LE14: Botsing tussen continenten, gebergtevorming Flashcards
Hoe noemen we het als twee getseentemassa’s in elkaar drukken en zo opheffing veroorzaken?
Dan ontstaat er een plooiingsgebergte.
Wat verstaan we onder orogeen en zijn alle gebergte orogeen?
Onder orogenen verstaan we langgerekte stroken aardkorst, tientallen tot enkele honderden kilometers breed en vaak duizenden kilometers lang, waarbinnen zich in een bepaalde periode op een intensieve manier processen zoals deformatie, metamorfose en intrusie hebben afgespeeld.
Niet alle gebergte zijn orogeen.
Buiten orogonese hoe kunnen gebergte nog meer ontstaan?
Er zijn ook hooggelegen gebieden die zijn ontstaan door opwelving van de aardkorst, of door bewegingen van de aardkorst langs breuken. Ook kennen we natuurlijk gebergten die bestaan uit vulkanen en vulkanische producten.
Wat zijn continetale schilden?
De gebieden, waar de Precambrische gesteenten (kratons) aan de oppervlakte liggen.
Wanneer spreken we van een discordantie, leg dit uit aan de hand van het figuur.
Serie A heeft 9 lagen; serie B heeft 3 lagen. De gelaagdheid van beide series zijn totaal verschillend. Serie B ligt horizontaal. De gesteentelagen in serie A hebben een deformatie ondergaan, in dit geval een plooiing. De hoek van de gelaagdheid tussen A en B is dus duidelijk verschillend. Dit noemen we een discordantie.
Wat is een algemeen geldende regel voor deformatie van gesteentelagen wat ouderdom betreft?
De deformatie van een gesteenteserie in een bepaald gebied is jonger dan het jongste nog gedeformeerde gesteente, maar is ouder dan het oudste niet meer gedeformeerde gesteente.
Hoe kunnen we in de afbeelding verklaren dat serie A geplooid is en serie B niet?
De gesteenten van Serie A liggen lager en zijn dus ouder. Ze zijn eerst gelaagd afgezet en vervolgens geplooid. De bovenzijde van serie A is vlak: de hogere delen van de geplooide lagen zijn geërodeerd.
De gesteenteserie B is jonger dan A. Maar omdat deze ook niet is geplooid, is deze ook jonger dan het ‘tijdstip’ van deformatie.
Zullen plooiingen altijd overal gelijkwaardig aan elkaar zijn?
De continentranden zullen alleen overal tegelijkertijd deformeren als ze elkaar precies evenwijdig naderen. Dat zal in het algemeen niet het geval zijn.
Wanneer spreken we van een diachrone orogonese?
De continenten A en B botsen tegen elkaar. In het zuiden raken de beide continentranden elkaar al, in het noorden zit er nog een stuk oceaan tussen. In het zuiden is de deformatie al begonnen. Naar verwachting zal deze deformatie zich geleidelijk naar het noorden verplaatsen. Zo ontstaat een plooiingsgebergte dat van zuid naar noord steeds jonger wordt
Welke 3 grote orogene processen onderscheiden we in de tijd?
We onderscheiden, van jong naar oud, de Alpiene, Variscische en Caledonische orogenen.
Waarom zijn veel gebergte van het orginele orogonese niet meer even hoog als hun oorsprong?
Grote delen van de oorspronkelijk hoge gebergten zijn ondertussen door erosie en de daaropvolgende daling een stuk minder hoog. Hierdoor zijn ze weer bedekt met jongere sedimenten, bijvoorbeeld in het Bekken van Parijs.
Welke conclusie tot de ouderdom en herkomst kunnen we trekken uit de figuur?
We zien in figuur 14.5 het resultaat van de tweede orogene fase. De gesteenteserie A is voor de tweede maal geplooid. De ‘oude’ plooien zijn tijdens de tweede fase verder ‘in elkaar gedrukt’. Gesteenteserie B en het discordantievlak zijn voor de eerste maal geplooid. Een geplooid discordantievlak wijst er dus op dat een gebied minimaal twee plooiingsfasen heeft gehad.
Hoe noemen we het proces van ontbloting van een gesteente?
Denundatie.
Hoe vindt denudatie van gesteente plaats bij plooiingsgebergtes?
In plooiingsgebergten vinden we veel afzettingsgesteenten, ook wel sedimentgesteenten genoemd. En als opheffing en erosie het gebergte voldoende hebben ontbloot, komen ook metamorfe gesteenten aan het oppervlak.
Wat doen we als we een palinspatische reconstructie uitvoeren?
De ontstaansgeschiedenis van een orogeen te bepalen. Daarbij proberen we als het ware de deformatiestructuren stap voor stap ongedaan te maken: plooien weer glad strijken, dekbladen terugleggen naar de plaats waar ze vandaan gekomen zijn