Lecture week 7 Flashcards

1
Q

waar kan het slachtoffer zijn van kindermishandeling tot leiden?

A

Delinquentie (geweld of zeden) en pleger worden van mishandeling (intergenerationele overdracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het effect van kindermishandeling op agressie?

A

Slachtoffers van mishandeling zijn agressiever in de kindertijd dan de kinderen die niet fysiek mishandeld zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor gedrag laten slachtoffers van mishandeling vaker zien?

A

agressief, delinquent, seksueel ongeremd/ongepast gedrag

Ze zijn ook vaker slachtoffer geweest van mishandeling (cycle of violence)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vormen van mishandeling zijn gerelateerd aan een groter risico op het plegen van misdrijven?

A

Alle vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is naast mishandeling ook een risico voor het plegen van een misdrijf?

A

UHP in residentiële zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vormen van mishandeling zijn gerelateerd aan een groter risico op agressief antisociaal gedrag?

A

Alle vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vormen van mishandeling zijn gerelateerd aan een groter risico op algemeen antisociaal gedrag?

A

Alle vormen behalve seksueel misbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vormen van mishandeling zijn gerelateerd aan een groter risico op fysiek geweld bij kinderen?

A

Alle vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan het verband van slachtoffer naar dader verklaard worden?

A

→ Sociaal Leren Theorie:
Observatie, imitatie, en versterking van gedrag
Attitude & conditionering (“Ik ben vroeger zelf ook geslagen en ik ben goed terecht gekomen”)

→ Sociale Controle Theorie:
Gehechtheid aan anderen/maatschappij voorkomt sociaal onwenselijk gedrag

→ General Strain Theory:
Kindermishandeling onontkoombaar voor kind (stressoren) → Frustratie en woede → Criminaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de dose-response relatie bij deze theorieën?

A

hoe meer kindermishandeling een kind heeft meegemaakt, hoe groter de kans op delinquentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan de Sociaal Leren Theorie wel en niet verklaren

A

Wel: Verhoogd risico delinquentie na kindermishandeling
Niet: waarom de meeste slachtoffers van kindermishandeling geen crimineel gedrag gaan vertonen. Daarnaast verklaart het ook niet de risico’s van de andere vormen van mishandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kunnen de Sociale Controle en General Strain theorieën wel en niet verklaren?

A

Wel: Verhoogd risico delinquentie na kindermishandeling
Verklaart ook het verhoogde risico bij andere vormen van mishandeling
Niet: waarom de meeste slachtoffers geen daders worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tussen welke twee soorten verwaarlozing kan er onderscheid gemaakt worden?

A

→ Failure to Provide: Lichamelijke verwaarlozing, ouder/verzorger slaagt er niet in de minimale mate van benodigde zorg te betrachten om aan de fysieke behoeften van het kind te voldoen.

→ Lack of supervision: Ouder/verzorger neemt onvoldoende voorzorgsmaatregelen om de veiligheid van een kind in en buiten het huis te garanderen, gezien de specifieke emotionele en ontwikkelingsbehoeften van het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tussen welke vorm van verwaarlozing en agressie en delinquentie is er een uniek effect gevonden?

A

Failure to provide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is er gevonden in onderzoek met betrekking tot daders van zeden delicten en hun voorgaande eigen misbruik?

A
  • daders van zedendelicten vaker seksueel misbruik hebben meegemaakt dan daders van andere delicten.
  • daders van zedendelicten met kinderen zijn vaker seksueel misbruikt dan daders van zedendelicten met volwassenen.
  • daders van zedendelicten met volwassenen zijn vaker fysiek mishandeld dan daders van zedendelicten met kinderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is er een verschil tussen pedofielen en andere daders van zedendelicten met kinderen na het meemaken van seksueel misbruik?

A

Nee

17
Q

Door welke bevindingen wordt de sexually abused - sexual abuser hypothese ondersteund?

A
  • Aanleren gedrag
  • Versnelde seksuele ontwikkeling
  • Gedeelde genen of omgeving
18
Q

Vanaf hoeveel ACE’s of meer is er een sterk verband met negatieve uitkomsten?

A

Vanaf 3 of meer

19
Q

Waar of niet waar: vrouwelijke daders vaker slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik dan vrouwen in de algemene populatie

A

Waar

Dit is ook zo voor de rest van de vormen van mishandeling

20
Q

Welke ACE’s komen vaker voor bij vrouwelijke daders dan vrouwen in de algemene populatie?

A

Bijna alle ACE’s

met uitzondering van mental illness in the home en fysieke mishandeling.

21
Q

Wie zijn vaker slachtoffer? Mannelijke of vrouwelijke zedendelinquenten

A

Vrouwelijke

22
Q

Is er intergenerationele overdracht te vinden voor seksueel geweld?

A

Ja

Ook voor emotionele mishandeling

23
Q

Wat zijn verklaringen voor de cycle of violence?

A

→ Gedeelde omgevingsfactoren
→ Invloed tijdens prenatale ontwikkeling
→ Gedeelde genetische predispositie

24
Q

Wat is de MAO-A: ‘warrior gene’

A

Gerelateerd aan impulsief en agressief gedrag
Verschillende varianten gerelateerd aan antisociaal gedrag in psychiatrische patiënten en delinquenten
Modereert relatie tussen kindermishandeling en antisociaal gedrag

Bij kinderen met een hoge activiteit van het MAO-A gen bezitten er een veel sterker verband is tussen kindermishandeling en het vertonen van antisociaal gedrag dan bij kinderen waar de activiteit van het MAO-A gen laag is.

25
Q

Waar gaat het om bij predispositie?

A
De predispositie gaat om kwetsbaarheid waar de omgeving een grote rol speelt.
• Opvoeding
• Sociale steun
• Instabiliteit
• leeftijdsgenoten
26
Q

Komt misbruik vaker voor in Jeugdzorg of de algehele populatie

A

Jeugdzorg

Met name de residentiële zorg. Dit kan liggen aan de gemixte groepen wat zorgt voor ernstiger probleemgedrag

27
Q

Van welke types geweld door jongeren zijn medewerkers het vaakst slachtoffer

A

Van meest naar minst:

  • Verbaal bedreigen
  • Fysiek seksueel
  • Fysiek geweld
  • Fysiek bedreigen
  • Verbaal seksueel
28
Q

Hoe kan je verklaren dat mishandeling niet DIRECT leidt tot agressief gedrag?

A

Mensen die getraumatiseerd zijn, zijn vooral gefocust op het vermijden van bedreiging. Daarom zijn ze ook heel erg gefocust op deze mogelijke bedreigingen.

29
Q

Hoe kan de cirkel van geweld worden doorbroken?

A

→ trauma verwerking/therapie
→ vergroten van het probleemoplossend vermogen
→ sociale steun