College 2 - Van Wart H3 + H4 + H5 Flashcards
Trait theorie
[Exhibit 3.2]
Er bestaat een lijst met eigenschappen die kenmerkend zijn voor de ideale leider.
Er zijn universele eigenschappen/kenmerken voor een leider, deze zijn altijd goed voor een leider (zoals: besluitvaardigheid, intelligentie, betrouwbaar, flexibel, initiatief, volhardend etc.)
Transactionele leiderschapstheorieën (4)
- Grid theorie (Blake & Mouton)
- Contingentie theorie/Situationeel leiderschap (Hersey & Blanchard)
- Path-Goal theorie (House)
- Leader Member Exchange (LMX) theorie
Ze hebben allemaal een ondersteunende stijl als aanvulling op de directieve stijl = transactioneel
Het gaat om de ‘ruil’/transactie relatie tussen leidinggevende en ondergeschikte. Ik geef jou een beloning, jij werkt daardoor harder
Grid theorie (Blake & Mouton) (5) [Exhibit 3.4]
- Impoverished/Poor management
- Authority-compliance (Target Oriented management)
- Country Club Management
- Organisation man Management (Compromise management)
- Team Management*
Grid:
3———5*
—–4—–
1———-2
- beste optie
! Transactionele theorie = er zijn 2 dimensies, directief en relatie met volger (‘task’ en ‘people’)
Contingentie Theorie/Situationeel Leiderschap (Hersey & Blanchard) (4)
[Exhibit 3.6]
Leider stijlen:
- Directing (richting gevend)
- Coachen
- Ondersteunend
- Delegeren
Stijl hangt af van 2 condities:
- Volger competentie (kunnen)
- Volger commitment (willen)
Deze stijl is dus niet altijd succesvol, hangt af van de de situatie (= contingentie)
Transactionele theorie
Path-Goal theorie (House) (4)
[Exhibit 3.7]
Leider stijlen:
- Directief
- Ondersteunend
- Participatief
- Prestatiegericht/Achievement-oriented
Transactionele theorie
Leader Member Exchange (LMX) theorie (3)
[Exhibit 3.8]
- Stranger: vertrouw je niet
- Acquintance/kennis: wel wat vertrouwen
- Partner*: grote mate van vertrouwen
- > ‘High’ en ‘low’ exchange relaties
- > ‘In’ en ‘out’ groep
- beste optie
Transactionele theorie
Verschil charismatische en transformationele stijl
Charismatische theorie = nadruk op kenmerken van een leider
Transformationele theorie = nadruk op de rol van de leider bij verandering
Charismatisch Leiderschapstheorie (Conger & Kanungo) (3) [Exhibit 4.2]
Drie type charisma stijlen:
- Non charismatisch
- Good charismatisch*
- Bad charismatisch
De context leidt ertoe dat iemand als charismatisch wordt gezien -> vaak in situaties van onvrede of crisis (Trump of Churchill)
Transformationele leiderschapstheorieën (3)
- The Transformational Leader (Tichy & Devanna)
- The Leadership Challenge (Kouzes & Poser)
- Full Range theorie (Bass)
Transformationeel gaat erom dat je mensen net iets meer laat doen dan dat ze normaal zouden doen -> de buitengewone verwachtingen.
The Leadership Challenge (Kouzes & Poser) (3+5)
[Exhibit 4.4]
Combinatie van (1) ondersteunende, (2) inspirerende en (3) participerende leider stijlen gebaseerd op best-practices samengevoegd tot een ideaal transformationeel leider stijl.
Met deze stijl kan een leider:
- Het proces uitdagen
- Inspireren tot een gedeelde visie
- Anderen in staat stellen te handelen
- De weg wijzen
- Het hart aanmoedigen
Full Range Theorie (Bass) (!!)
[Exhibit 4.5]
Transactioneel leiderschap \+ Transformationele leiderschapsfactoren = Buitengewone overtreffende verwachtingen (Performance beyond expectations)
Wanneer je echt wil veranderen en echt iets wil bereiken gebruik je deze theorie
Dimensies transformationeel leiderschap: (vier i’s!!!)
- Individualized consideration
- Idealized influence
- Intellectual stimulation
- Inspirational motivation
Grove vergelijking transactionele en transformationele/charismatische theorie
[Exhibit 4.8]
Transactioneel: gesloten systemen, theorie goed te gebruiken lager in het systeem als operationeel leidinggevende (belonen/straffen)
Transformationeel: open systemen, goed te gebruiken in topmanagement (groepsbelang, verandering, strategische planning, omgeving, innovatie, teambuilding)
[Exhibit 4.8 - totaaloverzicht is belangrijk!]
Distributieve (gespreid) leiderschap kenmerken (3)
- De follower wordt steeds belangrijker
- Het leiderschap wordt idealiter over iedereen verdeeld
- Onder welke omstandigheden kunnen leidinggevenden hun rol minimaliseren om de effectiviteit te vergroten?
Vormen van distributief (gespreid) leiderschap (7)
[Exhibit 5.1]
- Informal leadership
- Followership
- Superleadership
- Subsitutes for leadership
- Self-leadership
- Self-managed team theory
- Network leadership theory
[in exhibit 5.1 worden voorbeelden genoemd van de verschillende vormen]