L7 België een federale staat begrippen Flashcards

1
Q

communautaire zaken

A

alle zaken waarvoor de EU-lidstaten bevoegdheden hebben overgedragen aan de Europese Unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

eenheidsstaat

A

bestuur door 1 persoon of instelling, vanuit 1 hoofdstad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uniforme wetten

A

voor burgers en bedrijven de overheid in haar dienstverlening zo veel mogelijk te laten ervaren als één organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

federatie/bondsstaat

A

2 of meerdere deelstaten met elk zelfbestuur maar een centraal overkoepelend gezag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

symmetrische federayie

A

elk deelgebied heeft dezelfde mate van autonomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

assymetrische federatie

A

bepaalde gebieden krijgen meer autonomie dan andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sint-michielsakkoorden

A

(1993) de vierde staatshervorming dat België formeel omvormde tot een federale staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lambermontakkoorden

A

(2001) de 5e staatshervorming die meer bevoegdheden aan de gewesten gaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vlinderakkoord

A

(2011) 6e staatshervorming die nog meer bevoegdheden aan de gewesten gaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

arrondissement

A

een onderdeel van het grondgebied van de staat, dat wordt opgedeeld om administratieve of bestuurlijke redenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

legislatuur

A

het wetgevend lichaam of de wetgevende macht van een bepaald land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

confederatie/statenbond

A

samenwerkingsverband van verschillende onafhankelijke soevereine staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gedecentraliseerd bestuur

A

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden niet allemaal van ‘bovenaf’ door de Rijksoverheid geregeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

separatisme

A

het streven naar een (formele) terugtrekking uit een bestaande organisatie of staat, en het oprichten van een eigen organisatie of staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

akkoord hertoginnedal

A

(1962) nieuwe taalwetten, -> communicatie parlement afhankelijk van taal regio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

compromis-politiek

A

zodanige voorkoming of beëindiging van een conflict, dat geen van de strijdende partijen voor 100% zijn/haar zin of gelijk heeft gekregen, maar dat voor beide partijen aanvaardbaar is.

17
Q

legislatuurparlement

A

Er kan geen ontbinding gebeuren in de termijn van vijf jaar. Als de regering valt, dan moet een nieuwe regering gevormd worden met de dan huidige samenstelling van het parlement

18
Q

kieskring

A

gebied waar bij verkiezingen op dezelfde kandidaten kan worden gestemd

19
Q

kiesdrempel

A

lijsten (meestal politieke partijen) die minder dan een bepaald percentage van de stemmen (de kiesdrempel) halen, krijgen geen enkele zetel in het verkozen orgaan

20
Q

unilateraal

A

eenzijdig