Leereenheid 1 Open Universiteit Flashcards
Wat was de kern in het streven naar een Europese Unie?
Gestreefd werd naar een politieke en economische integratie waarbij het voorstel van Davignon een aanzet was om te komen tot een politieke integratie dat de basis vormde voor de Europese Politieke Samenwerking (EPS)
Welke ontwikkelingen hebben zich eind jaren ‘70 voorgedaan in het kader van het streven naar een Europese Unie?
In het streven naar een Europese Unie werden eind jaren ‘70 het Europees Monetair Fonds (vaste wisselkoersen) en het Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking (verlening kredieten aan lidstaten) opgericht.
Welke rol speelde de Europese Akte in het streven naar een Europese Unie?
De Europese Akte komt voort uit het Spinelli-voorstel dat:
1. Het ontwerpverdrag is tot oprichting van de Europese Unie;
2. Een hervorming van de samenwerking is door wijziging van het EEG-Verdrag.
Wat is de betekenis van het burgerschap van de Unie?
Unieburgerschap officieel ingesteld bij het Verdrag van Maastricht (1992) in artikel 20 VWEU en is een extra status voor de eigen onderdanen van de Unie.
Het Europese burgerschap is ingesteld om de politieke aard van de Gemeenschap te bevestigen.
Unieburgerschap is de primaire hoedanigheid van de onderdanen van de lidstaten (Hof van Justitie; Grzelczyk).
Lidstaten kunnen de nationaliteit intrekken of toekennen op grond van internationaal recht en met inachtneming van het gemeenschapsrecht. Zaak Rottmann illustreert dat het EU-burgerschap eigen rechten en plichten creëert, waarbij het evenredigheidsbeginsel een belangrijke rol speelt.
Democratie
Democratie is een bestuursvorm waarin het volk macht kan uitoefenen, door regelmatige verkiezingen en gekozen vertegenwoordiging in een parlement dat verantwoording aan de bevolking verschuldigd is (representatieve vertegenwoordiging) (artikel 10 VEU). Het gaat naast de verkiezingen ook om een regelmatige machtswisseling.
Derde landen
Dit zijn landen buiten de EU.
Door ondertekening van het Verdrag van Schengen in 1985, ontstond er de Schengenzone tussen Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk. Inmiddels zijn de meeste EU-landen hierbij aangesloten. Binnen de Schengenzone is het mogelijk om vrij te reizen voor de inwoners.
Exclusieve bevoegdheid van de EU
Dit betekent dat alleen de EU mag handelen en niet langer de afzonderlijke lidstaten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij handelsbeleid.
De EU onderhandelt en de Raad sluit overeenkomsten.
De exclusieve bevoegdheid is neergelegd in artikel 3 VWEU.
Welke vormen van soevereiniteit zijn er en leg deze uit.
Interne soevereiniteit: aanspraak van een machtsgezag op het gezag binnen een territorium en over de bevolking, gevolgd door het succes van die aanspraak.
Externe soevereiniteit: lid van de statengemeenschap, geen inmenging door andere staten en erkenning door andere lidstaten.
Gedeelde bevoegdheid
Er is sprake van gedeelde bevoegdheden wanneer de EU en de lidstaten samen bevoegdheden delen. Dit is een vorm van gedeeld bestuur (artikel 4 VWEU).
Deze bevoegdheden kunnen exclusief worden wanneer de EU een besluit neemt en dit zich niet langer verenigt met het afzonderlijk optreden van lidstaten.
Gemeenschappelijke markt/interne markt
Dit is een markt - in economisch opzicht - van vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal. In 1986 werden de grenscontroles aan de binnengrenzen opgeheven en werd voortaan gesproken over een interne markt.
Interinstitutionele akkoorden
Dit zijn complexe werkafspraken tussen de EC, het EP en de Raad over hun onderlinge verhouding en rolverdeling (artikel 295 VWEU).
Rechtsgemeenschap
Een gemeenschap waarin de verhoudingen tussen het gezag en hen die daaraan zijn onderworpen in sterke mate door het recht wordt beheerst, in openheid, en niet door macht en beslotenheid, zoals in internationale verhoudingen en organisaties gebruikelijk is.
De waarden van de EU als rechtsgemeenschap zijn terug te vinden in artikel 2 VEU.
Rule of law/rechtsstatelijkheid
Dit is een staat met overheidsgezag dat gekenmerkt wordt door het legaliteitsbeginsel, waarbij de grondrechten en andere fundamentele vrijheden worden gerespecteerd, inclusief de toegang tot een onafhankelijke rechter en waarbij de rechterlijke macht onafhankelijk is van de andere machten.
Trias politica
Dit is een stelsel van een wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Sinds het Verdrag van Lissabon is er een duidelijk onderscheid tussen de drie machten.
De wetgevende macht wordt gevormd door de Raad en het EP (artikel 14(1) VEU en artikel 16(1), op initiatief van de EC (artikel 17(1 en 2).
De rechterlijke macht is het Hof van Justitie (artikel 19(1) VEU).
De uitvoerende macht is de Europese Raad (artikel 15(1) VEU), samen met de EC (artikel 17(1) VEU) en de Raad (artikel 16(1) VEU)). Ook de ECB speelt hierin een rol.
Op welke manier komt een verdrag tot stand?
- Doorgaans komen verdragen tot stand in een onderhandelingsproces.
- Onderhandelingen worden gevoerd door daartoe gemachtigde personen.
- Het verdrag wordt gesloten als de onderhandelaars het eens zijn over de inhoud. Daarmee staat de verdragsinhoud vast.
- Vastlegging van de inhoud gebeurt via ondertekening of parafering (met name als het verdrag bepaalt dat het door ondertekening in werking treedt).
- Normaliter treedt het verdrag in werking nadat de interne, door de eigen staat voorgeschreven, procedure is doorlopen.
- Na deze procedure wordt het verdrag bekrachtigd/geratificeerd al dan niet onder voorbehouden.
- De inwerkingtreding is bij verdrag geregeld.