KTT lektion 3 Flashcards

1
Q

Deutsche trinken durschnittlich 92 liter milch pro jahr

A

duitsers drinken gemiddeld 92 liter melk per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ich finde das einfach niecht lekker

A

ik vind dat gewoon niet lekker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kannst du mit die aufgabe erklaren. ich verstehe sie nicht

A

kun je mij de taak uitleggen? ik begrijp het niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

drei kilo bananen kosten etwa sechs euro

A

drie kilo bananen kosten ongeveer zes euro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

was isst du am liebsten zum fruhstuck - brot mit marmelade

A

wat eet je het liefst voor ontbijt - brood met jam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

das eine produkt ist genauso gesund wie das andere

A

het ene product is net zo gezond als het andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ob man fisch mag ist eine frage des geschmacks

A

of men vis lekker vindt, is een kwestie van smaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fleisch kaufen wir beom metzger

A

vlees kopen we bij de slager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welcher supermarkt war der testsieger

A

welke supermarkt was de testwinnaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

soll ich dir die innenstadt von wien zeigen

A

zal ik je het stadscentrum van wenen laten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly