LE6: Selectie Flashcards
Wat is de beredenering achter het competitve exclusion principle?
Twee soorten kunnen niet in de zelfde omgeving voorkomen als zij dezelfde niche hebben. (Gause, 1934)
Wat zijn de 3 belangrijkste voorwaarden voor natuurlijke slectie.
- variatie in eigenschappen
- de variatie is te minste deels erfelijk bepaald
- er is een selectiedruk.
Wordt natuurlijke slectie enkel door natuurlijke processen bepaald?
Nee, ook abiotische factoren en de mens oefenen invloed uit op de veranderingen die teweeg gebracht worden door natuurlijke selectie.
Wat gebeurt er bij onbedoelde natuurlijke selectie en wat is het gevolg?
Het selectief wegnemen van individuen met gewenste eigenschappen uit een populatie, waarbij individuen met een extreme waarde voor bepaalde fenotypische eigenschap uit een populatie verdwijnen.
Bij welke 2 groepen komt seksuele selectie vooral voor?
Komt vooral voor bij eukaryote groepen met wee typen gameten:
- relatief kleine gameten (zaadcellen, pollen) die hoofdzakelijk alleen genetisch materiaal dragen en
- veel grotere gameten (eicellen) die cytoplasma en componenten bevatten die nodig zijn voor levensvatbare zygoten.
Wat zijn de 3 belangrijkste voorwaarden voor seksuele selectie?
- variatie in eigenschappen
- de variatie is te minste deels erfelijk bepaald
- verschillen in eigenschappen zorgen voor verschillen in paringssucces
Waarom uit seksuele selectie zich vooral in mannelijke organismen?
Omdat de fenotypische eigenschappen voor seksuele selectie zich vooral uiten bij de sekse die daar profijt van heeft.
Op welke 2 manieren vindt seksule selectie plaats?
- Competitie tussen soortgenoten van hetzelfde geslacht.
- Selectie door partnerkeuze.
Wat is het verschil tussen positief en negatief assortief paren?
Bij positief assortief paren kiest het individu een partner die zo weinig mogelijk van het individu afwijkt. Bij negatief assortief paren wijkt de partner zoveel mogelijk af.
Op welke 4 manieren beinvloed de mens het proces van seksulele selectie?
- Het kan door ingrepen in het milieu makkelijker of moeilijker worden om te investeren in eigenschappen die onder invloed staan van seksuele selectie.
- Door invloeden kan het moeilijk zijn om een partner te vinden
- Verstoringen kunnen zorgen voor een verstoring van de hormoonhuishouding
- Specifieke selectie door jacht, kap, etc.
Wat is de fitness van een individu?
Het vermogen van een individu om te overleven en nakomelingen te produceren.
Hoe uit zich een balans tussen overlevings- en voortplantingskansen als het gaat om selectie.
Sommige eigenschappen die tot stand zijn gekomen door seksuele selectie verlagen de overlevingskans van een individu, maar ze vergroten daarnaast het reproductieve succes.
Wat is de absolute fitness van een individu?
Het totale reproductieve succes (aantal nakomelingen) van een individu.
Wat is de relatieve fitness?
Hoe verhoudt het totale aantal nakomelingen van een individu met een bepaald genotype zich tot het reproductieve succes van het genotype met de hoogste absolute fitness.
Geeft inzicht in de veranderingen in de genetische samenstelling van de populatie.
Wat is de waarde voor de selectiecoëfficient (s)
Als het verschil van de fitness van een genotype met de referentiewaarde van 1 (hoogst mogelijke fitness). s=1-w