Landschappen van Oost-Europa en Rusland Flashcards
(28 cards)
Oost-Europa
Polen, Tsjechië, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen, Wit-Rusland, Rusland en Oekraïne
4 gebieden Oekraïne
1.West Oekraïne
2. Zuidoost Oekraïne
3. Centraal Oekraïne
4. Schiereiland Krim
West Oekraïne
Heuvelachtig landschap
Sterk westers/Europees georiënteerd
Groot aandeel katholieken
Zuidoost Oekraïne
Heuvelachtig landschap
Russisch georiënteerd
Mijnbouw en industriegebied
Centraal Oekraïne
Vlak landschap
Chernozemgronden (zwarte aarde)
Grootschalige graanproductie
Gemengde houding Rusland/Europa
Schiereiland Krim
Mediterrane kust en bergachtig binnenland
Sterk Russisch georiënteerd
Landschapszonering Rusland
- Het gebied van de niet zwarte aarde (noorden)
- Het gebied van de zwarte aarde (zuiden)
Het gebied van de niet zwarte aarde
Noorden
Continentaal, vochtig (500-700mm per jaar)
Smeltwakervlakten, moreneruggen, keileemplateaus
Arm en onvruchtbaar
Naaldbos en gemengd bos (taiga)
Gering percentage landbouwgrond
Het gebied van de zwarte aarde
Zuiden
Continentaal, droog tot zeer droog, steppeklimaat
Lössplateaus en steppevlaktes
Vruchtbare grond
Bossteppe en grassteppe
Hoog percentage landbouwgrond
Tragiek van de Russische landbouw
Noorden: koud en onvruchtbaar
Zuiden: warm en vruchtbaar maar vaak te droog
Veel misoogsten en hongersnood in heel Rusland
Russische laagvlakte
2000 x 1000km
Zeer uitgestrekt en vlak morene- en lössgebied doorsneden door talrijke Z-N stromende rivieren
Drie fysisch geografische zones:
1. Noord: grondmorenewelvinden weichselijstijd
2. Midden: smeltwaterzanden en keileemplateaus Saale ijstijd
3. Zuid: lössgronden weichsel-ijstijd
Steppe
Boomloos landschap
De euraziatische steppe is sinds de late prehistorie een belangrijke verbindingsweg tussen oost en west.
Snelle verplaatsing mogelijk
Oost-Europa in de 8e-10e eeuw
Uitbouw Frankische Rijk onder Karel de Grote (8e-9e eeuw), later onderverdeeld in het Heilige Roomse Rijk (10e eeuw)
Vikingen infiltreren vanaf het noorden (10e-12e eeuw)
Slavische vorstendommen aan de oostgrens van het Frankische Rijk (9e-10e eeuw)
Grens tussen Germanen en Slaven wisselt regelmatig
Mongoolse rijk
13e eeuw
Vanaf het midden vd 14e eeuw neemt de macht van het Mongoolse rijk af en wordt Moskou de hoofdstad van een verenigd en gecentraliseerd Russisch Rijk
Deutsche Ostsiedlung
10e-14e eeuw
Grootschalige migratie naar Slavische gebieden door Duitse kolonisten (vaak niet ervende kinderen)
De grensprovincies (marken) vormden vanaf de 10e eeuw het belangrijkste aangrijpingspunt vd kolonisatie
Drie hoofdstromen Ostsiedlung
- Richting Noordoost-Europa: Polen, Litouwen, Estland, Letland
- Richting Centraal Europa: Tsjechië
- Richting Zuidoost-Europa: Oostenrijk, Slowakije, Hongarije en Transsylvanië
Gevolgen Ostsiedlung
Regionale vorsten, adel en geestelijke instellingen gaven allerlei privileges aan nieuwe kolonisten
Verliep vredig
Kolonisten stichtte tal van nieuwe steden en moderniseerde steden, vaak dicht bij een kasteel
Plattegronden vaak heel planmatig (schaakbordstructuur)
Moderne vorm van stadsrecht
Permanente marktfunctie
Veel nieuwe kloosters gesticht
Nieuwe planmatige lineaire nederzettingen op het platteland
Strokenverkaveling (waldhuf ontginningen)
Waldhuf ontginningen
Regelmatige opstrek van de boerderijen naar achteren het bos in. Leidt tot een strokenverkaveling (Langstreifenflur)
Waldhufen
Planmatig strookvormige bosontginningen uit de 12-13e eeuw door de Duitse kolonisten
Lineaire dorpsvormen
Moorhufen
Veenontginningen, collectief uitgevoerd in de Volle MIddeleeuwen
Lineaire dorpsvormen
Streckhof
Dominant boerderijtype in de planmatige dorpen van Oostenrijk
Het feodale landschap
13e-20e eeuw
Adel heeft zeven eeuwen lang een stempel gedrukt op de samenleving en het landschap van Oost-Europa. Een systeem gebaseerd op de overdracht door vorst van de grond en boerenfamilies aan de adel (slavernij)
(De vorsten hadden de macht over het land en over de boeren en verhuurde dit aan de adel)
Redenen versterking feodale stelsel
Wanneer het leenstelsel werd afgeschaft intensiveerde het juist in Oost-Europa vanwege:
Sterk gestegen politieke macht en het verkrijgen van de stadsmacht van de adel
Internationale markt als sleutelfactor voor de versterking van het feodale stelsel
Toeleverende functie
Vanwege de relatieve zwakte van de steden doordat het direct getransporteerd werd naar West-Europa
Hongaarse Pustza
Origineel bos / open velden
Secundair ontstane steppe door intensieve begrazing van ossen in de 16e-17e eeuw
Grote delen zijn in de 20e eeuw ontgonnen voor landbouw