Kwartaal 3 Unite 3 Apprendre 1 Flashcards
zondag
Dimanche
maandag
Lundi
dinsdag
Mardi
woensdag
Mercredi
donderdag
Jeudi
vrijdag
Vendredi
zaterdag
Samedi
de leraar, lerares
Le prof / la prof
de leerling
L’élève (m/f)
de pen
Le stylo
de agenda
L’agenda (m)
de overhoring
L’interro (f)
leren
Apprendre
Engels
L’anglais (m)
dimanche
Zondag
lundi
Maandag
mardi
Dinsdag
mercredi
Woensdag
jeudi
Donderdag
vendredi
Vrijdag
samedi
Zaterdag
le prof / la prof
De leraar, lerares
l’élève (m / f)
De leerling
le stylo
De pen
l’agenda (m)
De agenda
l’interro (f)
De overhoring
apprendre
Leren
l’anglais (m)
Engels
wisKunde
Les maths (mathématiques) (f pl)
geschiedenis
L’hostoire (f)
aardrijkskunde
La géo(graphie)
biologie
La biologie
de computer
L’ordinateur (m)
de tablet
La tablette
de middelbare school (bovenbouw)
Le lycée
de basisschool
L’école primaire (f)
het bord
Le tableau
de etui
La trousse
het potlood
Le crayon
les maths (mathématiques) (f pl)
Wiskunde
l’histoire (f)
Geschiedenis
la géo(graphie)
Aardrijkskunde
la biologie
Biologie
l’ordinateur (m)
De computer
la tablette
De tablet
le lycée
De middelbare school (bovenbouw)
l’école primaire (f)
De basisschool
le tableau
Het bord
la trousse
De etui
le crayon
Het potlood
