Leereenheid 6 Open Universiteit Flashcards
Welke organen zijn belast met het internationale toezicht op de naleving van het EVRM en waar is dit geregeld?
- Het EHRM (artt. 19-51 EVRM)
- Het Comité van Ministers van de Europese Raad (artt. 31, 39, 46, 47 en 54 EVRM)
- De Secretaris-generaal van de Europese Raad (art. 52 EVRM)
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het HvJ en het EHRM m.b.t. a. verhouding tot EU en Europese Raad, b. Indeling van de instanties, c. jurisdictie en d. doorwerking uitspraken?
ad.a.
HvJ is een van de instellingen van de EU (art. 13 jo. art. 19 VEU)
EHRM is ingesteld door Europese Raad (art. 19 EVRM)
ad.b.
HvJ bestaat uit: 1. HvJ; 2. Het Gerecht; 3. gespecialiseerde rechtbanken.
EHRM is één instantie die zitting houdt met 1, 3 (Comité), 7 (Kamer) en 17 rechters (Grote Kamer).
ad.c.
HvJ: a. waarborgen dat uitlegging en toepassing van EU-Verdragen worden gerespecteerd; b. uitspraken op: 1. beroep van lidstaten, instellingen, rechtspersonen en natuurlijke personen en 2. verzoek van nationale rechterlijke instanties en 3. in overige bij verdragen geregelde gevallen.
EHRM: a. verzekeren van de verplichtingen uit het EVRM (klassieke mensenrechten); b. uitspraak doen in: 1. door lidstaten aanhangig gemaakte zaken en 2. a. door natuurlijke personen, b. non-gouvernementele organisaties of c. door groepen van personen.
ad.d.
HvJ: a. werkt door in nationale rechtsorde conform EU-recht; b. supranationaal: a. werkt rechtstreeks door in nationale rechtsorde; b. rechtstreeks uitvoerbaar.
EHRM: a. werkt door in nationale rechtsorde; b. intergouvernementeel: uitspraken leiden tot een opdracht aan lidstaten om een strijdigheid ongedaan te maken.
Wanneer wordt een heffing als een belasting gezien en waarom is dit van belang?
Een heffing wordt als een belasting gezien als deze behoort tot een algemeen stelsel van binnenlandse belastingen waardoor categorieën producten stelselmatig worden getroffen volgens objectieve criteria.
Een heffing die als belasting wordt gezien valt binnen artikel 110 VWEU. Bij belastingheffingen gaat het zowel om in- als uitgevoerde als om nationale producten. Hierbij geldt ook een discriminatieverbod en verbod van protectionisme.
Een heffing van gelijke werking valt binnen artikel 30 VWEU en waarbij het uitsluitend gaat om grensoverschrijdende producten.