KTT lektion 2

Question 1

Eine Birne ist eine grüngelbe Frucht

Answer 1

een peer is een groengele vrucht

Question 2

Heute isst er gesund, früher hat er oft ungesund gegessen.

Answer 2

Tegenwoordig eet hij gezond, vroeger at hij vaak ongezond

Question 3

Ich schneide eine Gurke und eine Tomate für den Salat.

Answer 3

ik snijd een komkommer en een tomaat voor de salade

Question 4

Wir essen jeden Tag Obst und Gemüs

Answer 4

we eten elke dag fuit en groenten

Question 5

Der Kühlschrank ist leer. Wir müssen einkaufen gehen.

Answer 5

de koelkast is leeg. we moeten boodschappen doen

Question 6

Eine Mandarine ist kleiner als eine Orange.

Answer 6

een mandarijn is kleiner dan een sinaasappel

Question 7

Ich bin allergisch gegen Nüsse. Ich esse darum niemals Nüsse

Answer 7

ik ben allergisch voor noten. Daarom eet ik nooit noten

Question 8

Meine grobeltern kaufen oft schokolade fur mich. sie verwohnen mich

Answer 8

mijn grootouders kopen vaak chocolade voor mij. Ze verwennen mij

Question 9

da sschloss schpnbrunn ist wunderschon

Answer 9

het kasteel schoonbrun is prachtig

Question 10

Ik gehe nicht die schule. Ich bleibe heute zu hause

Answer 10

ik ga niet naar school. ik blijf vandaag thuis