Landschappen van de Alpen Flashcards
Locus Horribilis
In de romeinse tijd en Middeleeuwen werden de alpen geschetst met een negatief beeld, als onherbergzame plekken vol gevaar De kerk verbood ook het beklimmen van de bergtoppen omdat deze heidens waren
Locus Amoenus
Kentering van het heidense beeld in de Renaissance. Alpen voor het eerst gezien als lieflijk toevluchtsoord.
Komt mede door de interesse van kunstenaars en wetenschappers in de alpen + eerste bergbeklimmingen
Opkomst bergbeklimmen
Hoofdrol van de Britten
Verklaard door grotere aandacht voor natuur in de romantiek
Betere bereikbaarheid van de alpen
Compensatiegedrag afbrokkeling British Empire (kolonies)
Ontstaan van de Alpen
65 miljoen jaar geleden botste de Afrikaanse en Euraziatische plaat op elkaar, deze duwde de alpen omhoog
Alpiene gebergtevorming
Geologie Alpen
Noord-Zuid: kalkgesteente
Centrale Alpen: zuur gesteente
Voorland en Povlakte: morenebekkens
Kalkalpen
Zacht kalkrijk gesteente
Relatief snelle bodemvorming
Vestigingsomstandigheden voor de mens gunstig
Centrale alpen
Hard kristallijn gesteente
Langzame bodemvorming: zure bodems
Weichselien en de Alpen
Grootschalige vergletsjering: vorming U-vormige dalen
Hangend dal
Afgesneden U-vormig dal door erosie
Italiaanse meren
Zijn ontstaan door smeltwateraccumulatie in de geblokkeerde gletsjerdalen
Puinwaaier
Het materiaal wat een gletsjer naar voren duwt wat eindigt bij de uitmonding van een dal.
Al sinds de prehistorie favoriete plekken voor bewoning
Asymmetrisch nederzettingspatroon
Bewoning op de zonnige op het zuiden gerichte flank van een dal. Niet op de schaduwrijke noordelijk gerichte flank
Romanisering
Veroverde het volledige Alpengebied en verbeterde de infrastructuur, richtte steden op
Vroege kerstening in de 5e eeuw
Volksverhuizingstijd
Vanaf de 5e eeuw de bewegingen van etnische groepen
Kenmerken noorden
Nederzettingsdichtheid: lager
Eerste bewoning: Middeleeuwen
Nederzettingsvorm: Verspreide nederzettingen met blokkavels
Boerderijtype: Weiden met rundervee
Specialiteitsgewas: vrijwel geen
Erfrecht: Ondeelbaar (oudste zoon)
Gemeenschapsbasis: familie
Sociale structuur: sociale gelaagdheid
Bouwmaterialen: hout
Landbouwsysteem: veehouderij
Kenmerken zuiden
Nederzettingsdichtheid: Hoger
Eerste bewoning: Pre-Romeins
Nederzettingsvorm: Clusterdorpen met smalle strookkavels
Boerderijtype: Velden met schapen en geiten
Specialiteitsgewas: Kastanje en wijnbouw
Erfrecht: Deelbaar
Gemeenschapsbasis: Dorpsgemeenschap
Sociale structuur: Gelijkheid, vrijheid
Bouwmaterialen: natuursteen
Landbouwsysteem: gemengd
Volle Middeleeuwen
Uitbouwperiode
In oude woongebieden verdicht het nederzettingspatroon zich
Tal van hoge terrassen,, hellingen en zijdalen worden gekoloniseerd
Steden groeien sterk
Specifiek boerderijtype: Schwaighöfe
Nederzetting- en ontginningsdynamiek
In bloeiperiode kende de alpen demografische en economische groei waardoor nederzettingen en ontginningen zich tot hoog in de bergen uitbreiden (950-1350)
Bij krimp worden de hooggelegen gebieden verlaten en trekken mensen naar lager gelegen gebieden zoals in de Late Middeleeuwen (1350-1450, de pest)
Almwirtschaft
Seizoensgebonden verticale migratie van mensen en vee tussen drie hoogtezones
1. Bauernhof
2. Maiebsässe
3. Sennhütte
Bauernhof
Familieboerderij in het dal, verblijftplaats van mens en vee in de winter en het vroege voorjaar
Maiensässe
Verblijfplaats van vee en mens halverwege de winterboerderij en Sebbhütte
Begin mei tot half juni
ca. 1500
Sennhütte
Hut waar men van juni - september verbleef
ca. 2000-2200 m hoog
Late Middeleeuwen
Niet alleen het hooggebergte werd intensiever gebruikt, maar ook de rivierdalen: kanalisatie, ontginningen, dalnederzettingen, verbetering infrastructuur
Proto industralisatie in de Alpen
Intensivering bosbouw (al vanaf de Middeleeuwen)
Textiel, uurwerken, nevenarbeid op boerderijen, ambachtslieden die uit de landbouw zijn gestapt