LE1: Evolutie, soorten en populaties Flashcards

– aangeven dat de evolutiebiologie ultieme oorzaken bestudeert, en onderscheid maken tussen ultieme en proximale oorzaken binnen de biologie – het biologisch soortbegrip toelichten en toepassen – de binominale nomenclatuur bij soortnamen herkennen en toelichten – uitleggen wat binnen de biologie wordt verstaan onder een populatie, en dit begrip toepassen.

1
Q

Wat zijn ultieme oorzaken binnen de biologie?

A

Oorzaak-gevolg relaties vanuit een evolutionair perspectief. Deze oorzaak-gevolg-relaties spelen zich af op een lange tijdschaal en omspannen meerdere generaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de term proximale oorzaken in?

A

Dit zijn oorzaak-gevolg-relaties die zich op korte tijdsschaal afspelen. Er is een direct oorzaak-gevolg reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een merel (Turdus merula) is aan het zonnebaden. Er wordt gesteld dat de merel het fijn vindt om in de zon te liggen.

Is dit een proximale oorzaak of een ultieme oorzaak en waarom?

A

Dit is een proximale oorzaak omdat er een directe oorzaak is voor het zonnebaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is biologische evolutie?

A

Een verandering van de eigenschappen van een soort in de loop van generaties. Belangrijk is dat deze veranderingen een genetische basis hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom kleurde de peper-en-zoutvlinder (Biston betularia) steeds meer zwart tond de industriele revolutie in Londen?

A

Omdat doordat de hoge uitstoot van roet vervuiling van oppervlakte optreed. Hierdoor werden de witte varianten van (Biston betularia) steeds zichtbaarder (meer predatie) en schuifde de soort naar een donkeredere schutkleur in deze gebieden. Dit noemen we industrieel melanismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het biologische soortbegrip in?

A

Twee individuen horen tot de zelfde soort wanneer ze samen vruchtbaar nageslacht kunnen krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zijn aanpassingen van een soort aan antropiogene verstoringen altijd op een genetische basis berust?

A

Nee, dit kan ook plaats vinden zonder selectie. Een voorbeeld is het frequentie niveau van vogelzang dat zich aanpast aan antropgene geluidshinder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noemen we de wetenschappelijke naamgeving en hoe is deze opgebouwd?

A

Nomenclatuur.

Deze is opgebouwd door een Geslachtsnaam en een soortnaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de habitat van een soort?

A

Een locatie die voldoet aan de eisen die soort stelt aan zijn omgeving. Zowel abiotische als biotische factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem een aantal abiotische habitats eisen.

A

Beschikbaar water, bodemtype, klimaatologische omstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke biotische factoren kunnen invloed hebben op de aanwezigheid van een soort?

A

Predatie, concurrentie, voedselaanbod, parasieten en ziektes, nestgelegenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verspreidingsgebied van een soort?

A

Het verspreidingsgebied omvat een aaneengesloten gebied waar de soort de potentie heeft om voor te komen. Een soort komt alleen voor binnen de geschikte habitats in dit areaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de definitie van een populatie?

A

Een groep individuen van de zelfde soort waartussen meer wisselwerking plaatsvindt dan met andere individueen van die soort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waardoor ontstaan er verschillende populaties binnen een soort?

A

Dit doet zich voor door barrieres. Fysiek of in de verplaatsingsmogelijkheden van soort. Zo vindt er vooral genetische variatie binnen een populatie plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly