewicht toenamen 20 – 35% energie)

19
Q

Wat is de maximale hoeveelheid energie % verzadigd vet

A

Max. 10% energie

20
Q

Wat is de aanbevolen hoeveelheid eiwitten in gram per kilogram lichaamsvet?

A

0,83 gram per kg lichaamsgewicht

21
Q

Hoeveel energie levert 1 gram aan kcal
(Belangrijk)

A

Koolhydraten - 4 kcal
Vetten - 9 kcal
Eiwitten - 4 kcal