College 3 - Van Wart H6 + H7 + H8 Flashcards

1
Q

Attributietheorieën voor leiderschap - cultuurdimensies (9)

A

Attributietheorieën: verwachtingen van volgers of leiders (cultuur):

  1. Assertiviteit
  2. Toekomstoriëntatie
  3. Gendergelijkheid
  4. Mensgerichtheid
  5. In-group collectivisme
  6. Institutioneel collectivisme
  7. Performance gerichtheid
  8. Power distance - machtsverdeling
  9. Onzekerheids(ver)mijding

9 cultuurdimensies die bepalen wat er aanvaardbaar is en wat er wordt verwacht t.a.v. leiderschap. Is een vorm van padafhankelijkheid omdat er verwachtingspatronen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Open systeemtheorieën (3)

A
  1. Complexiteitsleiderschap - gaat niet over leider, maar over processen en complex adaptive systems
  2. Strategisch leiderschap - leider staat centraal
  3. Social change leiderschap - leider en strategie niet meer centraal, maar focus op verandering en collaboratief leiderschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
Leiderschapsstijlen complexiteitsleiderschap (3)
[Exhibit 7.7]
A
  1. Administratief leiderschap (controle)
  2. Adaptief leiderschap (creativiteit bevorderen)
  3. Enabling leiderschap (de schakel tussen 1&2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leiderschapsstijlen strategisch leiderschapstheorie (3)

[Exhibit 7.8]

A
  1. Absorptievermogen creëren en handhaven
  2. Adaptieve capaciteit
  3. Managementwijsheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Primaire kenmerken leider - Strategisch leiderschapstheorie (3)
[Exhibit 7.8]

A
  1. Cognitieve complexiteit
  2. Sociale intelligentie
  3. Gedragscomplexiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leiderschapsstijlen social change leiderschap (5)

[Exhibit 7.9]

A

Collaboratieve/faciliterende leiderschapsstijl combinatie:

  1. Gelijkheid
  2. Hoge culturele diversiteit
  3. Openheid voor ideeën
  4. Inclusie en consensus
  5. Ruimte voor ambiguïteit en complexiteit

Daarnaast heb je als leider politieke en bestuurskundige competenties nodig en een persoonlijke integriteit en passie voor publieke dienstverlening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Componenten Leadership Action Cycle, Van Wart (9)

A

LAC = De context (kenmerken, vaardigheden en competenties) van leiders leiden naar diverse uitkomsten

Leader assessment

  1. Organization and environment
  2. Constraints (beperkingen)
  3. Leader priorities

Leader characteristics

  1. Traits
  2. Skills

(6) Leader styles

Leader behaviours

  1. Task oriented behaviors
  2. People-oriented behaviors
  3. Organization behaviors

Leader evaluation and development = uitkomsten

  • Development
  • Evaluation

Bouwt voort op: Zijn operationele definitie van leiderschap (p. 27-28)
‘leiderschap is een complex proces waarbij men iemands omgeving en zijn leiderschapsbeperkingen beoordeelt, tal van leiderschapskenmerken en -vaardigheden ontwikkelt, iemands stijl (gedrag) herdefinieert en aanpast voor verschillende situaties, vooraf bepaalde doelen bereikt en voortdurend zijn eigen prestaties evalueert en zijn potentieel ontwikkelt ‘

Als leider ontwikkel je zelf de competenties. Je ontwikkelt gedrag, dat wordt bepaald door de karakteristieken die je als leider hebt. Stijl bepaald het gedrag wat je vertoont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vormen van ethisch leiderschap / perspectieven op ethisch leiderschap (4):
[Exhibit 6.2]

A

Perspectieven op ethisch leiderschap, gebaseerd op de moraal van de leider. (Gaat van minder ethisch, naar heel ethisch):

  1. Moreel management (Duty approach/low road approach)
  2. Authentiek/positief leiderschap
  3. Spiritueel/servant leiderschap
  4. Transformerend/change leiderschap → 4 - i’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Invloedtheorieën (2)

A
  • Leiderschap als macht (5 bronnen van macht)

- Gedeeld leiderschap (Shared Leadership theory)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vijf bronnen van macht (5)

[Exhibit 7.1]

A
  1. Coercive power (dwang macht)
  2. Reward power (belonings macht)
  3. Legitimate power (positie macht)
  4. Expert power (expertise macht)
  5. Referent power (macht omdat mensen in je geloven)

Ze sluiten elkaar niet uit, een leider kan beschikken over diverse bronnen van macht.

In publieke sector: legitimate en expert power

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Belangrijke aandachtspunten (‘concerns’) bij integriteit (3)

A
  1. Wat is de intentie van de individuen
  2. Zijn de gekozen middelen acceptabel
  3. Zijn de gekozen doelen acceptabel

Als je aan een van deze of meerdere punten twijfelt, dan twijfel je aan de integriteit -> hiermee trek je dus het leiderschap mee in twijfel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Integriteitsmodel - Wholeness van integriteit bij ethisch leiderschap (3)
[Exhibit 6.1]

A
  1. Eerlijkheid
  2. Betrouwbaarheid
  3. Rechtvaardigheid

Je kan pas spreken van integriteit wanneer alle drie de componenten aanwezig zijn en in balans zijn -> Wholeness (consistentie in woorden, gedachten, principes en (sociaal) gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leiderschap als macht: drie niveaus van invloed (3)

A

1e niveau - Commitment: iemand wil de leider volgen
2e niveau - Compliance: iemand volgt de leider, maar staat er apathisch tegenover
3e niveau - Resistance: mensen tonen weerstand en willen je niet volgen.

Je kunt invloed uitoefenen dmv macht. Je wilt het liefst dat mensen op het 1e niveau zitten, als mensen je niet willen volgen dan is het lastiger je doelen te behalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Shared Leadership/ gedeeld leiderschap theorie: (2+3)

[Exhibit 7.2]

A

Stijlen:

  • Multilevel model: Diverse organisatieleden vertonen leiderschap op hetzelfde moment (denk aan filmpje Cristiano Ronaldo)
  • verschillende typen/stijlen uit distributed leadership (traditioneel leiderschap, superleadership, self-leadership en team leadership)

Drie factoren voor succes:

  • skills/vaardigheden van de volgers
  • Skills/vaardigheden van de leiders
  • Toestemming van de organisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie ethisch en servant leiderschap

A

NL: “Leiders worden geacht om de balans op te maken van hun organisatorische, professionele en maatschappelijke gemeenschappen en vervolgens het algemeen welzijn te integreren in proces en product”.

ENG: Definitie: “an ethical perspective on leadership is unified in the sense that leaders are
supposed to take stock of their organizational, professional, and societal communities
and then integrate the common good in process and product.” (H6 - p138 & p144)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly