Kennisclip 3 - 't Hart en Tummers Flashcards
Drivers tot verandering (10)
[tabel 6.1]
- The age of networks
- The age of empowerment
- The age of transparency
- The age of immediacy → Nabijheid
- The age of accountability
- The age of fluidity
- The age of glocalisation
- The age of the anthropocene
- The age of technological turbulance
- The age of austerity → Bezuinigingen
Verandering komt bijna altijd van ‘buiten’! Vaak veel weerstand. Oorzaak ligt vaak buiten organisatie. Veel drivers van buiten zorgen tot verandering.
Model tot verandering - Lewin (3)
- Unfreeze: organisatie klaarmaken voor verandering
- Change: Verandering in gang zetten
- Refreeze: De verandering vasthouden
Model tot verandering - Kotter (8 fasen)
Acht stappen wat een leider kan/moet doen bij verandering (+ koppeling Lewin):
- Zorg dat iedereen doordrongen is van de noodzaak (Unfreeze)
- Vorm een coalitie die jou steunen (Unfreeze)
- Creëer een visie (Change)
- Communiceer die visie (Change)
- Zorg dat anderen in staat worden gesteld om op basis van die visie beslissingen kunnen nemen (Change)
- Creëer korte termijn successen (Change)
- Consolideer datgeen wat je bereikt hebt en zorg voor meer verandering (Refreeze)
- Institutionaliseer de nieuwe benadering (Refreeze)
Model of planned change - Ajzen
[Figuur 6.4]
Dit model gaat over gedragsverandering. Belangrijke voorwaarde is de intentie om te veranderen - hoe ga je dit doen?
- Gaat om motivatie en ability (kunnen en willen veranderen)
- Peers zijn belangrijk: willen de mensen/collega’s om je heen veranderen? (bv. als iedereen een mondkapje draagt, dan pas jij je aan en doe je er ook een op)
Kritiek op verandermodellen
! Bram vindt dit belangrijk paragraaf in het boek
- teveel nadruk op top-down leader
- verandering kan ook bottum-up > zie artikel Meijer!!
- Er wordt bij verandering vooral gekeken naar het positieve, maar niet naar het verlies wat kan plaatsvinden tijdens verandering
- Veel veranderplannen mislukken, vaak zijn ze te groot. Incrementeel en pragmatisch werkt vaak beter in praktijk
Essentiële elementen van een crises (3):
- Kernwaarden van samenleving worden bedreigd
- Er moet gevoel van urgentie zijn
- Er is een grote mate van onzekerheid
‘crises are the combined products of unusual events and shared perceptions that something is seriously wrong’ (p. 122)
Verschillende vormen/typen van crises (4)
- Acute situationele crisis → Vulkaanuitbarsting
- Acute institutionele crisis → Door bankfraude vertrouwen in banken ingestort
- Sluipende crisis → Weinig geboorten waardoor lange termijn pensioenen niet te betalen
- Institutionele crisis → Burgers vertrouwen in politieke systeem verliezen
Uitleg tabel:
Ene kant situationele (tijdelijk) en institutionele (raakt instituties, dus langere periode) crisis.
Crisis kan acuut zich voordoen (vulkaanuitbarsting) of creeping (heel geleidelijk, vertrouwen van burgers in overheid verdwijnt langzaam, infrastructuur wordt langzaam slechter).
Reactie van leiders op crises (3)
[Figuur 6.1]
! Bram vindt dit een belangrijk figuur
Perceptie bepaald hoe ze reageren.
- Geen crisis → Bolsonaro ontkende corona (Brazilië)
- Crisis als bedreiging → je gaat kijken hoe moet de samenleving ermee omgaan.
- Crisis als kans → Gebruiken voor maatschappelijke hervorming. N.a.v. corona het idee om de medicijnproductie van Azië naar EU terughalen.
Wat wordt van leiders in een crisis gevraagd/verwacht? Vormen van acties: (6)
- Sense-making → ‘Wat gebeurt er? ‘Is er een crisis?’ Wat is de aard van de crisis, is corona een gezondheidscrisis of ook een economische crisis.
- Meaning-making → Wat is er precies aan de hand en hoe gaan we het oplossen? Richting van oplossing en begrip kweken essentieel om mensen mee te krijgen.
- Decision-making → Er moeten besluiten worden genomen (“scholen wel/niet dicht?”) Complete lockdown of een gedeeltelijke lockdown?
- Co-ordination: relatie met collaboratief leiderschap → Hoe zorg je ervoor dat alle betrokkenen samenwerken voor de oplossing? Je hebt anderen nodig. Fabrikanten
medicijnen, RIVM, GGD etc. - Accountability: Wanneer is de crisis overwonnen? → Wie is er verantwoordelijk?
- Learning: Wat hebben we ervan geleerd? Meer IC-bedden en personeel?
Methode om leider te beoordelen (3)
[Figuur 8.1]
Publieke leiders moet je evalueren binnen deze drieslag:
- Prudence: Smart leadership → Zijn besluiten goed genomen
- Support: Accepted leadership → In hoeverre heeft leider steun
- Thrustworthiness: Accountable leadership → Accepteert hij normen van institutionele kaders waarin hij opereert?