Landschappen van West-Europa: Open Fields Flashcards

1
Q

Open fields landscapes

A

In regio’s met relatief rijke löss-, leem- of kleigronden en een vlak of golvend reliëf zijn in de Middeleeuwen vrijwel vlakdekkende open akkerlandschappen ontstaan
“de graanschuren van Europa”
Grote ruimtelijke variatie
Lange ontstaansgeschiedenis
Koppeling fysieke en sociale landschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verband fysische geografie en het cultuurlandschap

A

Vlak of golvend terrein + rijke bodem = vlakdekkende open fields
Vlak of golvend terrein + arme bodem: kleine open fields
Sterk golvend terrein = geen open fields (enclosed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verspreidingsbeeld open fields

A

Löss-, kei-, leem- en krijtverweringsgronden Zuidwest-Engeland, bekken van Parijs, Duitsland, Denemarken, Midden- en Zuid-Zweden, Polen, Hongaarse bekken, Donaulaagte, Noord-Italië, bekkens en laagvlaktes van Spanje, Portugal, Zuid-Italië, Macedonië, Griekenland en Bulgarije, steppegronden Oekraïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verspreidingsbeeld kleine open fields

A

Zandgronden Noordwest-Europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Feeding the city

A

Sterk verbonden met grote Middeleeuwse steden voor de voeding van de sterk groeiende bevolking. Ook zijn ze sterk verbonden met geconcentreerde agrarische dorpen en landbouwsystemen met individuele en collectieve kenmerken. Er werd veel samengewerkt
Seizoensgebonden, sterk cyclisch karakter (de seizoenen bepaalde het ritme van het leven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Werkpaardenlandschappen

A

Veel paarden in de akkerbouwgebieden vroeger in West-Europa om de zware gronden te kunnen ploegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Field systems, een drieledig begrip

A
  1. De fysieke inrichting van het cultuurland
  2. Landbouwkundig gebruik van het cultuurland
  3. Sociale organisatie van cultuurland en landgebruik (de mens)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De fysieke inrichting van het cultuurland

A

Individuele velden, percelering, perceelscheidingen, wegenpatroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Landbouwkundig gebruik van het cultuurland

A

Vruchtwisselingssysteem, gewassen, begrazing, grondbewerking, bemesting, oogstmethoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociale organisatie van cultuurland en landgebruik

A

Organisatievorm grondgebruik, rechtsverhoudingen, eigendom, pacht, erfrecht, collectief vs privégebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken open fields

A

Vaak onzichtbare perceelsgrenzen, hierdoor een open landschap (vaak greppels of andere vormen van scheidingen)
Een of meer aaneengesloten en begrensde akkercomplexen rond een dorp
Hoofdfunctie: akkerbouw
Nevenfunctie: beweiding
Talrijke akkerpercelen van meerdere eigenaren door elkaar heen liggend
Combinatie van privaatrechtelijke en publieksrechtelijke rechtsverhoudingen
Combinatie van individueel en collectief gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fases open fields

A
  1. Ontstaan en uitbouw open fields (10e-13e eeuw)
  2. Veranderingen in het landgebruik voor de open fields (14e-15e eeuw)
  3. Het verdwijnen van de open fields (16e-20e eeuw)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het landschap vóór open fields

A

Uitgestrekte bossen met kleine nederzettingen. Op de rijke gronden wordt uiteindelijk zoveel mogelijk land als akkerland gebruikt, bos wordt gekapt en de productie groeit. Op een zeker moment worden kleine individuele akkers samengevoegd in één groot akkercomplex (Vlaanderen, accra naar kouter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diesstelsel

A

Eén of twee jaar akkerbouw, gevolgd door zes tot acht jaar dries

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tweeslagstelsel

A

Akkerland gesplitst in twee delen, ene deel ingezaaid met (zomer)graan, andere deel ligt braak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Infield-outfieldsysteem

A

Verdeling van cultuurland in intensief en extensief gebruikt land: vaak kleine hoeveelheid akkerland en grote hoeveelheid braak

17
Q

Aanleidingen ontstaan open fields

A

Sterke bevolkingsgroei in de Volle Middeleeuwen waardoor de voedselbehoefte stijgt en daardoor ook meer bouwland
Sterkte toename van bouwland ontginningen zorgde voor de aaneengroei van voorheen verspreid liggende akkers waardoor de bereikbaarheid tussen individuele akkers steeds lastiger werd
Schaduw en randeffecten van omheiningen zorgde voor oogstverderving
Verspreid liggende bebouwing zat uitbouw en efficiënt gebruik van akkerland in de weg
Verspreid liggende nederzettingen lagen vaak op de goede kwaliteit grond die nodig was voor nieuw akkerland

18
Q

Drie samenhangende processen

A
  1. Verdorfung
  2. Verzelgung
  3. Vergetreidung
19
Q

Verdorfung

A

Concentratie van bebouwing (dorpsvorming)

20
Q

Verzelgung

A

Concentratie van akkers in twee of drie akkercomplexen (zelgen); verplichte collectieve vruchtwisseling (Flurzwang)
Introductie drieslagstelsel (10e-15e eeuw)

21
Q

Drieslagstelsel

A

Wintergraan - zomergraan - braak
Vanwege beweiding dienen velden omheind te zijn

22
Q

Vergetreidung

A

Intensivering van de vruchtwisseling in de richting van een zo hoog mogelijke graanproductie
Focus op grootschalige graanteelt

23
Q

Flurzwang

A

Verplichte deelname vruchtwisselingsstelsel
Gevolg van de overgang van kleine familiegehuchten naar grote dorpen met talrijke families maakte collectieve afspraken en verzakelijking onvermijdelijk

24
Q

Veranderingen in het landgebruik van open fields

A

Vanaf de late Middeleeuwen was er intensivering van de akkerbouw:
Introductie groenbemesters en voedergewassen
Tweeslagstelsel zonder braak: zomergraan en wintergraan
Intensivering bemesting
14e-15e eeuw

25
Het verdwijnen van de open fields
16e-20e eeuw, van akkerbouw naar veeteelt (enclosures) Redenen: Verhoging van de graanproductie per ha Toenemende aanvoer graan uit andere streken Nabijheid stedelijke markten Toename invloed grootgrondbezit Vooral gebeurt in Engeland, ook in West-Frankrijk en België
26
Functies van omheiningen
Markering overgang privébezit naar publieke ruimte Markering eigendomsgrenzen tussen privépersonen Binnenhouden vee Tegenhouden wilde dieren Markering van grondgebruikseenheden Markering politieke grenzen Markering religieuze grenzen Productie van gebruikshout, loofvoeder, vruchten etc.
27
Europees verspreidingsbeeld bocagelandschappen
Meer in heuvelland en middelgebergte dan laagvlakte Vaak in geaccidenteerd terrein Vaker op arme zure gronden Atlantische kuststreken Kleinschalig dekzandlandschappen NW-EU
28
Vijf hoofdcategorieën omheiningen volgens Müller
1. Heggen / hedges 2. Houtwallen / Hedge banks 3. Hekken / fences 4. Wallen / earthbanks 5. Muren / stone walls
29
Aanleg en beheer van heggen
Heggen afzetten (hakhoutbeheer) Heggen vlechten Heggen leggen
30
Vlechten heggen
Vlechtheg met buigspoor Heg van meidoorn waarvan de takken op jonge leeftijd opzij zijn gebogen om te worden vervlochten met naastliggende struiken Vlechtheg met knikspoor Heg van meidoorn waarvan de takken op jonge leeftijd opzij zijn geknikt om te worden vervlochten met naastliggende struiken
31
Variatie heggen
Boom- en struiksoort Hoogte Snoeiwijze Afzetten/vlachten/leggen
32
Genese en ouderdom bocage-landschappen
Pre-protohistorische ontginningen (reaves, celtic fields) Middeleeuwse ontginningen (ancient countryside) Tudor enclosures (16e-17e eeuw) Parlimentary enclosures (18e-19e eeuw)
33
Dartmoor reaves
Field system met stonewalls uit de Bronstijd
34
Stimulans ontstaan kleinschalige landschappen
Vanaf de 16e eeuw door de omschakeling van akkerbouw naar veehouderij Redenen: Prijzen veehouderijproducten stijgen sneller dan akkerbouwproducten, hierdoor van openfields naar enclosures Omzetting collectief gebruik naar privaat gebruik Omzetting collectief omheinde gezamenlijk akkercomplex naar kleinschalig verkavelde en individueel omheinde weidegronden Grootgrondbezitters dwingen het af