La comptabilité des l'entreprise : les documents financiers Flashcards
1
Q
de boekhouding voeren
A
tenir la comptabilité
2
Q
de boekhouder
A
le comptable
3
Q
de boekhoudkundig expert
A
l’expert-comptable
4
Q
een boekjaar
A
un exercice comptable
5
Q
opnemen in de boekhouding
A
comptabiliser
6
Q
de financiële dienst
A
le service financier
7
Q
de balans
A
le bilan
7
Q
de resultatenrekening
A
le compte de résultats
8
Q
de rentabiliteit
A
la rentabilité
9
Q
de prestatie van het bedrijf
A
la performance
10
Q
verantwoording afleggen over …
t.o.v. …
A
rendre compte à … de …
11
Q
wettelijke verplichtingen
nakomen
A
remplir
12
Q
het netto resultaat
A
le résultat net
13
Q
de opbrengsten
A
les produits
14
Q
de lasten
A
les charges